Boekenarchief C-D

Leonora Carrington

Beneden
Leonora Carrington


Leonora Carrington is een van de beroemdste surrealistische kunstenaars ter wereld, bekend om haar sprookjesachtige schilderijen vol androgene wezens, imaginaire dieren en mythische verschijningen. Op haar negentiende, in 1937, ontmoet zij de twintig jaar oudere, getrouwde, kunstenaar Max Ernst en vertrekt met hem naar Parijs. Als de oorlog uitbreekt wordt Ernst gearresteerd en gevangen gezet. Leonora vlucht met vrienden naar Spanje, maar de gebeurtenissen hebben grote invloed op haar geestelijk gestel, ze loopt totaal vast in haar angsten, haar werkelijkheid begint meer en meer te vervormen en ze ziet overal samenhang in toevallige gebeurtenissen. Als de auto van haar vriendin vastloopt, herkent ze daar zichzelf in…


Ik hoor Catherine zeggen; ‘De remmen zijn vastgelopen!’ Ook ik was van binnen vastgelopen door krachten die ik niet kon beheersen, krachten die ook de mechaniek van de auto hadden lamgelegd. Het was de eerste keer dat ik me vereenzelvigde met de wereld buiten mijn lichaam. Ik was de auto. De auto liep vast door mij, omdat ikzelf tussen Saint-Martin en Spanje was vastgelopen. Mijn eigen macht deed me huiveren. Op dat moment was ik alleen nog toe aan mijn eigen zonnestelsel; dat van anderen, waarvan ik nu weet hoe belangrijk het is, zag ik nog niet.


Eenmaal is Spanje wordt ze door haar familie gedwongen opgenomen in een psychiatrische inrichting in Santander en wordt behandeld door dokter Morales, die haar geestelijk krankzinnig verklaart. Bij aankomst vecht ze als een tijgerin met de chef de clinique om zich te verzetten tegen opname. Ze wordt ter kalmering verdoofd met Cardiazol, een behandeling die ze nog vele malen zal moeten ondergaan en die epileptische aanvallen kan uitlokken. Na drie dagen wordt ze, met leren riemen vastgebonden, wakker in een ziekenhuisbed. Ze weet niet of ze zich in een ziekenhuis bevindt, of in een concentratiekamp en begrijpt niet waarom ze ligt vastgebonden als een wild dier. Ze herinnert zich niets van haar gewelddadige uitbarstingen.


Tijdens de opname worden haar wanen en hallucinaties steeds sterker en echter. Ze denkt nog steeds dat de wereld, net als de auto van haar vriendin, is vastgelopen en dat het haar taak is om alle boze krachten te overwinnen om de wereld weer op gang te brengen. Ze is er van overtuigd dat de arts en zijn zoon meesters van het universum zijn, machtige tovenaars die hun macht misbruiken om angst en terreur te zaaien. In een later stadium ziet ze vader Morares als de planeet Saturnus, zijn zoon als de Zon en zichzelf als de Maan, een onmisbaar deel van de Drie-eenheid. Ze denkt dat nu Christus dood en begraven is, zij zijn plek op aarde moet innemen omdat de Drie-eenheid zonder vrouw dor en onvolledig is geworden. Ook is ze er van overtuigd dat ze een reïncarnatie van Koningin Elizabeth is, waar ze zich van moet bevrijden door haar beeltenis na te bootsen…


In een vlaag van helderheid begreep ik dat het noodzakelijk was de figuren die in mij huisden uit te bannen. Maar alleen het besluit om Elizabeth te verjagen bleef overeind. Zij was het personage wat me het meest van allen tegenstond. Ik kwam op het idee haar beeld in mijn kamer na te bouwen; een tafeltje met drie poten fungeerde als benen, daarop zette ik haar stoel als lichaam en op die stoel weer een karaf die haar hoofd voorstelde. In die karaf stak in dahlia’s en rode en gele rozen- het bewustzijn van Elizabeth. Daarna trok in haar mijn kleren aan en bij de poten van het tafeltje plaatste ik de schoenen van Frau Asegurado. Ik had een wezen geconstrueerd zodat ze mij kon verlaten.  Ik moest me ontdoen van alles wat mijn ziekte me had gebracht, al de persoonlijkheden verstoten en zo aan mijn bevrijding beginnen.


Na haar ontslag belandt ze in Lissabon waar ze met hulp van Peggy Guggenheim asiel aanvraagt voor Mexico. Renato Leduc, een Mexicaans diplomaat stelt zich garant voor haar. Ze trouwen om de visumaanvraag te versnellen,wonen een tijdje in New York en vestigen zich in 1942 definitief in Mexico. Renato en zij gaan als vrienden uit elkaar en ze hertrouwt met de Hongaarse fotograaf Emeric Weisz, met wie ze twee kinderen krijgt. Ze blijft in Mexico tot haar dood in 2011.


Na de oorlog schrijft ze over haar opname in de psychiatrie dit autobiografische verslag van haar waanzin. De titel verwijst naar de hel van Dostojevski en Rimbaud. Tegelijkertijd worden de diepten - beneden -  voorgesteld als een bestaande veilige plek, een toevluchtsoord op het terrein van de kliniek, waar ze van droomt naar toe te gaan omdat daar de gruwelijke behandelingen en de martelende injecties met Cardiazol zullen ophouden.


Deze uitgave is een tweede versie. In 1942 schreef ze een eerste korte Engelstalige versie die ze probeerde uit te laten geven, maar waar geen belangstelling voor was. Het manuscript ging verloren, maar een vriend spoorde haar aan een nieuwe versie te schrijven, in 1942, drie jaar na haar opname.


Het boek is volledig gebaseerd op haar herinneringen, wanen, hallucinaties en psychoses en neemt ons dan ook mee tot in de diepste krochten van de menselijke ziel naar een wereld vol kwellingen waar wij ons nauwelijks een voorstelling van kunnen maken. Haar realiteit lezen is verbijsterend en vervreemdend, vooral ook omdat ze er zelf van overtuigd was dat niemand anders dan zij zag wat er werkelijk aan de hand was. Daardoor is het een ongemakkelijk en confronterend maar ook vooral een ontzettend aangrijpend boek. Wie op zoek is naar ontspannende literatuur te vermaak, kan dit boek beter laten liggen, maar voor wie geïntrigeerd is door de verwarring waarin de menselijke geest kan verkeren, zal zelden van zo dichtbij een inkijkje krijgen als in dit boek.


ISBN 9789492086624 | Hardcover | 112 pagina's | Uitgeverij Orlando | mei 2018
Vertaald door Lisette Graswinckel en Nelleke van Maaren

© Willeke, mei 2018

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER