Boekenarchief B

Sebastian Barry

De geheime schrift
Sebastian Barry


Roseanne McNulty is 100 en heeft het grootste deel van haar leven in een psychiatrische inrichting doorgebracht. Ze slijt haar dagen op haar kamertje in het vervallen oude gebouw en heeft met niemand veel contact. Ze wisselt een paar woorden met de schoonmaker John Kane, krijgt af en toe een kort bezoekje van de psychiater William Grene, verder gebeurt er niet veel in haar tamelijk tevreden bestaan. Onder een losse vloerplank verbergt ze echter haar op schrift gestelde herinneringen, waar ze nog dagelijks aan werkt. De geschiedenis van haar leven, al begint ze steeds meer te twijfelen aan de waarheid van haar herinneringen.


Dokter Grene lijkt het moeilijker te hebben. Hij loopt tegen zijn pensioen en voor zijn gevoel heeft hij een zootje gemaakt van zijn leven. Hij heeft zijn huwelijk laten mislukken en als psychiater heeft hij zich ook niet al te zeer ingespannen voor zijn patiënten.
De oude psychiatrische inrichting zal op korte termijn worden ondergebracht in een nieuw gebouw. Dokter Grene krijgt de taak om alle patiënten nog eens onder de loep te nemen, om te zien wie er teruggeplaatst kan worden in de maatschappij. Bij Roseanne stuit hij op de moeilijkheid dat er van haar dossier niet veel meer over is. Het vocht en de muizen hebben er een flinke bres in geslagen. Hij moet haar historie uit haarzelf zien los te peuteren. Dat is niet zo eenvoudig want Roseanne wil er niet over praten en de dokter is bang oude wonden open te rijten. Hij is gefascineerd geraakt door de oude dame het laatste wat hij wil is haar overstuur maken.
Ook hij zet zijn bevindingen op schrift, maar dwaalt voortdurend af naar beschouwingen over zijn eigen leven. Dit werkt voor hemzelf wel therapeutisch en helpt hem vrede te krijgen met zichzelf. Zo zijn zij elkaars psychiater en patiënt. Stukje bij beetje wordt Roseanne's verleden onthult door de memoires en door wat dokter Grene her en der nog boven water krijgt.


Persoonlijk vind ik bepaalde onthullingen nogal vergezocht en de ontknoping is erg cliché. Jammer, want het levensverhaal is echt boeiend. Het schetst heel wrang wat de maatschappij, de politiek en het geloof kunnen aanrichten in iemands leven.
Natuurlijk drong de vergelijking met Godenslaap van Erwin Mortier zich op. Ook een héél oude vrouw die haar memoires schrijft. Maar het verschil is groot. Mortier's Helena is sereen en haar leven is als een kalm stromende rivier, net als het proza van Mortier. Roseanne's leven hobbelt over een rivierbodem vol keien, bochten en stroomversnellingen en zo klinken ook Barry's zinnen. Soms leest het snel en gemakkelijk, dan weer moet je er wat meer moeite voor doen.
Al met al heb ik dit boek met plezier gelezen.


ISBN  978 90 214 3798 9 Paperback 324 pagina's | Em. Querido's Uitgeverij | februari 2010
The secret Scripture, vertaling Johannes Jonkers

© Berdine, april 2010

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
 

De omzwervingen van Eneas McNulty
Sebastian Barry


Bij een boek met zo'n titel is het niet vreemd dat de lezer een verband ziet met de Aeneis, geschreven door de Romein Vergilius in de eerste eeuw na Christus. Er zijn overeenkomsten, die meteen opvallen: behalve zijn naam heeft de hoofdpersoon ook een reis gemeen met Aeneas. En je zou hem ook een held kunnen noemen. Maar dan houdt het wel op. 


Eneas McNulty is een Ierse jongen. Hij groeit op in Sligo, in een warm katholiek gezin, dat het niet breed heeft. Het is begin twintigste eeuw. De een jaar oudere Jonno is zijn grote vriend, maar als de lagere schooljaren er voor Jonno opzitten, groeien de jongens snel uit elkaar; Jonno zegt dat hij in de handel zit, Eneas ziet hem vaak op zijn flitsende fiets langs schieten, maar hij begrijpt al gauw dat Jonno actief is in de IRA.


'Jonno is op zijn eigen fiets gaan lijken, zijn Dawes, vlug en statig en geluidloos op het asfalt van Sligo'


Zonder vriend moet Eneas een eigen plek vinden, en hij besluit dan al om te gaan vechten. Het is immers oorlog op het vasteland. Als hij zestien is meldt hij zich bij de Britse marine. Maar van de oorlog zal hij weinig zien, hij vaart als matroos naar Zuid-Amerika. Als hij weer afmonstert, met 'in zijn hoofd een leegte waar vroeger de vriendschap met Jonno Lynch zat' zoekt hij een manier om die leegte op te vullen,. Maar Engeland en Ierland worden overspoeld door oud-soldaten.

'Soldaten die Passchendaele en de Somme hebben overleefd zijn nu de grote sukkels van Engeland, ze hangen maar wat rond en in hun troosteloze harten knaagt iets, venijnig als een gezwel'. 


En het einde van die oorlog heeft de Ieren het sein gegeven om voor hun eigen vrijheid te gaan vechten. Eneas weet dat Jonno bij hen hoort, maar zelf ziet hij dat niet zitten. Werken wil hij, maar er is niets te vinden.
Alleen de politie. Misschien naïef maar hij beseft pas als het te laat is dat precies die baan hem nog verder verwijdert van Jonno. Politie is immers Brits. Als hij de strijd moet aanbinden tegen de Ierse oproerkraaiers, vindt Jonno hem: hij moet een man doodschieten die de Ira in de weg zit. Dan zullen de actievoerders hem met rust laten. Eneas weigert. Vanaf dan is hij zijn leven niet meer zeker, hij staat op de zwarte lijst, en iedere Iraman mag hem zonder pardon doodschieten als hij zich in hun buurt waagt. Voor Eneas zit er niets anders op dan verdwijnen, zijn familie en zijn vriendin achterlaten. Een laatste teleurstellende ontmoeting met Jonno, en weg is hij. Hij vindt werk in de visserij, neemt weer dienst als de tweede wereldoorlog uitbreekt, hoewel hij ook in deze oorlog door een voor hem gelukkig toeval niet zal vechten, en keert daarna weer terug naar Sligo.
Maar een doodvonnis van de Ira is levenslang...
Het verhaal van de omzwervingen neemt de lezer ook nog mee naar Nigeria, en weer terug naar Engeland, en er zal nog een ontmoeting met Jonno volgen.
Maar de vriendschap die Eneas zo graag wilde, is stuk. Eneas blijft een eenzaam man.


Het duurt even voor je in het verhaal zit, maar ook al met dit debuut liet Sebastian Barry zien dat hij kon schrijven. Hij vertelt het verhaal van Eneas, en neemt en passant de geschiedenis van Ierland mee, terwijl het
duidelijk is dat het boek vooral gaat over de vrijheidsoorlog waarbij Eneas slechts de kar is om het verhaal mee te dragen. Barry geeft geen geschiedenisles weg, je moet als lezer uit kleine dingen opmaken in welke tijd we leven en wat er gebeurt, maar duidelijk is het niettemin.


ISBN 90 254 2336 1 285 pagina's | Uitgeverij Contact |1998
'The whereabouts of Eneas McNulty' Vertaald door Gerrit de Blaauw

© Marjo, februari 2010

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 
Een lange, lange weg


Dit boek van Sebastian Barry gaat over de Eerste Wereldoorlog. Het is in 2005 genomineerd voor de Booker Prize, en het wordt verfilmd, dat staat op de flap.


Deze keer wordt de Great War gezien vanuit het Ierse standpunt. In die tijd waren er in Ierland twee kampen: Ieren die zich compleet onderdeel voelden van the great empire, en Ieren die zelfstandig wilden zijn. Toen de oorlog uitbrak meldden veel Ieren zich als vrijwilliger omdat er in het Engels Parlement was toegezegd dat aan de Ieren na de oorlog zelfbestuur gegeven zou worden. Ook de Ierse leider John Redmond had een oproep gedaan aan alle Ierse mannen.


Willie Dunne is 17. Hij heeft nooit de één meter tachtig gehaald waardoor hij net als zijn vader bij de politie zou mogen, maar het leger vindt hij een mooi alternatief. Daar krijgt hij ook een uniform immers. Willies vader is een katholieke Ier, maar zijn overtuiging is dat een man moet strijden voor Koning, Land en Koninkrijk. Een zelfstandig Ierland vindt hij maar niets. Willie heeft geen mening, hij wil dat uniform.
En zo trekt Willie naar de overkant van het Kanaal om deel te gaan nemen aan die verschrikkelijke oorlog.
Het verhaal van de oorlog is niet echt anders dan in andere geromantiseerde verslagen. Ook hier gaat het om zinloosheid, de gruwelijkheid, de kameraadschap. Het is anders dan andere boeken vanwege het Ierse tintje. Als Willie namelijk met verlof naar Dublin gaat, raakt hij verzeild in een opstand, "de Paasopstand". Hij wordt met de andere soldaten ingezet om die opstand te onderdrukken, en ontdekt tot zijn verbijstering dat hij zijneigen jongens moet neerslaan. Vanaf dat moment vormt hij zich een mening. Hij ziet hoe Ieren in het Britse leger de underdog zijn, hij maakt mee hoe een kameraad weigert nog langer bevelen van Britten te aanvaarden -"ik kwam hier om te vechten voor een land dat niet bestaat."- en geëxecuteerd wordt.
Hij schrijft een brief aan zijn vader waarin hij melding maakt van zijn twijfels, en krijgt van zijn zus te horen dat zijn vader niets meer van hem wil weten.

"En nu had hij een lange, lange weg te gaan om het goed te maken en hij vreesde dat het te netelig was om het alleen met brieven recht te zetten, vooral omdat hij niet helemaal zeker wist waar zijn vader aanstoot aan had genomen, al had hij wel enig idee."


Nog een citaat:
"En al die jongens van Europa die in die tijd en omstreeks die tijd werden geboren, Russische Franse, Belgische, Servische, Ierse, Engelse, Schotse, Welshe, Italiaanse, Pruisische, Duitse, Oostenrijkse, Turkse- en Canadese,Australische, Amerikaanse jongens, Zoeloes, Gurkha's, Kozakken, noem maar op- hun lot stond zonder meer beschreven in een meedogenloos hoofdstuk van het boek des levens. Die miljoenen moeders en hun miljoenen liters moedermelk, miljoenen momenten van prietpraat en babbeltaal, petsen en kussen, truien en schoenen, opgestapeld in de geschiedenis op grote puinhopen, met een luide, kapotte muziek, menselijke verhalen voor niets verteld, voor as, ter vermaak van de dood, op de machtige vuilnisbelt van zielen gesmeten, al die miljoenen jongens met al hun stemmingen die vermaald zouden worden door de molenstenen van de komende oorlog."
Vertaling: Johannes Jonkers


ISBN 90 214 5309 6 Ingenaaid, 308 pagina's, Querido

Marjo, mei 2006