Boekenarchief R-S

Francis Spufford

Gouden bergen
Francis Spufford


Als de Britse Mr. Richard Smith op 1 november 1746 aankomt in de haven van New York veroorzaakt hij na korte tijd flinke opschudding. Hij heeft namelijk een wissel van duizend pond die hij onmiddellijk wil verzilveren bij de firma Lovell & Co. Lovell verschiet bijna van kleur want het is een voor die tijd enorm bedrag en natuurlijk heeft hij dat niet in huis. Bovendien, hoe weet hij dat het geen vervalsing is? De Londense handelsrelatie die de wissel heeft afgegeven heeft Lovell namelijk helemaal niet geïnformeerd over de komst van Smith. Na wat heen en weer gekissebis sluiten de mannen een akkoord. Ze wachten de andere twee wissels af die over ca. 60 dagen met de volgende twee schepen zullen arriveren en dan kan de heer Smith zijn geld krijgen.


Deze vreemde gang van zaken wordt al snel bekend in de New Yorkse kringen. - New York was destijds nog niet de metropool die het nu is. - Iedereen is benieuwd naar de charmante jonge man die verder niets wil prijsgeven van de reden van zijn komst of waarvoor hij dat geld nodig heeft. Als snel blijkt dat Mr. Smith sowieso weinig  over zichzelf loslaat wat de New Yorkers nóg nieuwsgieriger maken.


Wat niemand weet is dat Mr. Smith de dag na aankomst beroofd wordt van zijn portefeuille met al zijn overige reisgeld erin. In zijn jaszak heeft hij nog 8 shilling en acht pence en in zijn kamer ligt nog zo'n negenentwintig shilling. Daar zal hij het die zestig dagen mee moeten doen... Dankzij zijn zwijgzaamheid rond zijn eigen persoontje en het verspreiden van het nieuws over zijn wissel, verdenkt niemand hem van klaploperij. Mr. Smith wordt gezien als een rijk man en wordt overal met alle egards ontvangen. Ook bij Lovell en diens dochters, de lieflijke, vriendelijke Flora en de zeer intelligente maar venijnige Tabitha. Het is vooral Tabitha met haar nukken en grillen en scherpe opmerkingen die een grote aantrekkingskracht op Richard Smith uitoefent. Doorheen het hele verhaal speelt deze vrouw een belangrijke rol in zijn gedachten en doen en laten. Zelfs als blijkt dat ze hem erg veel kwaad berokkent.


De lezer zelf weet ook niet waarom Mr. Smith in New York is, er wordt gemeld dat hij een speciale missie heeft maar welke wordt niet uit de doeken gedaan. Dit niet vermelden maakt dat je geboeid blijft. Mr. Smith verstaat de kunst om alles keurig te omzeilen. Hij speelt een spel met iedereen wat niet altijd tot succes leidt. Mr. Smith woont chique etentjes bij, verbaast menigeen met zijn kennis over toneel, belandt in netelige situaties en zelfs, na een enorm amoureus schandaal, in de gevangenis, maar hij heeft inmiddels ook vrienden gemaakt die hem telkens weer uit de brand helpen. Helaas, ook die vriendschap verdwijnt na een verkeerd afgelopen uitdaging.

Mr. Smith intrigeert vele mensen, hij spreekt zeer tot de verbeelding, hij is intelligent, hij is onderhoudend, uitdagend, rebels, maar ze weten niet wat ze met hem aan moeten. Hij is ongrijpbaar, hij flitst als een glibberige vis overal doorheen. En dan, als de zestig dagen bijna verstreken zijn en pas op een van de laatste bladzijden van het boek, vernemen we wat zijn missie was en dat maakt dat alles omgegooid wordt.  Het verhaal komt gelijk in een heel ander, vermakelijk, perspectief te staan. Achteraf besef je dat er kleine aanwijzingen waren middels zinnetjes, vragen en opmerkingen die leiden naar dit slot maar dat is zo knap en terloops gedaan dat de verrassing toch compleet is.


Naast het vermaak en de onverwachte wendingen, biedt de schrijver ons nog meer en dat is een prachtige verfijnde stijl en taal, passend bij de tijd waarin het verhaal zich afspeelt. Bijzonder is eveneens het Sinterklaasfeest dat wordt gevierd bij de Brits-Nederlandse rijkelui.


"De maand november zonk in kille nevelen neer, als een oude sofa die door zijn veren zeeg. Dag in, dag uit dreef de koude rivierwind trage grijze zijrivieren van mist tussen de huizen, en uit de die mist doemde het drukke verkeer op, dat al opdoemend donkerder werd, alsof het bij elke stap vastere vorm kreeg. De mist omsloot en dempte de kreten van de slepers, het gepiep van de katrollen, het gehamer van bovenaf, etcetera, als een juwelenkistje dat met zijn gecapitonneerde deksel alles wat zich erin bevindt vastklemt in zijn verstikkende fluwelen greep."


Doorheen het verhaal wordt de lezer door iemand toegesproken, in het verhaal getrokken. Bijvoorbeeld bij het beschrijven van de weelderige vormen van een vrouw:


'Ik wil dit deel  van het verhaal eigenlijk niet schrijven, en stel het uit door er maar wat op los te babbelen.' [...]
Laten we haar bekijken vanuit schilderkunstig perspectief. Laten we zeggen dat haar haar belijningen, die ooit aan het schoonheidsideaal hadden voldaan, in de loop der tijd onvaster, ongedefinieerder, lubberiger waren geworden. Als de ooit volmaakte meanders van een rivier, die nu waren uitgewaaierd tot een delta. Maar vervaagde pracht, blijft pracht.'


Kortom, een uitstekende historische roman waarbij vooral het fraaie taalgebruik de liefhebber zal aanspreken. Compliment voor de vertalers!
Het boek is genomineerd voor de Europese literatuurprijs 2018 (een prijs die sinds 2011 bestaat en elk jaar een anderstalige auteur én haar of zijn vertaler bekroont voor een boek dat ook in het Nederlands is verschenen.)


ISBN 9789046822388 | Paperback | 364 pagina's | Uitgeverij Nieuw Amsterdam | oktober 2017
Vertaald door Inger Limburg & Lucie Rooijen

© Dettie, 11 april 2018

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER