Boekenarchief B

Bouke Billiet

In de naam van TienKamelen
Bouke Billiet


Zoals de titel al doet vermoeden heeft Bouke Billiet een heel bijzonder boek geschreven.
Het gaat over het weesmeisje TienKamelen die opgroeit in een kasteel dat dienstdoet als rusthuis. Haar moeder Maria, vermoedelijk een Spaanse, kwam daar hoogzwanger aankloppen en werd liefdevol opgenomen door de bewoners. Helaas werd de vrolijke, stralende Maria het slachtoffer van een vreemd ongeluk en overleed. Haar kind overleefde het ongeval. Omdat Maria verteld had dat iemand haar TienKamelen had geboden voor haar ongeboren kind werd dat de naam van het meisje. 
De gemeente weet eigenlijk niet zo goed wat ze met het kind aan moet en staat oogluikend toe dat TienKamelen in het rusthuis opgroeit. Ze leert veel van de bejaarden die overigens af en toe alles niet helemaal helder meer zien. TienKamelen is een vrolijk kind die het erg naar haar zin heeft met al die 'vaders en moeders' in het kasteel. Ze kent alle bewoners door en door evenals hun eigenaardigheden of geheugengebrek. Ze klets gewoon mee als iemand weer even in een andere tijd zit.
Maar het leuke leventje kan zo niet door blijven gaan. De gemeente vindt uiteindelijk, als TienKamelen ouder is, dat ze daar weg moet. Ze heeft geen papieren dus in feite bestaat ze niet, ze moet het rusthuis uit, sterker nog ze moet het land uit!  Bovendien gebeurt er iets in het rusthuis waardoor haar vertrek bespoedigd wordt. TienKamelen verlaat zwaar overstuur haar veilige woonplek. Er volgt een tijd van rondzwerven en het hoofd boven water zien te houden. Uiteindelijk belandt ze in het zuiden van Europa en daar bouwt ze voorzichtig een nieuw bestaan op.

Dit is heel in het kort het verhaal dat aanvankelijk verwarrend overkomt omdat je nog niet door hebt hoe het precies zit. Het blijkt dat de bewoners aan het woord zijn die in hun eigen fantasie of verleden leven maar als je deze eenmaal kent sluit je ze in je hart evenals het meisje. Je wordt het verhaal ingezogen en het laat je niet meer los tot het eind aan toe.
TienKamelen heeft niet alles mee, ze leert moeilijk en loopt mank maar toch heeft ze iets ontwapenends. Ze wil, net als haar moeder, graag mensen een plezier doen, ze wil dat de bewoners van het rusthuis het naar hun zin hebben. Haar gedwongen vlucht is daardoor des te schrijnender. Op haar zwerftocht ontmoet ze allerlei mensen die op hun manier, zowel positief als negatief, weer een stukje toevoegen aan haar nieuwe leven. Langzamerhand beseft ze wat er eigenlijk allemaal gebeurd is en hoe vreemd haar opvoeding was, ze zal dat moeten leren aanvaarden om verder te kunnen. Gelukkig heeft ze haar goede, nieuwe vrienden, allemaal mensen die door de maatschappij buitenstaanders worden genoemd, die haar daarbij helpen.

Bouke Billiet is een Vlaming en dat is te merken. Hij mist de Nederlandse zwaarmoedigheid, het Nederlandse pessimisme. Het verhaal straalt kracht en vrolijkheid uit hoewel TienKamelen het soms flink voor haar kiezen krijgt. De karakters van de bejaarden zijn mooi uitgewerkt en liefdevol, met een vleugje humor, neergezet.  TienKamelen is aanvankelijk een onbevangen kind maar met het verstijken der jaren groeit ze in haar taalgebruik en haar gedachtegang mee. De gebeurtenis waardoor TienKamelen zo overstuur raakt is met veel inzicht voor de bejaarden als voor het meisje beschreven.
Het is een knap en indrukwekkend verhaal dat ondanks het bizarre gegeven, een kind opgroeiend in een rusthuis, heel geloofwaardig is gebleven.
Een boek dat je aan het denken zet over hoe een maatschappij omgaat met mensen die anders dan anderen zijn.
Heel mooi en knap debuut waarvan het verhaal nog een flinke tijd in mijn hoofd bleef rondzingen.


ISBN 9789028424791 Paperback 231 pagina's Uitgeverij Wereldbibliotheek 15 juni 2012

© Dettie, 26 augustus 2012

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

In de naam van TienKamelen
Bouke Billiet


Wat een heerlijk romandebuut is dit. Hoe krijgt iemand het voor elkaar zoveel treurnis in één boek te krijgen zonder dat het een treurig boek wordt. En af en toe zelfs een grappig boek is. Verder is het goed geschreven, ontroerend, maatschappijkritisch en maatschappelijk betrokken, zonder dat het prekerig is en een opgestoken vingertje heeft, vol verhalen, mensen en landschappen, en verder gewoon een héérlijk boek om te lezen. Het hoofdstuk “de slag om tien kamelen”verdient nog een eervolle vermelding, dat staat werkelijk vol met mooie betogen, ontwikkelingen en beschrijvingen. De ontwikkeling die TienKamelen door gemaakt heeft wordt in dit hoofdstuk, en in het hele boek trouwens, ook erg mooi beschreven.
Voor wat ik tot nu toe gelezen heb zeker een kanshebber voor de Academica literatuurprijs.
Een schrijver om in de gaten te houden lijkt mij.


ISBN 9789028424791 Paperback 231 pagina's Uitgeverij Wereldbibliotheek 15 juni 2012

© Willeke, 28 december 2012

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER!

 

In de naam van TienKamelen


De schrijfstijl van de auteur bezorgt je uren puur leesgenot; zijn kritische kijk op de huidige Westerse samenleving (lees: verhouding politiek --> asielzoekers, immigranten, vluchtelingen etc.) op zo'n duidelijke, frisse, lichtvoetige manier weergeven... dat smaakt naar meer. Prachtboek, soepel en vlot geschreven, een verhaal dat van jong tot oud aan zal slaan en na lezing stemt tot nadenken.
Een auteur om in de gaten te houden!


ISBN 9789028424791 Paperback 231 pagina's Uitgeverij Wereldbibliotheek 15 juni 2012

© irene, 22 januari 2013

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER!

 

altIn de naam van TienKamelen
Bouke Billet


Het boek valt uiteen in twee delen. In het eerste deel leren we het meisje Tienkamelen kennen. Ze is de dochter van een buitenlandse vrouw waarschijnlijk uit zuidelijk Europa, die verbleef in het kasteel waar het meisje nu opgroeit. Na de dood van de moeder wist men niet goed wat te doen met het kind. Ze bleef. In het kasteel ergens in de buurt van Gent, omgebouwd tot een soort rusthuis. Een eigenaardig rusthuis wel.


‘Op een van de hogere verdiepingen heeft ook moeder-overste een kamertje. Moeder-overste is tegelijk personeel en bewoner. Na de vlucht van de laatste kasteelheer was het kasteel even klooster geweest,  en toen had zij de touwtjes in handen en toen het kasteel rusthuis werd, bleef ze gewoon. Nu bemoeit ze zich met het werk van de verpleegsters en maakt ruzie met de bakker over hoeveel korting hij moet geven. Wanneer ik in de slotgracht terechtkom, neemt moeder-overste me mee naar haar kamertje, waar ze probeert om mijn jurk te naaien.’


Hoe is het mogelijk dat de autoriteiten hebben toegestaan dat het kleine meisje daar bleef wonen toen haar moeder overleed? Het is niet bepaald wat je een gezonde omgeving voor een kind noemt. Maar ze heeft het er naar haar zin en doet wat haar opgedragen wordt en praat veel met de bewoners. Met bijvoorbeeld Bero  ‘di-recteur’  die in zijn functie van schooldirecteur getroffen werd door een beroerte, waardoor de verhalen die hij vertelt vaak warrig zijn. Dat heden en verleden nogal eens door elkaar lopen, maakt het meisje niet uit. Bovendien heeft ze een boek van hem ‘geleend’ dat vertelt over het leven van kamelen, waar uit blijkt dat haar naam zo gek nog niet is.
Bero woont in een kamer met Oscar, de oude tuinman, en wat ooit een noodoplossing was, willen de twee nu niet anders meer. Dan zijn er nog de mevrouwen Verschueren, ook allemaal vol verhalen, die Tienkamelen maar al te graag hoort.
Zo is haar opvoeding – ze gaat niet naar school, want dat kost de gemeente geld, dat ze niet geven wil -  ietwat bizar, maar afdoende. Tot de regels vanuit de overheid worden aangescherpt en ze weg moet. Ze is immers illegaal. Dat ze het een en ander mankeert – ze is mank en er zijn perioden dat ze compleet blind is – is geen reden tot clementie:


‘Ik moet weg want ik besta niet, Ik heb het me allemaal verbeeld, de zomers waar ik geheime kampen bouwde of Bero me vertelde over de Inquisitie: het is allemaal niet gebeurd. Want ik besta niet. Nu moet ik weg. Ik word als een vogeljong het nest uitgeduwd en of ik kan vliegen zal pas blijken tijdens mijn val.’


Na een vreselijk voorval neemt ze haar lot in eigen handen en ze vertrekt. Naar het Zuiden wil ze, naar waar haar moeder vandaan kwam. Geen papieren, geen hemd aan haar lijf, geen geld. Een heuse vluchteling. Ze belandt in Zaragoza, in een opvanghuis en leert allerlei nieuwe mensen kennen. Met een aantal van hen probeert ze een eigen plek te maken in een verlaten en vervallen dorp buiten Zaragoza.


Het is misschien al duidelijk. Mijn voorkeur gaat uit naar het eerste deel van dit boek. Eigenlijk vind ik zelfs dat het twee boeken in één zijn, zo verschillend zijn ze. Is het eerste deel een fantasievol verhaal over een ietwat eigenaardige maar doeltreffende opvoeding van een meisje, in het tweede deel zijn we veel meer bezig met de vluchtelingstatus van dat meisje en van de mensen die dan om haar heen zijn. De omgeving is totaal anders. Het thema is anders. De ‘vreemdelingen’ in het eerste deel zijn de bewoners van het huis, in het tweede deel zin het de echte ontheemden. Tienkamelen blijft wel dezelfde, maar ze is ouder. In deel een  zie je de wereld door de ogen van een jong kind dat alles nog niet goed doorheeft. Dat is in deel twee ook helemaal anders, al zijn haar ondernemingen wel het gevolg van wat ze heeft meegemaakt. Ik durf zelfs te stellen dat je deel twee goed kan lezen zonder het eerste te kennen, zonder dat ik daarmee wil zeggen dat het minder is. Anders, dat wel.
Beide boeken zijn  vlot geschreven, met humor, en genoeg stof tot overdenken.


ISBN 9789028424791 | Paperback |231 pagina's  | Wereldbibliotheek | juni 2012

© Marjo, 9 februari 2013

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER