Boekenarchief B

Cor Bruijn

De voetreis naar Sneek


Ik ben tussen het gewone volk geboren en getogen,
aan dit gewone volk gebonden met al m'n vezels,
in z'n zorg en z'n strijd, in z'n schijnbare ruwheid,
z'n sentimentaliteit, z'n kostelijke humor en z'n levensdurf.
(Cor Bruijn).


De volksschrijver Cor Bruijn (1883-1978) heeft tientallen boeken geschreven. Naast romans voor volwassenen, zoals Sil de strandjutter en Koentje van Kattenburg, schreef hij voor en over kinderen. Jeugdboeken als Michel de stroper en De dijken breken, maar ook schoolboekjes (Langs opwaartsche wegen en Het sagenland) en boeken over opvoeding en onderwijs. Lange tijd was hij onderwijzer tot zijn gezondheid hem er in 1942 toe dwong zich tot het schrijven te beperken.
Margreet Bruijn ontdekte bij toeval in het nagelaten archief van haar vader het manuscript van wat zijn eerste boek voor de jeugd had moeten worden: De voetreis naar Sneek. Destijds (1908) lukte het hem niet er een uitgever voor te vinden. Tot haar eigen verbazing was dat nu geen probleem meer: het Nationaal Schoolmuseum beschouwde het manuscript als een supervoorbeeld van de toepassing van de Volle-leven-theorie van Jan Ligthart van omstreeks 1907 en achtte het van belang, dat het boek er zo snel mogelijk kwam. En zo gebeurde het!


Naast het eigenlijke verhaal (138 p.) heeft Margreet Bruijn gezorgd voor noodzakelijke en beslist interessante achtergrondinformatie (55 p.). Over het leven en de opleiding van haar vader en zijn werk als onderwijzer. Over de oorsprong van de Humanitaire School en de rol van Prof. van Rees (deze had een kolonie gesticht ( vgl. de kolonie Walden van Frederik van Eeden) waar men op christelijk-Tolstojaanse wijze invulling aan het leven gaf: men was strikt vegetarisch, rookte en dronk niet, was pacifistisch en kwam op voor de rechten van de vrouw). En over de onderwijskundige idealen die speelden ten tijde van de Voetreis, zoals leren in de praktijk en het ontdekken en ontplooien van eigen creativiteit. Dankzij deze informatie wordt het verhaal in het juiste perspectief geplaatst en dat maakt het mogelijk het op waarde te schatten.


Aan de stijl van het verhaal zelf is goed te merken, dat het bedoeld was als jeugdboek. Maar wie dat voor lief neemt, krijgt een aardig kijkje in het kinderleven van begin 20ste eeuw en maakt kennis met het Nederland van toen. In de zomer van 1908 gaan Cor Bruijn en zijn vrouw samen met acht leerlingen op pad vanuit Laren naar Sneek. Ze zijn een week onderweg: lopend, maar ook stukjes met de stoomtram en de boot naar Stavoren. De meester vertelt over van alles en nog wat, naar aanleiding van wat ze tegenkomen onderweg. Ze bezoeken musea en fabrieken en krijgen legenden te horen Ze ontmoeten mensen met de meest uiteenlopende beroepen. Ze werden aangemoedigd zelf oplossingen te vinden voor de problemen die zich voordoen. Kortom: ze ontwikkelen zich tijdens deze wandelvakantie op de natuurlijke manier die de Humanitaire School voorstond.


Dit boek is op meerdere manieren te lezen. Als het eerste jeugdboek dat Cor Bruijn ooit schreef. Als een illustratie van een opvoedings- en scholingsleer van rond de vorige eeuwwisseling. Of als een tijdsbeeld van het Nederland uit het begin van de 20ste eeuw. Ik heb het met belangstelling gelezen en ik denk dat het goed is, dat het boek na bijna 100 jaar alsnog is uitgegeven.


Paperback Rotterdam, Ad Donker, 2004. Paperback, 207 p., foto’s, reg., lit. opg ISBN: 9061005582

Zie ook: www.schrijversinfo.nl/bruijncor.html

Librije, december 2006

Reageren? Klik hier!