Boekenarchief R-S

Daphne van Rapenburgh

altDag, m'n kind
Daphne van Rapenburgh


Scharnisse, 1952: Nellie solliciteert bij dokter Meeuwse als hulp in de huishouding.
Ze is thuis weg, terwijl het in die tijd en in dat milieu vrij normaal was dat ze een man zou vinden en van huis uit zou trouwen. Maar ze is vertrokken.
Ze mist haar broers Martijn, Cor en Lucas vreselijk. Ook haar zus Greet mist ze, maar die is al eerder haar eigen weg gegaan. Zij vertelde thuis dat ze overgeplaatst was maar in werkelijkheid ging ze naar Duitsland om een kind te krijgen, en ze was van plan dat kind af te staan en carrière te maken bij de revue. Toen Nellies vader er achter kwam dat Nellie er van wist maar het niet verteld had, keek hij zijn oudste dochter niet meer aan. Er bleef haar niets anders over dan weg te gaan, dus heeft ze het eiland van haar jeugd verlaten. In Scharnisse probeert ze de kost te verdienen door te breien voor een breiwinkel. Maar het is niet genoeg. Gelukkig wil de dokter haar wel aannemen, en zo denkt ze het wel te redden.
Maar dan staat er ineens een wildvreemde man in het huisje dat ze gehuurd heeft! En die beweert dat het zíjn huis is. Er blijkt een hele geschiedenis aan vast te zitten, maar wat ook duidelijk is, is dat Nellie en Frans, zo heet de man, het wel kunnen vinden samen. Hij laat haar in het huis wonen en slaapt zelf in de loods. Als ze plannen maken voor een bruiloft, wordt het 31 januari 1953.
Frans vertrekt om zijn moeder op de hoogte te brengen, en komt niet meer terug. Nellie zal ook hun huisje nooit meer terug zien. Zij wordt wakker in Heidezoom, waar ze haar broer Martijn terugziet.
Hij vertelt haar niet alles wat er gebeurd is, maar dat haar leven totaal veranderd is begrijpt ze wel.
En het is nog niet gedaan met de tegenslag. Hoewel er ook geluk in het verschiet ligt. Natuurlijk.


Het is een streekroman, waarin een moedig meisje hoopt toch nog wat geluk te zullen vinden bij alle onheil dat haar overkomt. Onheil in de vorm van de watersnood, maar er zijn nog andere thema´s die een rol spelen: broer Martijn emigreert naar Canada, en nu zou ik graag zeggen dat hij zijn geluk tegemoet gaat, maar helaas. Daar is Nellie bij betrokken, omdat men op haar ´vertrouwt´ als oudere ongetrouwde zus. Zij dient de helpende hand toe te steken, ze heeft immers niets anders?
Nellie heeft natuurlijk wel haar eigen dromen, maar dat doet er in de ogen van de anderen niet toe. De enige die haar wel ziet staan, is de dokter. Maar die wordt door zijn moeder in een andere richting gedwongen, Nellie is maar de meid.
Ook het verhaal van de jodenvervolging komt nog even om de hoek kijken als Nellie bevriend raakt met Bram Monntag. Het verhaal vertelt niet zozeer over de watersnoodramp zelf, maar meer over de gevolgen ervan: hoe het verschil tussen verschillende maatschappelijke standen en verschillende godsdiensten steeds meer vervaagde, doordat de slachtoffers noodgedwongen meer in aanraking kwamen met andersgezinden en vrijdenkers. En als de tijd verandert, durven mensen mee te veranderen.


Voor liefhebbers van streekromans is dit een geweldig verhaal: in de wetenschap dat de tijden anders zijn nu, niet alleen een watersnood die niet meer kan gebeuren, maar ook dat vreselijke standsverschil dat toch vrijwel verdwenen is, kun je genieten van een tragisch verhaal, dat gelukkig zoals de meeste streekromans goed afloopt. Daar reken je al wel op natuurlijk.


‘ Hij had een tasje met opmaakspullen gevonden en kwam dat nu brengen.
‘ Opmaakspullen? Wat zijn dat?’ vroeg Martijn verbaasd.
‘ Dat wist ik ook niet,’  antwoordde Nellie…’


Heerlijk toch?


ISBN 9789020519976 | 176 pagina's| hardcover | uitgeverij West-Friesland| oktober 2012

© Marjo, 2 november 2012

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER