Super Jan
Harmen van Straaten

Het boek begint met een proloog – maar dat heet niet zo, dit is een kinderboek -, waarin onze hoofdpersoon te vondeling gelegd wordt bij zijn vader en moeder. Zij wilden altijd al graag een kind, maar dat lukte maar niet. De vondeling mocht dus blijven en ze noemden hem Jan. Kort, en simpel. Maar Jan ontdekt als hij acht jaar wordt, dat hij niet zo simpel is. Daar is hij reuze blij mee, want zijn leven buitenshuis en op school is niet zoals hij het graag zou willen.
Maar als hij op zijn verhaardag de sterrenregen in de hemel ziet, doet hij, net als zijn moeder dat acht jaar eerder deed, een wens. En die komt uit: Hij wordt SuperJan!
Dat is het verhaal in het kort.
Willy Wezel, Ruben Haas en Bange Lotte zijn Jans vrienden. Aan de namen lees je al af dat zij net zulke bangeriken zijn als Jan. En de pesters worden dan ook niet voor niets Brute Bartolomeus, Gluiperige Gerrit en Lelijke Lucie genoemd. Gelukkig zijn de bijnamen op het eind van het verhaal verdwenen. Jan heeft even een wondertje nodig, een magisch wondertje dat hem sterker maakt en meer zelfvertrouwen geeft.

Dit verhaal draait rond het thema pesten. Harmen  van Straaten vertelt kinderen dat ze sterker zijn dan ze denken. Dat je nooit alleen staat, en niet bang moet zijn voor de wereld.
De volwassenen in het boek veranderen ook: de heer en mevrouw Stromboli doen zich anders voor dan ze zijn, en hebben dromen die zoals ze later inzien beter dromen kunnen blijven. Verslaggevers zijn bepaald geen intelligente wezens, en ook de boeven komen er in hun rol niet zo goed vanaf.
Een boek zoals kinderen dat graag lezen: volwassenen zijn een beetje infantiel, en de kinderen helden. Er is een pratende kat om het helmaal af te maken.
Een leuk humoristisch verhaal, met vooral ook heel leuke tekeningen van himself.

ISBN  9789049923501 | Hardcover | 128 pagina's | Pimento | 2009
Leeftijd Vanaf 7 jaar

© Marjo 2 oktober 2011

 Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER