Boekenarchief R-S

Natsume Sõseki

Natsume Sõseki


Natsume Sõseki (1867-1916) is een Japanse romanschrijver en essayist. Zijn meest bekende werk is onder andere Kokoro. Ook Botchan is een van de meest gelezen romans in Japan. Diverse boeken van Sõseki onderzoeken de problemen rond de modernisering in zijn land. Samen met Ogai Mori wordt Sõseki beschouwd als de vader van het modernisme in de Japanse literatuur. Zijn portret stond op een 1000 yen biljet van 1984 tot 2004.


Natsume Sõseki werd geboren als Natsume Kinosuke in Edo (het huidige Tokio) in een samurai familie van lage rang. Hij was de laatste van zes kinderen, zijn vader was al drieënvijftig en zijn moeder veertig. Sõseki’s vader was een welgesteld man.
Sõseki’s ouders wilden geen ongewenst kind grootbrengen en op tweejarige leeftijd werd Sõseki bij een kinderloos echtpaar geplaatst. Zeven jaar later keerde Sõseki terug bij zijn ouders. ‘Zij haalden mij niet aan zoals ouders doen met hun jonge kinderen. Ik herinner me vooral  dat mijn vader mij behoorlijk wreed behandelde’  Zijn moeder overleed toen hij veertien was.  Later verwerkte Sõseki in zijn boeken vaak de relatie tussen ouders en kind.

Sõseki groeide op in een tijd waarin grote culturele en sociale veranderingen plaatsvonden. De komst van Matthew Perry in Edo Bay in 1854 markeerde de openstelling van Japan voor het westen. Sõseki’s familie verloor hun voormalige positie dankzij de Meiji restauratie wat tot doel had om een meer gecentraliseerde en Westers georiënteerde staat te creëren. De verminderde interesse in de traditionele cultuur werd gecompenseerd door de stijgende belangstelling voor de Japanse taal.Sõseki ging naar school in Tokio. Hij had een ambivalente houding naar de Engelse taal. ‘Toen ik op high school zat was lanterfanteren mijn specialiteit, ik deed heel weinig.’ schreef hij eens.


Toen hij negentien was ontmoette hij de schrijver Masaoka Shiki (1867-1902) die hem aanmoedigde om te gaan schrijven. Hij nam toen ook zijn pseudoniem Sõseki aan, die zijn voornaam Kinosuke verving. Toen Masaoka herstellende was van tuberculose verbleef hij in 1895 in Natsume Sõseki’s huisje in Matsuyama, dat dichtbij een geliefd kuuroord met hete bronnen lag. Sõseki was daar leraar Engels voor een jaar.


Sõseki studeerde Engels aan de Keizerlijke Universiteit van Tokio. Als student was hij zeer nauwgezet en plichtsgetrouw. In deze periode kreeg hij zijn eerste zenuwinzinking. In 1892 werd hij medewerker van Tetsugaku Zasshi  (filosofie sociëteit) Na zijn afstuderen in 1893 werkte hij als leraar bij het Tokyo Normal College (1894-1895) en op een middelbare school in Matsuyama. In 1896 trouwde hij met Kyoko Naka, de dochter van een hoge ambtenaar, en ging in Kumamoto wonen.

Zijn zwangere vrouw en dochter Hudeko achterlatend, vertrok Sõseki in 1900 naar Engeland dankzij een door de regering verstrekte studiebeurs. Hij voelde zich erg ongelukkig en eenzaam in Londen en woonde in armoedige pensions. Ondanks dat besteedde hij zijn tijd wel nuttig. Hij schreef en las veel en ontwikkelde een literaire theorie waarin hij Japanse tradities probeerde te combineren met een westerse psychologische benadering.
Sõseki’s bespiegelingen over zijn verblijf in Engeland werden gepubliceerd in 1909 de Asahi (Japanse krant)










 

altDe poort
Natsume Sõseki 

Sõsuke en zijn vrouw Oyone wonen in een eenvoudig huisje aan de voet van een enorme rots. Als het hard regent dan lekt het dak en de winterse kou kan slechts door de lente verdreven worden. Omdat Sõsuke zijn opleiding aan de universiteit niet heeft afgemaakt, heeft hij een eenvoudige en weinig uitdagende baan. Sõsuke en Oyone moeten elke cent weloverwogen uitgeven, soms loopt Sõsuke maandenlang op kapotte schoenen. Toch is het echtpaar tevreden met hun leven. Ze hebben elkaar en dat is genoeg.

“Voor de buitenwereld waren ze nog steeds twee personen. Voor henzelf waren ze een onscheidbare eenheid geworden, met hart en ziel in elkaar vergroeid. Ze leken op twee druppels olie die op water terecht gekomen waren in een grote kom. Die werden niet samen een, maar afgestoten door het water lagen ze zo hecht tegen elkaar aangedrukt dat ze niet meer uit elkaar gehaald konden worden.”

Het leven van Sõsuke en Oyone bevat geen uitdagingen of emotionele uitspattingen. Ze houden niet van onregelmatigheden en dat er nauwelijks visite komt vinden ze allesbehalve vervelend. Eens waren alle ogen op hen gericht en dat pakte niet goed uit. Problemen gaan ze tegenwoordig zorgvuldig uit de weg of ze wachten geduldig tot het probleem vanzelf verdwijnt.

“Wel speelde bij hen vaag het idee dat hun leven weinig opwindends had. En toch deden ze elke dag hetzelfde en waren ze zo al die lange jaren doorgekomen. De oorzaak van dit alles was niet dat ze van begin af aan hun belangstelling voor de maatschappij verloren hadden. Het was uitsluitend en alleen omdat juist de maatschappij hen buitengesloten had en hun koud de rug toegekeerd had. Omdat ze naar buiten toe niet de kans hadden gekregen om zich te kunnen ontwikkelen, waren ze naar binnen gaan groeien. Hun leven had aan breedte ingeboet, maar aan diepte gewonnen.”

Eens ging Sõsuke een veelbelovende en rijke toekomst tegemoet. Geldzorgen kende de jonge Sõsuke niet en zorgen al evenmin. Tijdens zijn studie nam zijn leven echter een compleet andere wending en heeft hij geleerd het geluk in de liefde te vinden en niet in rijkdom. Oyone is een tevreden vrouw met weinig wensen. Wel kent het echtpaar een stil verdriet. De beminnelijke Oyone meent dat ze gestraft wordt voor fouten uit het verleden en draagt haar smart gelaten.

Het verleden laat zich echter niet zomaar vergeten. Sõsuke merkt dat een gevoel van onbehagen langzaam maar zeker zijn sereniteit overstemt. Hij voelt hoe een tergende onrust bezit van hem neemt en wanneer personen uit het verleden zijn rust dreigen te verstoren, slaat hij op de vlucht en gaat hij in retraite.

De poort is een mooi, ingetogen verhaal dat zijn kracht uit de bescheiden vertelwijze en inhoud haalt. Ondanks de eenvoud is het toch een heel gelaagd verhaal. Sõsuke en Oyone zijn erg terughoudend, uiterst beleefd en trekken het liefst zo min mogelijk de aandacht. Soms doen ze zichzelf in hun nederigheid tekort maar toch is hun leven benijdenswaardig. Ze zijn tevreden en genieten van de kleine dingen in het leven. Ze staan zo min mogelijk stil bij het verleden terwijl ze toch het nodige meegemaakt hebben. Dit Japanse verhaal is geschreven in 1910 maar ouderwets is het niet. Tegenwoordig verlangen steeds meer mensen naar rust en eenvoud. De poortbiedt een mooi kleingehouden en bedachtzaam verhaal. Een pareltje.

ISBN 9789081990134 | paperback | 161 pagina's| Uitgeverij HaEs producties| november 2013
Vertaald door Erika de Poorter

© Annemarie, 14 januari 2014

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

De poort
Natsume Sõseki


Sõsuke en Oyone leven heel rustig en onopvallend in een woning aan het eind van een donkere steeg in Tokio. Hun huis is gebouwd onder een enorme rotsblok, er komt geen zonlicht binnen.


Sõsuke is ambtenaar en gaat elke dag naar zijn werk waarvan hij steeds uitgeput terugkeert. Elke zondag neemt hij zich voor te genieten van de vrije dag, maar de moeheid overheerst.
Sõsuke en zijn vrouw hebben tot hun verdriet geen kinderen maar zijn wel tevreden met elkaar en hun rustige leventje. Oyone weet vaak met een paar woorden Sõsuke gerust te stellen. Ze hebben sowieso weinig woorden nodig, ze begrijpen elkaar volkomen. Soms is een enkel gebaar al genoeg. Het bewaren van de vreedzame rust lijkt het belangrijkste in hun leven.


Aanvankelijk lijkt het ook alsof ze zelf gekozen hebben voor het wonen in de doodlopende steeg en het geïsoleerde leven maar langzamerhand ontvouwt zich het verhaal en blijkt er meer mee te spelen. De familie van Sõsuke speelt hierin een grote rol. Zowel Oyone en Sõsuke als zijn broer en een oom en tante hebben iets te verbergen maar wat dat is weten ze van elkaar niet, hoewel er wel allerlei vermoedens bestaan.
Iedereen probeert de zaken waar het om draait te negeren, niemand spreekt zich écht uit en zo blijven de verhoudingen in een fragiele, maar scheve balans.
Maar dan verneemt Sõsuke iets wat hem erg onrustig maakt. Een gebeurtenis uit het verleden lijkt lange tentakels te hebben en hem alsnog vast te grijpen. Het kan mogelijk verstrekkende, vervelende gevolgen hebben. Sõsuke wil er niets van weten en vlucht weg naar een afgelegen oord waar hij hoopt in alle rust alles te kunnen overdenken zodat hij weet wat hij moet doen, wel of niet de confrontatie aangaan. Alles loopt echter toch weer anders…

De schrijfstijl van Natsume Sõseki is zeer ingetogen en rustig. Toch weet hij een lichte spanning op te roepen doorheen het verhaal. Je weet en voelt dat er vroeger iets gebeurd is, maar wat? Er zijn subtiele verwijzingen en Oyone heeft af en toe een vreemde lichamelijke zwakte of koortsaanvallen, je vermoedt dat deze voortkomen uit een niet verwerkte situatie, maar zo miraculeus als deze aanvallen opkomen, verdwijnen ze ook weer. Het huwelijk is hecht en Natsume Sõseki weet in enkele woorden de intieme, liefdevolle band die de twee hebben weer te geven. Het stel lijkt voor de buitenwereld saai en besluiteloos maar ze zijn zelf zeer tevreden met en in elkaars gezelschap. Elk vorm van bezoek voelen ze haast als een inbreuk op hun huiselijke intimiteit. Er speelt zich van alles af in de familie en buitenshuis maar beiden willen hun rust niet verstoren en ondernemen nauwelijks actie.
Ondanks de zogenaamde inertie van het stel verveelt het verhaal echter nooit. Daarvoor geeft Natsume Sõseki net genoeg verwijzingen naar gebeurtenissen waardoor je nieuwsgierig blijft.
De taal is mooi en eenvoudig, bloemrijke taal zou ook totaal niet passen bij het verhaal over dit sober levende stel.
Een boek van subtiele schoonheid.


De schrijver van dit boek, Natsume Sõseki (1867-1916), is een van de eerste moderne schrijvers van Japan en een voorbeeld voor de velen na hem. Hij kreeg een traditionele opvoeding, kende de Chinese klassieken en was een goede haiku-dichter. Hij studeerde Engelse literatuur aan de Universiteit van Tokio, verbleef rond 1900 enige jaren in Londen en doceerde vervolgens zelf ook Engels aan de genoemde Universiteit van Tokio. Na enige jaren gaf hij zijn docentschap op om romanschrijver te worden; in 1907 ging hij werken bij een krant. in deze krant verschenen meerdere van zijn romans als feuilletons. Dit boek is geschreven in 1910 en voor het eerst, rechtstreeks vanuit het Japans, in het Nederlands vertaald.



ISBN 9789081990134 Paperback 161 pagina's met voetnoten De Japanse Bibliotheek Uitgeverij HaEs producties november 2013
Vertaald door Erika de Poorter

© Dettie, 11 januari 2014

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER