jeugd 6-9 jaar

Nadja Van Sever

https://nadjavansever.be

Zie ook de recensie op Leestafel over het boek Een koekje van eigen deeg (10+)

 

Oorlogshelden
Nadja van Sever


Na een akelige scene in de proloog volgt het verhaal twee kinderen die de oorlogsjaren in Vlaanderen meemaken (in Vlaanderen vierenhalf jaar). Lowie en Colette zijn elf jaar als in mei de Duitsers hun land binnenvallen. In de eerste paniek slaan ze met hun ouders, en broers en zussen op de vlucht. Colette woont dan in Leuven. Het is maar goed dat zij een nieuwe plek vinden om te wonen, want in de loop van de oorlog wordt Leuven flink gebombardeerd. Colette prijst zich ook gelukkig dat zij – tegen de zin van haar ouders – haar hond Zara mee heeft kunnen nemen. Alhoewel: dat deed Zara zelf. Ze rende gewoon achter Colette aan toen die op een kar wegreed. Colette is aanvankelijk nogal boos, ze had in Leuven willen blijven. Maar gaandeweg vindt ze haar draai. Te meer als zij in opdracht van haar moeder naar een boerderij op ongeveer een uur gaans moet om te proberen wat meel te krijgen. Want daar ontmoet zij Lowie, een jongen van haar eigen leeftijd.


Lowie en zijn ouders en broer waren ook gevlucht van de boerderij, maar zij waren teruggekeerd. Vanuit deze plek probeerden zij zoveel mogelijk hongerige mensen te voorzien van eten. Als Colette een van hen is, blijkt er een vonk over te springen tussen de twee kinderen. Maar knecht Victor wil dat ze Colette verbieden om te komen: haar vader is fout! Hij werkt voor de Duitsers.


‘Ik doe gewoon mijn werk’.


De vader van Colette is inderdaad opgeroepen om te werken voor de Duitsers, en vrezend voor de veiligheid van zijn gezin, heeft hij dat alle oorlogsjaren gedaan.
Lowie heeft het moeilijk: is Colette wel te vertrouwen? Zij is immers de dochter van iemand die heult met de vijand. En zij wist van het weeshuis met Joodse kinderen bij hem in de buurt…


Hoe de oorlog een wig drijft tussen twee jongeren die elkaar heel erg graag mogen, dat is een van de thema’s. Ook ontmoet Colette een Duitse soldaat die heel aardig is.
Goede Duitsers en slechte Duitsers. Goede vaderlanders en slechte vaderlanders, een ander thema.
De proloog zuigt je meteen het verhaal in, je wil weten wat er aan de beschreven situatie vooraf is gegaan.
Nadja van Sever heeft zoals altijd humoristische scenes in haar verhaal verwerkt - fijn voor de leesbaarheid! - en geeft ook als het nodig is goede achtergrondinformatie.  Daarnaast is er een romance, en een coming of age verhaal: Lowie en Colette zijn nog maar elf als de oorlog uitbreekt maar onder deze omstandigheden worden zij snel volwassen. Dat wordt mooi verwerkt. Een mooi boek voor de hedendaagse jeugd, om hen te doen beseffen dat vrede niet zo vanzelfsprekend is.
Dit boek is bovendien deels gebaseerd op ware gebeurtenissen, zoals ze achter in het boek uitlegt.


Nadja Van Sever (Tervuren, 1965) is parttime onderwijzeres in de Gemeentelijke Basisschool van Tervuren, zodat ze daarnaast kan werken aan haar jeugdboeken.


ISBN 99789044852103 | Hardcover | 264 pagina's | Uitgeverij Clavis | augustus 2023 Leeftijd vanaf 9 jaar

© Marjo, 23 oktober 2023

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

De rode ballon
Nadja van Sever

De achtjarige Sem krijgt een broertje. Of een zusje, waarschuwen zijn ouders hem, maar nee:


‘Je moet niet zo hard roepen,’ moppert mama. ‘De baby houdt niet van lawaai.’
Sem rolt met zijn ogen. Hij riep toch niet te luid. En die baby moet tegen een stootje kunnen. Hij hoopt zo dat de baby een broertje is. Daar kan hij een balletje mee trappen of lekker mee worstelen in de tuin.’


Nee, ‘een sullig meisje met een roze jurkje aan’, dat wil hij niet. Gelukkig grijpt mama meteen de gelegenheid aan om duidelijk te maken dat een jongen niet automatisch wil voetballen en een meisje, zelfs al houdt ze van roze, ook niet altijd alleen maar met poppen speelt.
Terwijl de zwangerschap duurt, is Sem toch alleen maar bezig met een broertje; op school schept hij er over op.
Maar dan komt er slecht nieuws; het kindje groeit niet genoeg. Mama moet naar een specialist, die helaas het oordeel bevestigt. Er is weinig hoop, de zwangerschap wordt beëindigd.


Terwijl we Sem volgden in het acceptatieproces van niet meer alleen zijn, geen broertje krijgen maar een zusje, en nu ook geen zusje, lezen we tussendoor hoofdstukken met een cursieve tekst, waarin het meisje, zijnde de baby aan het woord is. Vanuit de baarmoeder wil ze haar broertje en haar ouders helpen.
Kato, zo wil Sem dat zijn zusje zal heten, sterft. Je zou verwachten dat ze nu geen stem meer heeft, maar die heeft ze wèl!
En door haar te blijven opvoeren is het verhaal nog indringender. Natuurlijk vindt zij het ook niet leuk dat ze nooit met Sem kan spelen, maar, zegt ze, ik zal er altijd voor je zijn!


‘ik blijf wel in je buurt,’ fluister ik zacht. Ik blijf je coole zus. Ik zal er zijn als je me nodig hebt. Ik word wie of wat je wil: een ster aan de hemel, de ruisende wind, een vlinder, een kabouter in een paddenstoel, een vogel bij het raam of een mooie regenboog. Ik zal boven de wolken vliegen, maar ik kom altijd naar je toe als je me nodig hebt.
Al kunnen we nooit samen voetballen, ik zal zorgen dat jij een kei van een voetballer wordt. Dat beloof ik je lieve broer.’
Sem knikt nogmaals. Ik weet niet of hij me gehoord heeft, maar hij glimlacht weer, alsof hij alles wat ik zeg, diep binnenin wel weet.’


Heftig, dit thema over sterrenkinderen, kinderen die in de baarmoeder of net na de geboorte overlijden. Vragen worden beantwoord: wat gebeurt er precies als een baby al in de baarmoeder sterft? En wat doe je daarna?
Vanaf het slechte bericht al vrij voor in het boek gaat het over rouwverwerking. Hoe ga je als ouders, maar ook als toekomstige broer/zus om met een verdriet als dit? Er zijn schuldgevoelens – Sem bijvoorbeeld denkt dat Kato stierf omdat hij zo graag een broer wilde. Er is boosheid, en heel veel verdriet.
Het is heel begrijpelijk dat mama even geen oog meer heeft voor haar zoon. Hoe doorbreek je dat?


Welke mogelijkheden biedt de buitenwereld, als het thuis even niet lukt? Daarom staan achterin ook adressen. In dit geval van Vlaamse organisaties, maar in Nederland zijn er ook die hulp bieden. Er is de kindertelefoon, er zijn boeken over rouw en lotgenootgroepen.


Een belangrijk onderwerp, maar behoorlijk zwaar. Een jong kind zou dit beter niet in zijn eentje lezen, al is het wel vooral gericht op kinderen die iets dergelijks meemaken. Nadja van Sever beschrijft het op integere wijze, ze zet het niet aan, het verhaal op zich is al erg genoeg. En er is ook ruimte voor wat humor.
Een zwaar thema ‘op zijn Severs’ behandeld.

Nadja Van Sever (1965, Tervuren) is leerkracht in een basisschool. Zij schrijft boeken over moeilijke onderwerpen, zoals minderjarige vluchtelingen uit Afghanistan. En over ADHD, of over een meisje met een autismespectrumstoornis en een jongen met dyslexie.


ISBN 9789044839760  | hardcover |161 pagina's | Uitgeverij Clavis| januari 2021
Met zwart-wittekeningen van Frederique Culot | Leeftijd vanaf 8 jaar

© Marjo, 18 februari 2021

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Het geheim van meester Daan
illustraties: Renske de Kinkelder
Nadja Van Sever


Samen met de kinderen uit de klas kijkt meester Daan de film De kleine Zeemeermin. Maar wat de kinderen niet weten is dat meester Daan graag zelf een zeemeermin zou willen zijn, met net zo'n geweldige staart en net zulke mooie lange haren als Arïel ... De gevoelige Liv is de enige die ziet dat de meester het moeilijk heeft. Maar haar klasgenoot Noah denkt dat meester gewoon verliefd is op Ariël Meester Daan beaamt het maar en lacht de opmerking verder weg. Liv ziet echter dat meer aan de hand is met de meester, maar wat?  Ze wil de meester helpen, dat staat vast! Dus zal en moet achter zijn geheim komen.
De meester is ondertussen blij dat ze weer verder gaan met de film.


"De leerlingen zouden eens moeten weten hoe hij zich voelt. Ze zouden nogal opkijken. Hij moet ervoor zorgen dat ze het nooit ontdekken! Niemand mag zijn geheim kennen. Hij staart voor zich uit. Hoe kan hij die onrust in zijn hoofd doen verdwijnen. Hij had die film beter niet gekozen. Het maakt hem alleen maar ongelukkig. Waarom kan hij niet normaal zijn zoals iedereen? Waarom is hij zo anders?"


Ondertussen onderneemt Liv stappen om achter het geheim van de meester te komen. Ze verzint samen met haar vrienden het ene na het andere plan. Helaas levert dat niets op en de kinderen weten eigenlijk nog steeds niet wat de meester dwars zit. En dan vragen ze het hem zelf maar...
Meester Daan zal het nu wel moeten zeggen want dat is wat hij in de klas ook altijd de kinderen voorhoudt, eerlijk zijn en doen wat goed voor je is. Tot zijn verbazing zijn de kinderen niet geschokt en willen hem alleen maar helpen en dat doen ze, en hoe! Maar hoe kun je een man veranderen in een zeemeermin?


De plannen die ze maken mèt (of zonder) de meester zijn soms hilarisch, soms ontroerend maar altijd positief! De gevoelens en emoties van de meester zwalken daardoor van hoogte naar dieptepunt en weer terug. Uiteindelijk zorgen de kinderen ervoor dat de meester eindelijk helemaal zichzelf kan zijn.
'Een vlot en vrolijk boek, dat op luchtige toon het thema gender bespreekbaar maakt.' staat op de achterkant van het boek te lezen en daarmee is precies de kern van het verhaal gemeld.  Erg prettig en bijzonder verhaal!


ISBN 9789044838398 | Hardcover | 148 pagina's | Uitgeverij Clavis | april 2020
Met leuke zwart-wit tekeningen van Renske de Kinkelder | Leeftijd 9+

© Dettie, 12 juli 2020

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

altWeg met de juf
Nadja van Sever


Rare titel hoor. Juf Emma is juist zo lief voor de kinderen. Ze is net nieuw, en doet ontzettend haar best. Ze heeft alleen moeite met Kobe, een druk baasje dat niet stil kan zitten, die erg impulsief is en een erg kort lontje heeft. En zijn invoelingsvermogen is niet zo groot, want hij ziet helemaal niet in dat de grapjes die hij uithaalt met de juf helemaal niet leuk zijn.
De namen verwisselen - want de juf kent hen immers niet – dat kan nog, maar verse mosselen een weekend lang in haar laatje laten zitten en koffie over haar spullen? Dat is echt niet leuk meer. Dat vindt juf Emma ook: ze vertrekt.


Maar dan komt de directeur met juf Bep aanzetten. Waar haalt hij dat mens vandaan? De naam zegt het al: een oudere mevrouw, met een erg orthodoxe manier van lesgeven. Ze zet kinderen urenlang in de hoek en slaat ze zelfs. Kobe moet ze helemaal niet, die moet maar naar een andere school zegt ze.


‘Hard werken geeft mooie resultaten, dat wordt haar slogan. Kinderen die falen moeten eruit. [...] Als ze binnenkort een vaste baan heeft, zal ze eindelijk de waardering krijgen die ze verdient. Ze heeft lang genoeg gewacht. Al die moderne ideeën! Belonen en niet straffen? Wat een larie! Daar doet zij niet aan mee. Het maakt kinderen zwak. Misschien kan ze er een boek over schrijven. Degelijk onderwijs door Bep Vandersteen. Ouders zullen inzien dat kinderen beter presteren als ze met een harde hand worden opgevoed.’

De kinderen weten absoluut niet wat hen overkomt, maar dit weten ze wel zeker: dèze juf moet weg! Ze willen juf Emma terug. Maar waar is juf Emma? Niemand kan haar vinden!


Nu is Kobe behalve een druktemaker ook een slimme jongen en hij verzint en manier om achter het adres van de juf te komen. Er is niemand en het huis ziet er erg verlaten uit. Stapels post op de deurmat. Samen met vriendinnetje Sien breekt hij in. Maar ze vinden geen aanwijzingen. Of toch?
Tenslotte ontdekken de twee kinderen iets vreselijks, waarbij ze zelf in groot gevaar komen te verkeren. Als dat maar goed afloopt!


Nadja van Sever (1965, Tervuren) geeft in dit boek een goed beeld van de problemen waar een kind als Kobe mee te maken krijgt. Niet alleen op school, maar ook thuis. 


Nadja Van Sever is leerkracht op een basisschool. Met de hele school zet zij lees- en schrijfbevorderingsprojecten op, waar alle leerlingen bij betrokken worden. Het is duidelijk waar zij het onderwerp voor dit boek vandaan haalt. Maar het verhaal zal bij Nederlandse lezers vraagtekens oproepen. Van Sever heeft het over de vijfdejaars, over de vakken taal, rekenen en wetenschappen. Zinsleer of werken in een bundel?
Uitdrukkingen als Alles is naar de vaantjes of ik zit er mee verveeld worden niet gebruikt door Nederlandse kinderen. Maar als kinderen daar over heen kunnen lezen, dan blijft er een boeiend en leerzaam verhaal over over een rusteloos en driftig kereltje met een hart van goud.


ISBN 9789044832051 | Hardcover |164 pagina's | Clavis | maart 2018
Geïllustreerd door Madelon Koelinga | Leeftijd vanaf 9 jaar

© Marjo, 14 mei 2018

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Fien is een vijfhoekje
illustraties Wilma van den Bosch en Fran Scheers
tekst: Nadja Van Sever


In dit boek lezen we het verhaal over Fien die haar draai maar niet kan vinden. Het begint al op de eerste schooldag. Ze móet van zichzelf namelijk op haar eerste dag in het eerste jaar van de lagere school daar als eerste zijn. Dat is belangrijk voor Fien. Maar natuurlijk is ze niet de eerste en daar wordt ze zo boos om dat ze keihard tegen haar schooltas schopt. Gelukkig vangt de nieuwe juf haar goed op. "Fien mag vooraan in de rij staan, dan is ze alsnog de eerste!" zegt juf. Probleem opgelost.

Maar elke keer gebeuren er andere dingen op school die Fien moeilijk vindt en als ze thuiskomt dan wil ze even helemaal niets, zelfs mama moet dan haar mond houden en doet ze dat niet dan ontploft Fien bijna van boosheid. Dat mama dat nou niet snapt! Op haar kamer wordt ze meestal wel weer rustig. Ze zet dan al haar knuffels op een rij, van groot naar klein, en langzamerhand gaan die boze bubbels en dat geborrel in haar buik dan weer weg.

Fien is gek op de kleur rood en haar eten moet op een wit bord. Ze is ook gek op gaten zoals de gaten in de kaas, gaten in de macaronibuisjes, gaten in haar broek... maar mama snapt dat niet altijd. Maar mama snapt wel dat ze voor het slapengaan steeds hetzelfde zinnetje moet zeggen anders kan Fien niet slapen, en dat weet papa dan weer niet. Wat papa en mama samen niet weten is dat Fien alles heel letterlijk neemt en dat zorgt vaak voor enorme problemen voor Fien. Zinnen als 'straks wordt je blauw van de kou' en - in de schoenwinkel -  'dat zijn schoenen waar je een tijdje mee kunt rondlopen', maken haar heel onrustig en ze wordt heel boos als mama dan bijvoorbeeld zegt dat ze moet stoppen met rondjes lopen! Dat moest ze toch! Ook als Fien veel lawaai hoort, raakt ze helemaal van slag.

Het wordt allemaal steeds erger en als Fien bijna aangereden wordt omdat ze midden op de weg stilstaat met haar handen voor haar oren en heel hard gilt, begrijpt iedereen dat er meer aan de hand moet zijn en zelfs de laconieke papa snapt dat er iets niet goed zit.  Ze gaan naar een praatdokter en uiteindelijk komen ze er achter dat Fien een vijfhoekje is! Ze heeft een autismespectrumstoornis en nu ze dat weten kunnen ze daar rekening mee houden. Vanaf die tijd is het leven voor Fien en de mensen om haar heen een stuk makkelijker geworden.

Het verhaal is gebaseerd op de ervaring van de schrijfster zelf: "Het boek Fien is een vijfhoekje is gebaseerd op een aantal anekdotes die ik met mijn dochter heb beleefd." vertelt ze ons achterin het boekje.

Verder staat in het nawoord van Bieke Lambrechts - medewerker Autisme Centraal -  o.a. te lezen: Wat je hier las, is een verhaal over een mama en een papa met een dochter die zich anders gedraagt en anders reageert dan andere kinderen omdat ze de dingen anders beleeft en anders denkt." [...]
Om onze blik op kinderen als Fien te verruimen laat de auteur ons binnenkijken in de gedachten en beleving van Fien en haar ouders. [...] Indirect komen we zo van alles te weten over autisme. [...]"
En als laatste schrijft Bieke Lambrechts: "Dit boek vormt een mooie, vlot lezende inleiding om over autisme een gesprek aan te gaan met ouders, klasgenoten, juffen en meesters... of met Fientjes en Fritsjes die ervaringen willen delen." En daar ben ik het helemaal mee eens.


ISBN 9789044829792 | Hardcover | 126 pagina's | Uitgeverij Clavis | februari 2017
Leeftijd 7+

© Dettie, 14 april 2017

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Het gelaarsde varkentje
en andere dierenverhalen
illustraties: Bart Lefebure
tekst: Nadja Van Sever


In dit boek met zeven dierenverhalen kunnen we onder andere het grappige verhaal over het gelaarsde varkentje lezen. Niemand begreep waarom het varkentje niet buiten wilde spelen.  Zijn broertjes en zusjes rolden lekker door de modder maar het varkentje zat in een hoekje in de stal, zo gauw hij naar buiten moest trilde hij van angst. Hij werd er bleek en mager van, de krul was helemaal uit zijn staart.
Gelukkig was de boerin een wijze vrouw, ze had door wat er aan de hand was, het varkentje had een enorme hekel aan... vieze pootjes! De boerin kocht een stel mooie laarsjes voor hem en vanaf die tijd loop het varkentje helemaal gelukkig in het rond.


En zo staan er allemaal verhalen vol dierenavonturen in het boek. Zoals het verhaal van Pelle de kikker die in de pubertijd zit. Hij moppert op alles en iedereen en voelt iets kriebelen in zijn buik. Hem wordt verteld dat iedere kikker die kriebel krijgt, dan moeten ze terug naar de plek van hun geboorte. Maar de plek waar Pelle is geboren is ver weg. In de grote stad, veel te gevaarlijk om daarheen te gaan, dat haalt hij nooit. Maar Pelle kan geen weerstand bieden aan de kriebel, zijn moeder weet er alles van en laat hem gaan. En dan begint het spannende avontuur... Zal Pelle zijn geboorteplek terugvinden?


Het verhaal van Kobe het schaap dat zich niet wilde laten scheren is ook bijzonder. Niemand begrijpt waarom, het is toch veel lekkerder zonder die warme dikke vacht? Maar Kobe weigert en blijft weigeren, hij heeft zo zijn eigen redenen. Elk jaar opnieuw weet hij uit de handen van Koen, de schapenscheerder te blijven. De verwende vrouw van Koen kan het niet uitstaan, ze wil dat Koen geld verdient en niet steeds achter zo'n stom schaap aan moet hollen. En nu is het weer zover... de schapenscheerder staat klaar, na zes jaar heeft Kobe een enorm dikke, loodzware vacht, zal hij Koen nog steeds te snel af zijn?


De verhalen zijn duidelijk geschreven door een Vlaamse schrijfster gezien de uitdrukkingen die ze gebruikt. Ook wordt vaak gezegd 'moest hij' in plaats van 'mocht hij'. Zelf vind ik dat wel leuk, het geeft het boek voor mij wel iets extra's maar voor Nederlandse kinderen kan het verwarrend zijn.
Verder zijn de verhalen leuk maar toch duurde het heel lang voordat ik ze allemaal gelezen had. Mijn aandacht dwaalde steeds af, ik bleef niet geboeid. Waar dat aan ligt, kan ik niet precies zeggen. Mogelijk hadden de verhalen iets korter gekund zodat ze wat krachtiger waren, er zit niet zoveel vaart in. Hoewel de inhoud op zich wel origineel en leuk is. De verhalen zijn volgens de covertekst zelfs gebaseerd op waar gebeurde feiten!


De tekst is in een middelgrote letter afgedrukt op lichtbeige papier, wat het een beetje vergeeld aanzien geeft.
Bij de verhalen staan zwart-wit tekeningen die per verhaal nogal verschillen. Echt sprankelend zijn ze niet behalve de tekeningen rond het kikkerverhaal. Die zijn scherp en dynamisch.

Kortom, razend enthousiast ben ik niet over dit boek, maar ik ben de doelgroep niet, wie weet vinden kinderen het geweldig.

ISBN 9789044821581 Hardcover 164 pagina's Uitgeverij Clavis januari 2014
Zelf te lezen vanaf ca. 8 jaar.

© Dettie, 24 februari 2015

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

altDe magische pen
illustraties: Lucie Georger
tekst: Nadja Van Sever


Nadja Van Sever heeft een alledaagse klas voor ogen als ze dit boek schrijft. Niet zo vreemd, want ze is zelf juf, en ze betrok de kinderen van haar school in Tervuren, België, erbij.
Zij bepaalde het onderwerp: een jongen met dyslexie, die gepest wordt; de kinderen kwamen vervolgens met ideeën die zij verwerkte in het verhaal. Dan kan het alleen nog verpest worden doordat het niet goed geschreven is:  daar mankeert niets aan. Dus het resultaat is een leuk verhaal voor kinderen die kunnen lezen, met alledaagse situaties en net even dat dromerige, magische  tintje er aan. Want als er niets ‘anders-dan-anders’ gebeurt in een boek, is het niet zo leuk om te lezen. Het gewone leven ken je immers al wel!


De hoofdfiguur is Mats, die zijn naam schrijft als ‘Stam’. Hij is zwaar dyslectisch en maakt daardoor veel taalfouten. Andreas en Daan zijn de ergste pesters, maar eigenlijk heeft Mats maar een medestander in de klas en dat is Lizzy. Hij is een beetje op haar, maar durft dat niet te zeggen.
Mats heeft nog meer pech: zijn juf is een vreselijk mens. Zij vindt kinderen die fouten maken dom, en zegt dat ook gewoon in de klas 'jouw teksten breken mijn nagels’. Dan moet hij het tien keer overschrijven. Alsof dat helpt! Gelukkig is de juf er maar de halve week. De andere dagen staat meneer Simon voor de klas. Niet dat Mats er veel aan heeft, hulp krijgt hij ook dan niet want meneer Simon valt op juf Flamboria, en durft niet tegen haar in te gaan. Maar hij is wel vriendelijker.

Dit is de situatie, nu mogen de kinderen verzinnen.

En dan komen de kinderen uit Tervure met een magische pen. Ze maken er een mooi sprookje van: als Mats met zijn magische pen schrijft, staan er geen fouten. En nog een extraatje: als hij wensen opschrijft als ‘mogen we allemaal naar buiten, alleen Andreas niet’, dan komt ineens de directeur van de school de klas in en stuurt de kinderen naar buiten ’want het is zo mooi weer’, alleen voor Andreas heeft hij nog een karweitje...
De afloop van het verhaal is ook als een modern sprookje, alles  gaat goed. Zelfs voor juf Flamboria.


Het resultaat van de samenwerking tussen juf Nadja en haar kinderen heeft een mooi boek opgeleverd. Ik kan me zo voorstellen dat kinderen hier geen verdere vragen over hebben omdat ze iets niet begrijpen, zoals je bij andere verhalen voor de jeugd wel eens hebt. De dingen zijn hier duidelijk uitgelegd als dat nodig is, en de magie klopt.
Het is een verhaal zoals kinderen graag lezen: er is een probleem, maar dat wordt opgelost. Er gebeuren vervelende dingen, maar ook grappige voorvallen. Deze kinderen gaan uit van de goedheid in de mens. Prima..  
O ja, de kinderen hebben ook zelf tekeningen gemaakt bij het verhaal!


ISBN 9789044818604| Hardcover |97 pagina's |Uitgeverij Clavis |december 2012
Tekeningen van Lucie Georger en de kinderen uit Tervure Leeftijd vanaf ca. 8 jaar

© Marjo, 1 december  2013

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

De magische pen
illustraties: Lucie Georger
tekst: Nadja Van Sever


Mats heeft dyslexie en maakt daardoor veel taalfouten. Twee klasgenootjes van hem, Adreas en Daan pesten hem hier erg mee. Ze wachten hem soms ook buiten op en dan blijft het niet alleen bij pesten maar proberen ze Mats ook pijn te doen.
Juf Flamboria doet niets aan de problemen die Mats ondervindt door de dylexie, erger nog ze pest Mats ook en maakt altijd heel nare opmerkingen over zijn schrijfwerk. Ze is sowieso geen leuke juf, ze vindt haar gelakte nagels en make-up en sms-jes veel belangrijker dan haar leerlingen. Gelukkig geeft zij alleen het begin van de week les. De rest van de tijd staat meester Simon voor de klas en hij is veel aardiger en probeert Mats te helpen. Maar zo gauw hij juffrouw Flamboria ziet, geeft hij haar in alles gelijk.


Mats is dan ook heel blij dat Lizzy zijn vriendin is, ze helpt hem altijd als Andreas en Daan weer vervelend doen. Zij is niet bang voor die twee, Mats wel. Maar op een dag veranderd alles. Mats krijgt een pen met magische krachten. Als hij daarmee schrijft, maakt hij geen fouten!
Ook niet onbelangrijk is dat sommige wensen die hij opschrijft met die pen ook écht gebeuren. Zo komt het dat alle meisjes in de klas ineens heel verliefd doen tegen Mats en zelfs juf Flamboria is een dag heel erg aardig!
Natuurlijk willen die akelige Daan en Andreas weten hoe dat allemaal ineens kan en ze zeuren en treiteren net zo lang tot ze het weten. Maar dan gebeurt er iets wat bijna helemaal verkeerd afloopt en wordt alles anders.


Een grappig, fantasievol verhaal. Het probleem dyslexie speelt wel de hoofdrol maar toch komt niet echt goed naar voren wat dyslexie precies is. Je leest dat Mats veel taalfouten maakt en dat hij naar een logopediste gaat maar dat is ook alles. Wél komt goed naar voren hoe akelig mensen op dyslexie kunnen reageren. Gelukkig wordt ook duidelijk gemaakt dat niet iedereen zo vervelend is. Lizzy is zelfs heel lief voor Mats. We zouden allemaal wel zo'n vriendin willen! Gelukkig blijkt Mats ook niet het bange jongetje dat hij aanvankelijk wel lijkt. Anders zou je nog kunnen gaan denken dat alle kinderen met dyslexie ook bange kinderen zijn. Wat natuurlijk helemaal niet waar is!


Nadja Van Sever is zelf juf en heeft samen met de kinderen van haar school dit boek gemaakt. 'Ik wilde alle kinderen van onze school bij het project betrekken en ben daarom met alle leerlingen gaan praten en heb hen gevraagd hun ideeën op papier te zetten. Een meisje van het vijfde jaar kwam met het idee om een boek te schrijven over een magische pen die een jongen met dyslexie hielp om foutloos te schrijven, zodat hij niet meer gepest werd. Maar gaandeweg blijkt de pen nog veel andere krachten te hebben. Na ieder hoofdstuk ging ik voorlezen in de klas en liet ik de leerlingen hun ideeën voor een vervolg op papier zetten. Daaruit koos ik dan weer een passend vervolg.'  Het avontuurlijke en grappige boek kreeg de naam ‘De Magische Pen'.
Doorheen het boek staan afbeeldingen van Lucie Georger én tekeningen van de kinderen zelf. Ze passen heel goed bij het verhaal.


Soms is het wel even wennen aan de typisch Vlaamse uitdrukkingen in het boek, zoals 'hij mag zich niet laten doen'. Die uitdrukking is niet bekend in Nederland. Dat is wel beetje slordig voor een boek dat ook door Nederlandse kinderen wordt gelezen.
Maar voor de rest is het een vlot verhaal dat lekker wegleest.


ISBN 9789044818604 Hardcover 97 pagina's Uitgeverij Clavis december 2012
Leeftijd vanaf ca. 8 jaar

© Dettie, 7 juli 2013

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER