Boekenarchief R-S

Susan Smit

http://www.susansmit.nl

 

De heks van Limbricht
Susan Smit


‘Het hoogtepunt van de heksenjacht was tussen 1550 en 1650. Toen waren we al ontzettend ver met rechtspraak. Maar op het moment dat een vrouw werd aangeklaagd als heks, vervielen vrijwel al haar burgerrechten, omdat de Inquisitie direct beantwoordde aan de paus. Ze mocht geen getuigen opvoeren, ze mocht eenmaal worden gemarteld tot bekentenis, de rechter deed zelf ook de bewijsvoering. Mannen konden zich zo makkelijk ontdoen van krachtige, lastige vrouwen.’


Dit verhaal heeft zich afgespeeld in Limbricht, nabij Sittard.


In 1674 stond Entgen Luijten voor de inquisitie die haar wilde veroordelen voor hekserij. Een oneerlijk proces natuurlijk, zij was een vrouw. In die tijd hoorde je als vrouw lijdzaam te doen wat de mannen voorschreven, je mond te houden, en zeker niet laten blijken dat je het niet eens was met de gang van zaken zoals die door de mannen werd vastgesteld. Als je dan ook nog het een en ander wist van kruiden, en daarmee mensen die een kwaal hadden, kon helpen; als je aan het gedrag van dieren en planten kon aflezen wat het weer waarschijnlijk zou worden: Dan was je een heks. Een toverkol! Een duivelaanbidder!


Entgens vrije gedrag, haar eigenzinnigheid en het feit dat ze niet zweeg was een doorn in het oog van vele mannen. Een aantal van hen zal vast wel geweten hebben dat het flauwekul was, maar ze wilden die brutale vrouw kwijt. Dan ga je toch verkondigen dat het haar schuld was dat hun koe stierf; dat ze toverkunsten gebruikte om een meisje te genezen van een zonnesteek?
Die mannen wisten dat als zij veroordeeld werd, haar bezit in beslag genomen zou worden en verkocht. Eigenbelang was het, en woede omdat ze het niet uit konden staan dat een vrouw haar zegje deed. Lastig was dat, zo’n mens in de gemeenschap. Een feeks, een duivelaanbidder, een heks...


Vanaf haar vroege jeugd was Entgen niet het gezeglijke type. Ze deed haar eigen zin. Ze weigerde onderdanig te zijn zoals de geestelijken dat vanaf de kansel met hun donderpreken afriepen. De pastoor stond onder controle van de kasteelheer en ook de paus was een man. De vrouw was de oorzaak van alle kwaad. ‘Kijk maar naar Eva’. Ze protesteerde tegen de inhaligheid van de heer van wie de landerijen waren en die een veel te groot deel opeiste van de oogst, zonder ook maar een vinger uit te steken naar de armen.
Van haar oma leerde Entgen waar bepaalde kruiden goed voor waren. Met haar vader zwierf ze over de hei en leerde de natuur kennen.
Ze trouwde met Jacob Bovendeert, met wie ze een dochter kreeg, Grietchen.


Nicolaas van Breyll is de strenge veeleisende kasteelheer waar Limbricht onder valt. Een paar keer proberen de boeren – en als enige vrouw Entgen - hem weg te krijgen met de hulp van een andere kasteelheer. Dat mislukt maar vanaf dat moment is Entgen het doelwit van de hoge heren.
Het  bijgelovige volk is snel opgestookt, en omkoperij zal ook een rol gespeeld hebben: ze zal ongeveer vijfenzeventig geweest zijn toen ze werd opgepakt, in de kerker gesmeten, waarna het (schijn)proces volgde.


Entgen moet een enorme sterke wilskrachtige vrouw geweest zijn. Maandenlang zat ze in die donkere, koude ruimte, met als enige gezelschap een muis, kreeg nauwelijks te eten, maar ze weigerde iets te bekennen waar ze zich niet schuldig aan voelde. Ze doorstond de marteling, en zweeg. Zonder bekentenis kon geen veroordeling volgen. Helaas werd ze desondanks om het leven gebracht. Het proces tegen Entgen Luijten wordt gezien als het laatste Nederlandse heksenproces.


Onvoorstelbaar! denkt de lezer bij dit verhaal. Tegelijk: is dat wel zo? Nee, op de brandstapel belanden vrouwen niet meer, maar ze worden nog steeds monddood gemaakt, niet gehoord, niet als gelijkwaardig behandeld. Die bewustwording hoopt Susan Smit te bereiken met haar boek. Ze vond de oude processtukken, deed verder onderzoek en maakte er een mooie historische roman van.
Voor Susan Smit is Entgen duidelijk een spreekbuis, met vaak opmerkingen en gedachten als deze:


'Zoals boven, zo beneden. Zoals binnen, zo buiten. Zoals het heelal, zo de ziel. De mens denkt zo gauw dat alles om hem draait, dat de sterren en de planeten hem speciaal iets te zeggen hebben. Dat vind ik nou godslasterlijk'


Na het geromantiseerde verhaal volgt een stuk geschiedenis met een verantwoording en een tijdsbalk. Voorin vind je een kaart van de streek en de stambomen - voor zover bekend - van de hoofdpersonen.
Een indrukwekkend boek over een indrukwekkende vrouw!


Susan Smit (1974) is schrijfster en columnist. Ze studeerde Culturele Studies, met als hoofdvak Nederlandse Taal- en Letterkunde, aan de Universiteit van Amsterdam. Ze publiceerde twaalf non-fictieboeken, zes romans, een verhalenbundel en een novelle.


ISBN 9789048859603 | Paperback | 256 pagina's | Uitgeverij Lebowski | mei 2021

© Marjo, 31 juli  2021

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

altDe eerste vrouw
Susan Smit


‘De macht om met je inleving en je verbeelding een wereld op te bouwen die niet bestaat en toch geldig is: dat is een verrukkelijk proces.’


De wereld van Lou Tellegen of Geraldine Farrar bestond echter wel! Al kennen de meeste lezers hen waarschijnlijk niet meer omdat het al even geleden is dat zij furore maakten op de bühne. Hun verhaal is boeiend:
Lou Tellegen (1883, Sint-Oedenrode) was acteur en later (niet erg succesvol) regisseur. In 1918 nam hij de Amerikaanse nationaliteit aan. Hij begon zijn carrière in het theater, maar werd bij het grote publiek vooral bekend door zijn rollen in de stomme film. In 1934 overleed hij.
Geraldine Farrar (1882, Melrose) was een Amerikaans sopraan en operazangeres. Ook zij speelde in stomme films. Zij overleed in 1967.
De eerste Vrouw vertelt het verhaal van hun liefdesrelatie, die kort, maar nogal heftig geweest moet zijn. Geraldine krijgt een ik-perspectief en vertelt haar verhaal als zij al in de vijftig is; Lou krijgt een hij-perspectief voor zijn deel van het verhaal.


Om een beetje te kunnen begrijpen wie deze mensen zijn begint Susan Smit bij het begin: Lou werd als buitenechtelijk kind geboren, en verlaat het ouderlijk huis al snel. Hij weet wat hij wil: toneel spelen! Hij probeert in Parijs zijn weg te vinden, maar hij is nogal een bon vivant: het geld dat hij verdient verdwijnt helaas al snel in de zakken van medegokkers.
Terugkijkend op zijn leven, stelt Smit in haar boek, was Tellegen vooral op zoek naar aandacht, het liefst van vrouwen. Niet alleen zij vielen voor zijn knappe uiterlijk: hij verdiende de kost als model, onder andere voor Rodin.
Een kort huwelijk met een Française geeft hem een dochter, met wie hij nauwelijks contact heeft.
Zijn carrière gaat met sprongen vooruit als hij opgemerkt wordt door Sarah Bernhardt. Zij haalt hem naar Londen en met haar gaat hij op tournee in Amerika.


Geraldine gaat naar Parijs en vervolgens naar Berlijn, waar ze zanglessen neemt bij de sopraan Lilli Lehmann. Ze wordt een vedette, ze zingt bijvoorbeeld met Caruso. Ze heeft een korte relatie met Arturo Toscanini, maar laat het publiek weten dat zij geen huwelijk wenst.  Daardoor en doordat haar optredens vaak taboedoorbrekend zijn, wordt ze de lieveling van de eerste feministen. De Metropolitan Opera te New York is haar thuis, maar in de periode dat de Met gesloten is, speelt ze in Hollywood in stomme films.
Op het afscheidsfeestje voor haar eerste vertrek naar Hollywood staat hij voor haar: Lou Tellegen.


In het tweede deel van het boek weidt Susan Smit uit over hun liefdesverhouding, dat leidt tot een huwelijk in 1916. Twee sterren, met ieder een eigen carrière. Geraldines sterdom blijkt te veel voor Lou. Hij kan het niet aan dat hij de liefde moet delen met haar zingen. Haar discipline stoort hem.


Dat is het verhaal: over twee sterren die ieder hun eigen dromen hebben. Twee mensen die ieder een eigen verleden met zich mee dragen, die ieder ambities hebben die hun relatie nogal eens in de weg kunnen zitten.
Maar ook geeft het een tijdbeeld: Europa schrikt wakker van een wereldoorlog; vrouwen beginnen zich af te zetten tegen de machtspositie van de man. En er is de opkomst van een nieuw medium, dat grote ontwikkelingen doormaakt: de film.


Susan Smit weet hoe zijn haar lezer mee kan voeren door een wereld die nog onbekend is: een heftig liefdesverhaal doet zijn werk wel. En omdat zij zich terdege heeft verdiept in de geschiedenis van deze twee boeiende mensen en hun achtergrond, lezen we over een tijdperk waarin de ontwikkelingen in gang gezet werden, waarvan we nu de vruchten plukken.


Susan Smit (1974) is schrijfster en columnist. Ze heeft inmiddels veertien succesvolle boeken op haar naam staan. Van haar laatste roman Gisèle werden ruim 30.000 exemplaren verkocht.


ISBN 9789048832170 | paperback |288 pagina's | Uitgeverij Overamstel l oktober 2016

© Marjo, 5 oktober 2016

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

altGisèle
Susan Smit

Drie levens voor en tijdens de tweede wereldoorlog.
Gisele van Watersloot van der Gracht, glazenierster van origine, maar eigenlijk beeldend kunstenares; Adriaan Roland Holst, dichter; Mies Peters, toneelspeelster zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, in hun kunst en hun hun dagelijks leven.
Gisèle van Waterschoot van der Gracht laat in haar curriculum een internationaal beeld zien. Als kind verbleef ze in de Verenigde Staten, in Wenen en Parijs alvorens met haar ouders in Limburg neer te strijken. Daar leerde ze de kunst van het glas-in-loodramen maken. Toen tijdens de oorlog materialen niet meer volop voorhanden waren, nam ze meer haar toevlucht tot andere kunstvormen: schilderen, handenarbeid.
Ze was in hart en nieren een kunstenares, en leefde ook op de manier zoals men in die tijd dacht over het kunstenaarswereldje: ze had lak aan de normen en waarden van die tijd, en deed wat ze wilde.


De oorlog dwong haar richting Bergen, waar vele kunstenaars neergestreken waren, en later kocht ze een pand aan de Herengracht in Amsterdam.
Een van haar liefdes was de dichter Adriaan Roland Holst, die net als Gisèle bemiddeld was. Zij hoefden met hun kunst niet de kost te verdienen. Of Mies Peters, de derde persoon in deze roman, dat wèl moest is me niet duidelijk geworden. Zij was toneelspeelster, getrouwd, met Paul Metz, een NSB-er, die in de oorlog uit idealisme ging vechten aan het Oostfront.
Jany, zoals de dichter voor intimi heette, twijfelde, maar besloot tenslotte dat hij met Gisèle meer een interllecte relatie had, terwijl het met Mies in bed stukken gezelliger was. De aanvankelijk verhouding met Gisèle maakte zo plaats voor een goede vriendschap. Niet dat Gisèle hier niets te vertellen had...


Toen de Duitsers de Nederlandsche Kultuurkamer in het leven riepen, moesten ook Gisèle, Jany en Mies kiezen: wel of niet deze pro-Duitse instelling accepteren, of boetes riskeren. In die tijd dat alles op de bon was, kreeg een niet-ingeschreven kunstenaar ook geen toegang tot benodigde materialen. Heeft het hen gemaakt tot wie ze waren, de dichter, de schilderes en de toneelspeelster?
De oorlog dwong hen tot keuzes, in het persoonlijke leven net zo goed als in de maatschappij. Ze zouden niet geworden zijn tot degenen die wij kennen zonder de bezetting.


Susan Smit vertelt over hun leven in een afwisseling van hoofdstukken, waarbij eigenlijk alleen de titel de voorkeur voor Gisèle aangeeft. Dat ze de personages om en om hun verhaal laat vertellen, leidt tot herhalingen. Dat zou vervelend kunnen zijn, ware het niet dat ze natuurlijk een eigen kijk op verschillende situaties hebben, en dit is ook niet een boek dat je in één ruk doorleest. Het is nogal stug, zelfs al heeft de schrijfster er een goed lopend verhaal van gemaakt en daarvoor dus ook haar eigen fantasie gebruikt. Grotendeels is het boek echter gebaseerd op gedegen onderzoek.
Het geeft een mooi tijdsbeeld, een kijkje in de kunstenaarskolonie, en zet een paar sterke vrouwen neer. Leuk is ook dat er een soort duiding gegeven wordt van de gedichten van Roland Holst: niet achteraf, zoals middelbare-schoolleerlingen dat moeten, maar vooraf: een bepaalde situatie leidt tot een bekend gedicht.
Voor wie wat moeite wil doen, een mooi verhaal dat nieuwsgierig maakt naar de personen die in het boek voorkomen.
Achterin vind je een toelichting op deze personages, zijn de bronnen toegevoegd, en is er een nawoord van de schrijfster.


ISBN 9789048817443  | hardcover | 500 pagina's| Lebowski | september 2013

© Marjo,  20 september  2013

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER