Boekenarchief C-D

Wilkie Collins

De vrouw in het wit


Dit boek wordt gezien als de eerste detective. Het is in 1860 geschreven door een tijdgenoot en vriend van Charles Dickens.


Het is het verhaal van de Londense Walter Hartright die door Frederick Fairlie van Limmeridge House in Cumberland in dienst wordt genomen als tekenleraar voor zijn twee nichtjes, Marian Halcombe en Laura Fairlie. De avond vóór zijn vertrek naar Cumberland ontmoet Walter een mysterieuze, geheel in het wit geklede, vrouw die uit het gekkenhuis is ontsnapt.


Eenmaal in Cumberland wordt Walter Hartright hopeloos verliefd op Laura Fairlie, maar zij heeft haar vader, Philip Fairlie, op zijn doodsbed beloofd te trouwen met de 45-jarige Sir Percival Glyde en wil zich aan deze belofte houden. Ze ontvangt een anonieme brief waarin ze gewaarschuwd wordt voor haar toekomstige echtgenoot. Na enig speurwerk komen Marian Halcombe en Walter Hartright erachter dat deze brief geschreven is door dezelfde in het wit geklede vrouw die Walter in Londen heeft ontmoet. Haar naam is Anne Catherick en zij is als kind een tijdje in Cumberland geweest. De moeder van Marian en Laura heeft zich toentertijd over Anne ontfermd en haar aangeraden om zich in het wit te kleden omdat dat haar teint mooi deed uitkomen. Nu beweert zij dat Sir Percival Glyde haar heeft laten opsluiten in het gekkenhuis omdat ze een groot geheim van hem kent.


Vanwege zijn gevoelens voor Laura besluit Walter Hartright ontslag te nemen als tekenleraar. Gedesillusioneerd vertrekt hij weer naar Londen.
Sir Percival komt naar Limmeridge House. Geconfronteerd met de anonieme brief vertelt hij dat hij de weduwe Catherick financieel heeft geholpen om haar geesteszieke dochter in een privékliniek op te laten nemen. Deze mevrouw Catherick schrijft een brief aan Laura Fairlie om dit te bevestigen. Sir Percival gedraagt zich voorbeeldig. Als een echte gentleman zegt hij tegen Laura dat het haar vrij staat om af te zien van het huwelijk als ze ook maar enigszins twijfelt. Laura besluit toch met hem te trouwen. Het huwelijkscontract wordt opgesteld. Ze trouwen op 22 december 1849 en gaan aansluitend zes maanden op huwelijksreis naar Italië. Na de huwelijksreis gaan ze wonen op het landgoed Blackwater Park in Hampshire. Marian Halcombe komt bij hen wonen. Ook Graaf Fosco en zijn vrouw (een tante van Marian en Laura) zijn met het bruidspaar meegekomen uit Italië en blijven op het landgoed wonen.


Al gauw blijkt het gedrag van Sir Percival volkomen veranderd. Hij is gespannen, geprikkeld en kortaf. Hij wil dat Laura bepaalde papieren ondertekend zonder te zeggen wat er in deze papieren staat. Als zij dit weigert te doen wordt hij ontzettend kwaad. Marian en Laura sturen een brief aan de advocaat van de familie Fairlie, waarin ze om advies vragen. De advocaat vermoedt dat Sir Percival financiële problemen heeft en probeert om aan Laura’s erfenis te komen. Hij adviseert Laura om nergens haar handtekening onder te zetten. Tot Sir Percivals afgrijzen wordt Anne Catherick, de vrouw in het wit, in de omgeving van Blackwater Park gesignaleerd. Hij wil koste wat kost voorkomen dat Laura en Anne elkaar spreken en sluit Laura derhalve op in haar kamer.


Marian luistert een gesprek af tussen Graaf Fosco en Sir Percival waaruit inderdaad blijkt dat ze achter Laura’s geld aan zitten. Als Laura sterft zal Sir Percival twintigduizend pond rijker worden en Graaf Fosco tienduizend pond. Tijdens dit afgeluisterde gesprek regent Marian helemaal nat en vat kou. Ze krijgt erge koorts en later blijkt ze zelfs tyfus te hebben. Voor haar leven wordt gevreesd. Graaf Fosco laat een verpleegster overkomen om voor haar te zorgen. Zal het Sir Percival en Graaf Fosco lukken om het geld in handen te krijgen? En wat is toch het geheim dat Sir Percival zo angstvallig wil verbergen?


Ik vond dit een heerlijk, melodramatisch, Victoriaans verhaal. Ik heb het meteen opgenomen in mijn top tien aller tijden. Ik kan het iedereen aanraden. De spanning wordt goed opgebouwd en je blijft tot het eind toe benieuwd hoe het nu toch allemaal in elkaar zit. De karakters worden heel gedetailleerd en met veel humor beschreven. Het verhaal wordt door verschillende mensen verteld door middel van dagboekfragmenten en getuigenverklaringen, waardoor er steeds wordt gewisseld van perspectief. De schrijver richt zich ook een aantal malen direct tot de lezer. Het zou me niets verbazen als dit boek als voorbeeld heeft gediend voor Sarah Waters (Vingervlug) en Michel Faber (Lelieblank Scharlaken Rood).


Oorspronkelijke titel: The woman in white Vertaler: J. Wigman

ISBN 9074622046 Ingenaaid, 678 pagina's Verschenen: mei 1998 Menken Kasander &

© Sarah, januari 2006

Reageren? Klik hier!