In een land hier ver vandaan
Margreet Schouwenaar
De negenjarige Abby (ik-verteller) woont met haar jongere zusje Anna en hun hardwerkende moeder in een klein huisje. Mama moet de kost verdienen door de hele dag achter de naaimachine te zitten. Ze maakt dan gordijnen en heeft geen tijd voor haar dochters.
Dus zorgt Abby zo goed en kwaad als het gaat voor haar zusje, en ze doet ook veel huishoudelijke karweitjes.
‘Ik weet dat ik haar niet moet storen.
Gisteren deed ik dat wel. ‘Mam, ik zag geloof ik een heks,’ riep ik. Ze keek niet eens op. Mijn hart stampte rond. De mieren stuiterden in mijn buik.
‘Echt waar!’ riep ik nog.
‘Ik heb geen tijd voor verhalen, Abby,’ snibde ze. ‘Heksen wonen in een land hier ver vandaan. Neem je zusje mee naar buiten, dan kunnen jullie samen spelen.’
Mama gelooft het niet. Ook niet als Anna het bevestigt, want zij heeft de heks ook gezien!
Abby heeft te veel fantasie…
‘Ik vertel te graag verhalen, vindt mama. Ik hou van verhalen. Mijn hoofd is een boek dat nog geschreven moet worden.’
Maar het is toch echt waar!
Die heks woont in een gat in de grond. In het bos. Ze is min of meer verstoten door de andere heksen. Omdat ze een heks van niks is. Maar ze heeft wel een wens: ze wil gezelschap!
En voor Abby goed weet wat er gebeurt, heeft de heks Anna te pakken. En ze laat haar niet meer gaan!
Lukt het Abby de heks om te kopen met een goed verhaal?
Moet ze slinkse plannetjes bedenken?
En¨zal mama haar nu wel geloven, nu Anna maar niet thuis komt?
Een boek van Margreet Schouwenaar is steeds weer een feest!
Leuke verhalen, belangrijk natuurlijk, maar de taal is ook zo mooi!
Als het gaat over ‘rijke taal’ in boeken, nou mensen lees dan de boeken van Margreet!
‘Ik pak de lepel van de plakkerige tafel en neem een hap soep. Eerst valt het nog mee. Dan slibt de prei tussen mijn tanden. Ik slik. De prei beweegt niet. Ik peuter met mijn nagel tussen mijn tanden. Ik proef zand. Heksenzand uit de kuil!
De volgende hap grijnst me al aan. De broccoli steekt zijn krullenkop op tussen de wortelschijfjes.’
‘Daar stond het meisje dat nooit huilde. Ze ademde de stoffige lucht van de warme dag in, luisterde naar de geluiden om zich heen, volgde het dartelende zoeken van een koolwitje en vroeg zich af waarom niemand van haar hield.’
Margreet Schouwenaar (1955) is een Nederlandse schrijfster en
dichter. Ze publiceerde enkele gedichten in De Revisor, waarvoor ze in
1991 werd genomineerd voor de C. Buddingh’- prijs. Een jaar later
verscheen haar eerste bundel De drempel die vertrek is. Daarna volgden
nog vele andere dichtbundels.
ISBN 9789044850741 | Hardcover | 128 pagina's | Uitgeverij Clavis | september 2024
Illustraties van Yuhan Lin | Leeftijd vanaf 9 jaar
© Marjo, 26 oktober 2024
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De Boekster
Margreet Schouwenaar
‘Mijn moeder heeft een boekwinkel.’
Dan ben je toch de koning te rijk? Heerlijk, een moeder met een boekwinkel!
En zij woont er nog boven ook, met haar dochter, die de verteller van het verhaal is. Maar dat meisje is er helemaal niet zo tevreden mee. Het is een tweedehandsboekwinkel, en dat houdt in dat er alleen maar saaie mensen komen. En haar moeder zit de hele dag met haar neus in de boeken!
Het meisje heet Minoes. Ja, net als het personage van dat boek! Ook al iets waar ze niet blij mee is. Dat is immers een poezennaam!
En dan moet ze ook nog een spreekbeurt houden over een boek. Ze heeft geen idee! Welk boek moet ze kiezen?
Dan geeft haar moeder haar een boek.
‘Ik pak het boek aan. Het is een dik boek en tegelijk wonderlijk licht. Alsof het elk moment uit mijn handen kan vliegen. Het ruikt zelfs niet bedompt. De kaft is stevig en donkerblauw. Er staat geen naam op en geen afbeelding. Ik sla het open. ‘Voor jou.’ lees ik.’
Het blijkt een raadselachtig boek. Haar moeder kreeg het niet open. Bij Minoes gaat het dan wel open, maar er staat behalve dat Voor jou niets in!
Bij een nieuwe poging wel: ze leest: ‘Jij…jij…jij…’
Wat een raar boek!
Het wordt nog gekker. Als Minoes met het boek op haar bed gaat zitten en hun poes, die Zus heet, legt haar kopje op het boek, gebeurt er iets wonderlijks. Plotseling zit Minoes zit in het kattenlijf En ze ziet dat Zus er uit ziet als zijzelf! Hoe ze was dan.
En zo, verwisseld van lichaam, gaat ze een avontuur beleven. Een avontuur met een dierenbeul, een bakker, een melkwagen, een aantal poezen, en een romance.
Een fijn boek, met voor ieder wat wils. Ook voor mensen die niet van poezen houden.
Margreet Schouwenaar (1955, Schagen) werkte voor ze met pensioen ging als docent aan de afdeling OLB van Hogeschool Inholland, en schrijft al langer hele leuke kinderboeken.
ISBN 9789044844009 | Hardcover | 128 pagina's | Uitgeverij Clavis | augustus 2023
Illustraties van Yuhan Lin | Leeftijd vanaf 8 jaar
© Marjo, 6 oktober 2023
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Niet nog een verhaal
Margreet Schouwenaars
Boyd is pas een paar weken geleden in een flatgebouw in een wijk die hij niet kent komen wonen. Met Zijn moeder. Zijn vader heeft een andere vrouw leren kennen, die blijkbaar belangrijker is dan zijn zoon.
Maar eerst die wijk die dus verkend moet worden.
‘Je kent het wel. Je holt langs de achterkant van de huizen in de hoop op avontuur. Je rent door stegen, langs schuttingen, en rakelings langs klimop met takken die hun dorre vingers naar je uitsteken. Je voeten draven over scheve tegels of los zand.
Soms lijkt het alsof je iemand achter je hoort lopen. Af en toe lijkt het zelfs of de stegen nauwer worden. Maar je kunt niet stoppen. Je holt door.’
Zo gaat Boyd op avontuur. Zou hij thuis gebleven zijn als hij had geweten wat voor avontuur op hem lag te wachten?
Het begint met de ontmoeting met een vreemd meisje. Ze is erg wit en mager, maar heeft de mooiste blauwe ogen die hij ooit gezien heeft. En ze vraagt om hulp: haar kat zit namelijk vast in een heg. Boyd helpt haar natuurlijk, want hij weet toevallig dat hij een dier makkelijk kan vangen door er een doek over te gooien.
Hoe hij dat weet?
Boyd is dol op verhalen. Zijn moeder weet dat intussen heel goed. Iedere keer als Boyd thuis komt met weer een scheur in zijn jas, of schoenen vol modder, weet hij daar een hele goede verklaring voor te verzinnen. Dan zegt zijn moeder: Niet nog een verhaal…
Het verhaal evenwel dat hij nu zou kunnen vertellen, dat gelooft geen mens! Zeker zijn moeder niet. Maar zij ziet zelf toch ook die bezem vliegen met iemand erop? En die drie piraten, die ziet ze ook!
Boyd verzint ze echt niet…
Het is een verhaal dat gaat over vaders die er niet zijn.
En over tovenarij, heksen. En piraten dus.
Een fantasierijk verhaal, zoals je dat wel aan Margreet Schouwenaars kunt overlaten!
Spannend en met humor.
‘ik wil niet meer’, verzucht Boyd.
Maar dat willen de lezers wel!
Margreet Schouwenaar ( Schagen, 1955) is een Nederlands schrijfster en dichteres. Ze werkt als docent aan de afdeling OLB van Hogeschool Inholland.
ISBN 9789044848908 | Hardcover | 136 pagina's | Uitgeverij Clavis | maart 2023
Leeftijd vanaf 9 jaar | Illustraties van Danielle Schothorst
© Marjo, 6 mei 2023
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Grashemelgroentje
Margreet Schouwenaar
De tienjarige Otte woont met zijn moeder bij zijn oma, die niet zijn echte oma is. Zij is de tweede vrouw van Ottes opa. Over zijn vader mag niet gesproken worden omdat het zijn moeder verdriet doet.
‘Hij heeft haar eens horen huilen in de keuken en zijn niet-oma horen zeggen dat het zo het beste was. Grote mensen weten niet alleen wat het beste is, maar weten ook alles beter.’
Wat hem nu overkomt kan hij dus echt niet vertellen. Onderweg naar huis zag hij in het pas gemaaide grasveld in het park ineens twee ogen knipperen. Huh? Ogen? In het gras? Wat is dat?
Zo ontmoet hij grashemelgroentje, een wezen dat de weg kwijt is en zo graag naar huis wil.
’Ik moet naar e-helders.’
Maar als het grashemelgroentje niet weet waar dat is, hoe moet Otte het dan weten? Toch moet hij zien daar achter te komen want het vreemde beest is hem naar huis gevolgd en bivakkeert op zijn bed!
Nu is er op school een nieuw meisje gekomen, een vreemd kind vinden de anderen. Ach, die vinden Otte ook vreemd. En zoals dat dan gaat: het klikt wonderwel tussen Geesje en Otte. Zij wil hem wel helpen om Groentje naar huis te brengen waar dat ook is.
Geesje blijkt alleen te wonen, haar vader vaart, en is soms wel zes weken thuis, en dan weer zes weken weg. Geesje redt het best alleen, haar vader belt iedere dag en er komt iemand om het huishouden te doen, Die brengt ook eten mee.
Na lang vragen horen ze dat Groentje ergens aan het water woont, met Roodhemelrouge en Geelhemelgoud, zijn vrienden. Het water heet Discobal.
Geesje ontdekt dat Disko Bay in Groenland ligt. Maar hoe komen ze daar dan?
Want ze hebben geen keuze: Groentje moet naar huis!
Behalve een fantastisch avontuur is het ook het verhaal van twee kinderen uit gebroken gezinnen. Er zijn grote mensen problemen, maar daar wordt niet de nadruk op gelegd, ze spelen op de achtergrond. De kinderen kunnen er immers niets aan doen.
Er worden hints gegeven voor de clou…
Een wondermooi verhaal, dat ook nog eens prachtig verteld wordt.
‘Soms is verdrietig ook ziek’
‘Otte voelt de warmte van de vacht, het gloeien van Geesje. Hij ruikt de geur van gras en ziet nog net een madeliefje oplichten in de vacht van Groentje, voor zijn ogen dichtvallen.'
Margreet Schouwenaar is een Nederlands schrijfster en dichteres. Ze werkt als docent aan de afdeling OLB van Hogeschool Inholland
ISBN 9789044842371 | Hardcover | 136 pagina's | Uitgeverij Clavis | maart 2022
Illustraties Danielle Schothorst | Leeftijd 8+
© Marjo, 10 mei 2022
Lees de reacties op het forum, klik HIER
Troostevriend
Margreet Schouwenaar
‘Wie negen wordt, is niet bang. Ik weet niet waarom ik wel bang ben. De meeste kinderen van bijna negen hebben moed over. Om te pesten, brutaal te zijn, de clown te spelen. Ik heb geen overmoed. Ik heb niet eens precies genoeg moed.’
Hira is een bangeschijter. Dat vindt ze zelf tenminste. Een gevoelig kind is ze zeker.
Het begint als haar vader het huis uitgaat. Hij heeft een nieuwe vriendin en Hira’s moeder is boos en verdrietig. ‘Hij nam haar licht mee’. Mama lijkt nergens meer zin in te hebben, en een van de dingen die ze niet meer doet, is ’s avonds Hira nog even welterusten komen zeggen. En er blijft geen lichtje meer aan op de gang. Ze is tenslotte bijna negen!
Maar ‘als je goed luistert kun je het donker horen ruisen, ademen bijna. Maar dat is niet het ergste. Het donker is niet zo donker; het zijn de dingen die donker zijn. De kapstok, de jassen. De plinten. De traptreden.’ ‘In het donker komen de dingen tot leven.’
Zoals haar troostevriendje. Maar dat is niet erg, want Lexie biedt dus troost. Als onzichtbaar vriendje kende Hira hem al. Maar zoals dat gaat met troostevriendjes: hij was verdwenen toen ze ongeveer zes jaar was. En nu is hij er weer! Gelukkig, want Hira heeft behoefte aan een vriend. Niet dat ze dat toegeeft! Ze is tenslotte al negen, bijna dan, en een onzichtbaar vriendje, dat kan niet meer.
Maar nu is het Lexie die om hulp vraagt. Dat is wat anders! Wat is er aan de hand?
En Lexie vertelt: Als hun kinderen ze niet meer nodig hebben, gaan de vriendjes naar Klutswir. En daar is iets aan de hand, waardoor de vriendjes boos, verdrietig en radeloos zijn. Hira wordt gevraagd om hulp. Ze moet mee naar Klutswir, waar ze de vrienden van Lexie ontmoet. En hun vijand.
Deze avonturen beleeft ze ’s nachts. Overdag gebeurt er ook van alles. Papa heeft nooit tijd voor haar, en als hij dan eens komt, neemt hij zijn vriendin mee. Daar is haar moeder boos om, en Hira vindt het ook niet leuk. Begrijpt hij nu niet dat dit zo niet kan?
En mama die geen zin meer heeft in het leven, zelfs niet in voor Hira zorgen. Dit kan zo niet verder gaan. Gelukkig kan Hira terecht bij de buurman…
Een magisch verhaal over een parallelle wereld, waarin van alles gebeurd is en nog gebeurt, wat te maken heeft met de realiteit. Het verhaal is heel origineel, maar vooral ook geschreven in een prachtige taal. Vaak gebruikt Schouwenaar mooie vergelijkingen, terwijl haar beeldspraak zeer beeldend is.
‘Het huis veert op’
‘Als een huis naar cake ruikt, zwijgt het.’ ’een blaas zonder plas is opgelucht.’
‘De mouwen zijn te moe om te te grijpen.’
Helaas is het thema – ouders die uit elkaar gaan, en een kind dat niet weet hoe het leven nu in elkaar zit – maar al te actueel. Dit verhaal zal veel kinderen aanspreken en, omdat het zo mooi geschreven is, blijven hangen.
Hira vergelijkt de mensen om haar heen met dieren. Haar moeder is een hond, maar soms ook een puppy. De buurman is een beer, maar niet alle beren zijn gevaarlijk…
Margreet Schouwenaar (Schagen, 1955) is een Nederlands schrijfster en dichteres. Ze werkt als docent aan de afdeling OLB (Opleiding Leraren Basisonderwijs) van Hogeschool Inholland.
Op haar naam staan ook verscheidene dichtbundels.
ISBN 9789044837124 | Hardcover | 136 pagina's | Uitgeverij Clavis | november 2019
Illustraties van Danielle Schothorst | Leeftijd vanaf 8 jaar
© Marjo, 23 februari 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Niesje, mis je
Margreet Schouwenaar
Waarom heeft haar moeder haar zo’n rare naam gegeven? Niesje wordt door die vervelende meiden op school flink gepest. En ze heeft geen verweer. Ze probeert hen maar te ontwijken, maar ja... en ze heeft geen vriendinnen, ze staat alleen.
Thuis gaat het nu ook al niet echt lekker: mama is haar baan kwijt! Ze wil schrijver worden, maar daar valt niet genoeg mee te verdienen. Een vader is niet in beeld. Wel een opa, zonder oma, die Niesje gelukkig wel opvangt. Hij heeft oma beloofd dat hij een molen in de tuin zal zetten, een groene molen met witte wieken, en daar is hij maar druk mee. Maar voor Niesje maakt hij tijd, en als de dingen niet gaan zoals ze het graag wil, zegt hij:
‘Het leven loopt zelden zoals je wilt. Er zijn hindernissen, omwegen, zijwegen, maar een mens is altijd op weg naar zijn bestemming.’
Bestemming?’ vraagt Niesje.
‘Denk maar aan verstoppertje spelen. Dat is je bestemming, je doel.’
‘Opa, wat heb ik daar nu aan!’
‘Helemaal niets,’ zegt opa.
En dan gebeuren er een paar dingen die alles veranderen. Goede en slechte dingen. Het goede is dat er een nieuw meisje in de klas komt en die blijkt absoluut niet bang voor de pestkoppen, al pesten zij ook haar meteen met haar naam. Mia Klaver heet ze. Ze heeft een lijfspreuk: wees jezelf, anderen zijn er genoeg.
‘Mia ziet de dingen net een beetje anders.’ zegt ze.
‘Binnenstebuiten, achterstevoren, op z’n kop,’ bromt hij tevreden. ‘Ik word blij van dat kind.’
Niesje en Mia worden dikke vriendinnen, en dat komt wel goed uit, want er gebeurt iets heel vervelends thuis. Mama is ziek, althans, het is niet normaal toch dat ze iedere keer als Niesje uit school komt, weer een stuk kleiner is?
‘Ik ben dol op problemen’, zegt Mia. ‘Ik ben er zelf een, volgens mijn vader.’
Bas Klaver kan in ieder geval de meubels aanpassen aan mama’s lengte. Maar het huishouden is nu voor Niesje, net als het uitlaten van de hond. En de planten water geven als de buurvrouw op vakantie is. Maar of ze zo blij is met die Bas? Hij doet alleen maar gek als hij bij hen thuis is. Mama ook trouwens. Als ze de planten water aan het geven is bedenkt ze een plan. Een plan dat het begin is van een dwaas avontuur.
Het hele verhaal is dwaas, dat is wel duidelijk. Een moeder die krimpt, en niemand die er echt iets aan doet. Zij zelf ook niet. Er zijn andere dingen belangrijker, blijkbaar. Maar ook Niesje doet rare dingen. Een fantasievol verhaal met stiekem toch wat levenslessen, voor wie ze oppikt. Over vriendschap en vertrouwen hebben. En anders heb je gewoon een grappig verhaal gelezen.
ISBN 9789044827989 | hardcover | 204 pagina's | Uitgeverij Clavis | juli 2016
Leeftijd vanaf 8 jaar
© Marjo, 9 november 2016
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Juffrouw Knuppel
Margreet Schouwenaar
Wie de omslag goed bekijkt voor dat het boek opengeslagen wordt, weet het al: die juffrrouw Knuppel is geen lieve juf. Ze ziet er heel grimmig uit, in haar oranje trainingspak. En ze houdt een jongen in de klem! Wat is hier aan de hand?
De jongen is Kars, door velen Knars genoemd omdat hij zo vaak zit na te denken over van alles en nog wat. Zijn gedachten dwalen vaak af. Zijn juffrouw weet hem dan ook geregeld te vinden. Strafregels schrijven! Nablijven, Kars is er al aan gewend. Maar hij weet dat zijn moeder het vervelend vindt. Zij moet erg hard werken sinds haar echtgenoot, Kars vader, drie jaar geleden verdwenen is. Ze maakt zich ongerust over haar enige zoon. Gelukkig is opa er, maar dat is niet genoeg.
Als hij weer eens niet oplet in de klas sluit de juf hem op in een rommelhok. Daar vindt hij een doos met een bal er in. Een hele mooie bal.
Maar ineens kijkt de bal hem aan! Kars schrikt. Wat is dat? Een bal met een oog? De magische bal blijkt een eigen wil te hebben. Hij gaat ongevraagd met de jongen mee naar huis! En er staat Kars nog meer vreemds te wachten. Hij ontdekt een geheim. Iets dat met zijn vader te maken heeft.
Maar de akelige juffrouw Knuppel staat danig in de weg en deinst nergens voor terug! Wat is dat voor een bal? Waar komt hij vandaan? Maar belangrijker: wat wil hij van Kars?
De bal geeft een magisch tintje aan het verhaal, en brengt er ook humor in, maar het is eigenlijk een heel serieus verhaal, over een jongen die niet weet waar zijn vader gebleven is, en moet toezien hoe zijn moeder gebukt gaat onder die onzekerheid en hoe ze de eindjes aan elkaar moet ziet te knopen.
Het verhaal heeft redelijk korte hoofdstukken, en enkele leuke tekeningen fleuren het verhaal op, maar acht jaar lijkt me vrij jong voor een serieus verhaal als dit met enkele toch bijna gruwelijke scenes. Roald Dahls’ Matilda heeft ook akelige scenes, maar die zijn minder realistisch vind ik, en dat boek is voor kinderen vanaf tien jaar. Dat lijkt me voor dit boek ook beter.
ISBN 9789044823929 | Hardcover | 336 pagina's | Uitgeverij Clavis | mei 2015
Illustraties door Helen van Vliet Leeftijd vanaf 8 jaar.
© Marjo, 25 juli 2015
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Maatje en Wei
Margreet Schouwenaar
De moeder van Maatje heeft astma en daarom zijn ze verhuisd van de stad naar een dorpje op het platteland waar de lucht veel schoner en gezonder is. Maatje vindt het vreselijk, ze wilde helemaal niet weg, ze wilde in haar klas blijven bij meester Jan en ze wil kunnen zwaaien naar haar hartsvriendin Tinka die in het huis aan de overkant woonde. Maar het kan echt niet anders hebben papa en mama gezegd. Mama krijgt het veel te benauwd in de stad.
Maatje weet helemaal niet wat ze in dat dorpje moet, er is geen lekkere ijswinkel, geen bakker die heerlijke soepstengels verkoopt en vooral geen Tinka! Er zij alleen maar koeien en tractoren.
Op de dag van de verhuizing moet Maatje 's middags al naar haar nieuwe klas en dat valt zwaar tegen, niemand zegt wat tegen die 'nieuwe'.
Gelukkig leert Maatje Wei kennen bij de appelboom. Wei is een klein mannetje met haar van gras. Hij heeft heel bijzondere uitspraken waar Maatje over na moet denken en hij leert haar van alles over de vogels die boven het weiland vliegen. Maar wat het fijnste voor Maatje is; ze kan bij Wei al haar zorgen en verdriet kwijt. Maatje ziet wel dat het met haar moeder beter gaat maar ze kan maar niet wennen aan haar nieuwe woonplaats. Ze mist iedereen en alles zo. Wei wordt Maatjes steun en toeverlaat en als hij iets stom vindt dan zegt hij dat ook.
Maar als Maatje haar rugzak pakt en teruggaat naar de stad, gaan Wei en zijn vriendje Mei de mier wel met haar mee. De reis naar de stad valt nog niet mee, ze laat Wei haar oude huis zien en de mooie grote eik bij school met het bankje eronder waar zij en Tinka altijd zaten te kletsen.
Maar vindt Maatje in de stad wel wat ze zoekt?
Een mooi verhaal over afscheid nemen van een vertrouwde omgeving en leren accepteren dat sommige dingen nu eenmaal zo moeten omdat het niet anders kan. Dit onderwerp is mooi verwoord en in beeld gebracht. Wei laat Maatje dingen zien zoals ze zijn en wijst op het goede en leuke dat er ook is. Hij laat op ene fijne humoristische manier zien dat aan alles twee kanten zit. Je gaat vanzelf een beetje houden van Wei.
Bij het verhaal staan op bijna elke pagina mooie zachtgekleurde illustraties waarop de speciale band tussen Maatje en de grappige Wei uitstekend is weergegeven.
ISBN 9789044821567 Hardcover 153 pagina's Uitgeverij Clavis augustus 2014
illustraties Helen van Vliet Leeftijd 8+
© Dettie, 16 september 2014
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER