Boekenarchief C-D

Koen Caris

https://www.koencaris.nl

 

Stenen eten
Koen Caris

Drie jaar nadat zijn zus besloot een einde aan haar leven te maken, lijkt Bens leven zich enigszins te stabiliseren. Het gezin is danig ontwricht geraakt, de vader is verdwenen, de moeder is depressief en houdt het ogenschijnlijk alleen vol doordat Ben haar in de gaten houdt. Ben zelf heeft enkele dwangneuroses ontwikkeld, maar dat weet hij goed te verbergen. Hij is nu zeventien, zit in het laatste jaar, vlak voor zijn eindexamen.


Een normale jongen van 17 zou zich bezighouden met dat examen en de wijde wereld die daarna voor hem open ligt. Met meiden en uitgaan. Ben niet. Hij is de onzekere adolescent, de ik-verteller, geobsedeerd door zijn schuldgevoelens, zijn eigen verdriet en dat van zijn moeder.
En een geheim.


De ene dag volgt op de andere, op school gaat alles zijn gangetje. Terwijl de zomer verzengend toeslaat, nadert het eindexamen.
En dan geeft een van zijn klasgenoten een feest. Emma is een van de Parkmeisjes, een ‘roedel dunne meisjes uit verschillende jaren die naast de vijver in het park rondhangen en daar madeliefkransen vlechten met elkaar.’
Kim, Bens zus was een van hen. Ben werd genegeerd door deze meisjes, hij is dan ook verbaasd als Emma bij hem komt zitten en over Kim begint te praten.
Later, als Emma net als Kim een einde aan haar leven heeft gemaakt, is er opnieuw het schuldgevoel. Had hij het moeten zien aankomen? Had hij Emma tegen kunnen houden? De schuld voegt zich bij de eerdere schuldgevoelens.


Bij de afscheidsdienst voor Emma is er onverwacht veel aandacht voor Ben en zijn moeder. Later ziet Ben de foto’s die overal aangeplakt zijn. Van Kim. Zijn moeder en hijzelf worden gezien als ervaringsdeskundigen! Wat moet hij hiermee? Hij wil niet ‘dubbel anders’ zijn!


En er broeit iets in het dorp onder de jongeren. Dat voelt hij wel, maar het gebeurt buiten hem om. Als hij het door begint te krijgen, komt hij voor de keuze te staan (nog een!): iemand waarschuwen? Maar wie dan?


Het verhaal speelt zich af in een klein nogal geïsoleerd dorp, ons kent ons. Er heerst een hittegolf, waardoor de lamlendigheid toe lijkt te slaan. Na het examen is er iedere dag wel ergens een feest. Alcohol, drugs en de druk van de massa. Het kan niet goed gaan. De sfeer is dan ook zeer beklemmend. Koen Caris beschrijft emoties zonder opsmuk. Deze feitelijkheid maakt het alleen maar erger. Als het einde van het aantal pagina’s nadert wil je eigenlijk niet verder lezen, hoe gaat dit af lopen?


‘Daaraan herken je een verdrietig huis: dat gaat achterlopen op de huizen eromheen. ’s Ochtends blijven de gordijnen langer dicht, en ’s avonds staat de televisie nog aan lang nadat de andere woonkamers donker zijn geworden. De kerstboom komt, als hij komt, een paar dagen voor kerst en blijft daarna staan tot eind januari, steeds kaler en bruiner.‘


‘Kims dood heeft haar (= haar moeder) ingewanden vervangen door lucht; het kleinste sneetje en ze loopt helemaal leeg.’


‘Zogenaamde stiekeme koekeloertjes die honderd verschillende vormen konden hebben, maar allemaal hetzelfde zeiden: jullie horen niet meer bij ons.’


Caris heeft een talent voor mooie zinnen, die raak zijn en uitnodigen tot herlezen. Zeker, het boek gaat over een bizarre hype, maar vooral ook is het een coming of age, over een jongen die moet dealen met het verlies van zijn zus, zijn vader en eigenlijk ook zijn moeder, en bovenal moet leren accepteren dat hij is wie hij is.
Heel mooi debuut.


Koen Caris (1988) is schrijver, schrijfdocent en vertaler.


ISBN9789025454876 | Paperback | 272 pagina's | Uitgeverij Atlas Contact | juli 2021

© Marjo, 14 september 2021

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER