jeugd 6-9 jaar

Andy Stanton

http://www.mrgum.co.uk

 

De verschrikkelijke Meneer Gom en de peperkoekmiljonair
illustraties: Mattias De Leeuw
tekst: Andy Stanton


Het begon allemaal op een late namiddag in het vredige stadje Lamme Griemel. Daar zat op de Blufheuvel een klein meisje. Haar naam was Polly.
Polly verveelde zich een slag in de rondte. Ze miste de de enorme hond John. John liet zich echter al tijden niet meer zien.
Maar die dag gebeurde er iets vreemds...


"Boven op de Blufheuvel verscheen een figuurtje. Het was het vreemdste mannetje dat Polly ooit had gezien.
Ten eerste: hij was maar 15,24 centimeter hoog. En hij was van peperkoek gemaakt, zijn ogen waren rozijntjes. Hij had elektrische spieren zodat hij net als jij en ik gewoon kon rondlopen.[...] Bovendien had hij een enorme koektrommel bij zich, die boordevol geld zat. [...]
'Hallo, zei het kleine kwibusje. [...]  Ik ben Alex Tolman.


Alex Tolman is zo rijk dat hij denkt dat hij vriendschap kan kopen. Maar daar doet Polly niet aan. Je bent vrienden of je bent het niet. Daar kan al het geld van de wereld niets aan veranderen. Alex vindt dat maar vreemd en gelooft Polly helemaal niet. Iedereen wil geld. Het is net als het liedje geschreven door Henny Vrienten (van Doe Maar). Als je wint heb je vrienden, rijen dik, echte vrienden... Maar Polly is anders, altijd al geweest.


Maar waar blijft blijft die verschrikkelijke meneer Gom van de titel? Nou... meneer Gom had het nog even druk met verschrikkelijk zijn. En hij had die dag echt zin in gemeneder te zijn dan gewoonlijk. En toen hij klaar was met zichzelf allerengst te maken sprong hij op zijn gestolen skateboard naar zijn enige vriend, Willem Wilhelmus, die de goorste slagerij van Lamme Griemel runt. Meneer Gom is een van zijn weinige klanten. - Samen hebben de twee heren een hoog snot- en glibbergehalte in zowel hun doen en laten als in hun spraakgebruik.
'Morrege Ouwe Kofferbak', zei de slager toen meneer Gom binnenstapte. Hij zag gelijk dat meneer Gom zijn allergemeenste bui had en ze gingen samen lekker gemeneder plannen bedenken. Maar toen kwam per ongeluk de kleine Alex Tolman binnen, mét zijn koektrommel vol geld, en hij nodigde de twee griezels uit voor het feest dat hij in zijn nieuwe huis zou geven... Wist hij veel dat ze niet te vertrouwen waren, hij woonde immers nog maar net in Lamme Griemel.


Natuurlijk zagen de twee valseriken het geld en dat wilden ze hebben, én houden. Ze smeden een plan en het lukt ze! Maar Polly is er ook nog! En die laat het er niet bij zitten. Zij zal er persoonlijk voor zorgen dat de kleine Alex Tolman zijn geld terug zal krijgen (maar hoe?)
En hiermee begint het meest doldwaze avontuur dat Polly ooit heeft meegemaakt en dat wil wat zeggen! Maar uiteindelijk weet Alex Tolman wél wat echte vrienden zijn!


Zoals gezegd, het is een knotsgek verhaal. Polly praat in krom Nederlands (vermoedelijk heeft ze een Lamme Griemels accent want ook meneer Gom en de slager praten zo.) Polly zegt bijvoorbeeld als ze héél boos is: "Ik hep eigelek heul veul zin om naar het pallement te schrijven en aan de minister-precedent zelf te vertelle wat er hier gebeurt!" Ook meneer Vrijdag heeft zijn eigen unieke -wel wat deftiger - taal. Hij roept te pas en te onpas "De waarheid is een citroengebakje," maar hij is verder wel heel lief. De vieze slager is écht heel goor en meneer Gom, is verschrikkelijker dan verschrikkelijk.  - De vergelijking met de grote grappentaalmeester Roald Dahl zoals op de cover vermeld staat, haalt het boek net niet, Roal Dahl heeft verfijndere en spitsvondiger humor, maar het komt wel een eind in de richting. -


Bij het verhaal staan ook nog komische zwart-wit afbeeldingen en zelfs de tekst is in allerlei verschillende lettertypes afgedrukt zodat iedereen bijvoorbeeld goed weet hoe lief of hoe gruwelijk vies iemand is. Achterin het boek staan nog een aantal Lamme Griemel lijstjes en daarin kunnen we o.a. lezen waar meneer Vrijdag stiekem bang voor is of 10 woorden die de slager Willem Wilhelmus grappig uitspreekt. Bijv. Engerland in plaats van Engeland of Sjiekenhuis in plaats van ziekenhuis.


Kortom, je verveelt je geen moment met dit boek, je racet net als alle personages, door het verhaal heen en rolt van de ene grappige, gekke situatie in de andere.
Het boek is bovendien op een erg knappe manier vertaald door Edward van de Vendel. Dus...lezen maar!


ISBN 978940149250 | Hardcover | 187 pagina's | Uitgeverij Lannoo | juni 2018
Vertaald door Edward van de Vendel | Leeftijd ca. 8+

© Dettie, 12 juli 2018

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER