Boekenarchief B

Alex Boogers

http://www.alexboogers.nl

 

Wij zijn van diamant
Alex Boogers

‘De meeste mensen denken dat je juist meer leert zien wanneer je ouder wordt, dat je meer begrijpt, en dat je dan pas snapt hoe het leven in elkaar steekt. Maar het kan evengoed waar zijn dat je juist minder ziet, en dat je je fantasie verliest.’


In een opwelling vertrekt de 21-jarige William Meinders naar Seattle. In Nederland doet hij een studie filosofie, maar kan er zijn draai niet meer vinden. Ook thuis voelt hij zich niet meer op zijn plaats. Hij stond voor zijn gevoel altijd in de schaduw van zijn oudere broer, Markus.
Helemaal blij is hij dus niet als deze broer ineens opduikt in Seattle.
Als Markus dood gevonden wordt in een natuurgebied aan de voet van de Snoqualmie waterval, moet William natuurlijk vragen beantwoorden. De politie concludeert dat het een ongeluk moet zijn geweest, en er zit voor William niets anders op dan met zijn overleden broer terug naar Nederland te vliegen. Hij had liever willen blijven…


Markus heeft hem iets nagelaten: een manuscript met het persoonlijke verhaal van opa Jacob Lovitz. Jacob was niet echt familie, maar door de gebeurtenissen ten tijde van de Tweede Wereldoorlog wel met hen verbonden. In een raamvertelling lezen we vervolgens het verhaal van Lovitz. Langzaam wordt duidelijk wat deze Jacob te maken heeft met de broers Meinders.


Het is een lijvige roman in drie delen. In deel een bevinden we ons in Seattle. Deel twee brengt ons terug in de tijd, de oorlogsjaren, in en rond Vlaardingen. Dit verhaal is behoorlijk lang. Deel drie sluit af met een ontknoping.

‘Mensen zoals wij komen uit het binnenste van de aarde", zei hij. "Ons hele leven wordt er op ons ingebeukt. Elke godvergeten dag weer. Daardoor zijn we voorgoed veranderd en zijn we harder geworden dan de rest, je weet wel, net als bij een diamant.’

Het oorlogsverhaal moet een verklaring vormen voor wat er jaren later met de broers gebeurt. De zonden van de vaders, enzovoort. Het duurt even voor je in dat tweede deel doorhebt wat de rol is van de hoofdpersonen, van Jacob en zijn vriend Johannes. Nu is Boogers een meester in verhalen vertellen, het is niet erg dat hij dat nogal uitgebreid doet, en het is ook wel een goede insteek, als je weet dat de schrijver vindt dat boeken toegankelijk moeten zijn voor middelbare scholieren. Voor een meer ervaren lezer is de achtergrond minder verrassend, en is het hele verhaal ook meer een whydunit dan een whodunit. Er zijn nogal wat thema’s, en het duurt even voor je de personages kunt duiden, maar zeker is het een boeiend verhaal.


Alex Boogers (1970) woont en werkt in Vlaardingen. Hij debuteerde in 1999 onder het pseudoniem M.L. Lee met 'Het boek Estee'. Vervolgens schreef hij de veelgeprezen romans 'Het waanzinnige van sneeuw', 'Lijn 56', 'Het sterkste meisje van de wereld' en 'De tijger en de kolibrie'.


ISBN  9789048855179 | Paperback | 416 pagina’s | Uitgeverij Hollands Diep | februari 2023

© Marjo, 4 april 2023

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

De zonen van Bruce Lee
Alex Boogers


‘Jongen’, zo begint het boek.
Het is een brief die Alex Boogers schrijft aan zijn zoon, die zeventien is als ze met z’n tweeën een reis maken in de voetsporen van de jong gestorven Bruce Lee (1940-1973). Hij schrijft al tijdens de reis, al denkt zijn zoon dat hij aantekeningen maakt voor een boek over Bruce Lee. Maar het is veel meer geworden dan dat. Het is al snel duidelijk dat deze sportman een voorbeeld is voor Boogers. Hij herkent zichzelf, niet zozeer in wat Lee doet, maar in wie Lee is.


In eerste instantie zag Boogers hem alleen als de vechtkunstenaar, de man die van het televisiescherm waarop Boogers voor het eerst de films zag, de huiskamer in spatte. Later las hij alles wat maar los en vast zat en dat over Lee ging, en leerde zo een man kennen die er een levensfilosofie op na hield, die hem zeer aansprak. 
Als je als vader een bepaalde overtuiging koestert, dan wil je dat overbrengen, op je kinderen. Dat deed Bruce, en dat doet Boogers. Hij heeft het geluk dat Lee zijn zoon ook aanspreekt, zodat hun gezamenlijke reis als een bedevaart wordt. Op zoek naar Lee.


Terwijl hij schrijft over de reis, vertelt hij over zijn eigen leven. Over de overeenkomsten: opgegroeid in een arm milieu, in een gezin met problemen; jongens die de vechtsport gaan beoefenen omdat ze dan misschien weerbaarder zijn; over de discriminatie waar ze mee om moesten leren gaan. De een werd acteur, de ander schrijver, maar beiden groeiden ze op die manier uit boven hun achtergrond, en maakten ze van dat dubbeltje een kwartje.


De reis voert hen langs de westkust van de Verenigde Staten: Seattle, San Francisco en Los Angeles. Een paar jaar eerder waren ze ook al in Hongkong geweest, waar Boogers nu ook over vertelt, zodat je een volledig beeld krijgt van het leven van Bruce Lee. Het wordt geen volledige biografie, maar dat hoeft ook niet. Die zijn er al genoeg. Dit boek is een brief van een vader.


‘Het is goed dat we hier (opm: ze staan bij Lee’s graf) samen zijn, jongen. Dat ik je kan laten zien dat ik nooit dichter bij een vader zal komen. Je zult het misschien nooit helemaal begrijpen, maar onthoud alsjeblieft dat hier ook iets van jouw oorsprong ligt. Ik was een koekoekskuiken. Ik wilde hier met je staan, zodat je ziet dat ik het heb gered omdat hij er is geweest. Ik wilde een zoon kunnen zijn, om misschien uiteindelijk een vader te kunnen worden. Een vader, om het heel basaal te zeggen, die er is.
Dat wilde ik zijn.’


Eerder legde hij uit wat de levensfilosofie van Lee was: ‘the living creating individual, is always more important than any established style or system.’


Zoals Boogers dat vertaalt voor zijn zoon:


‘Hij legde mij geen beperkingen op. Hij ging uit van mijn specifieke talenten, mijn vaardigheden, mijn tekortkomingen, en probeerde uit te leggen hoe ik mij daarmee het beste kon redden in de strijd. En dan moest ik er, volgens zijn filosofie, op uit om mezelf volledig te ontwikkelen.’


Het is een diepgaand en zeer persoonlijke brief, die hij niet alleen met zijn zoon, maar met iedere lezer deelt. Dit getuigt van durf. Het is de les die Lee hem geleerd heeft: durven schrijven zoals hij het zelf wilde, zoals hij het zelf zag. ‘Niet om te plezieren of te behagen, maar omdat het moet, omdat ik het op geen andere manier kon.’


Deze openhartigheid imponeert veel meer dan het biografische gedeelte, dat als uitgangspunt dient. Het is ook voor een niet-sportliefhebber absoluut de moeite waard dit boek te lezen.
Met foto's en bibliografie.


Alex Boogers (1970) woont en werkt in Vlaardingen. Hij debuteerde in 1999 onder het pseudoniem M.L. Lee (!) met 'Het boek Estee'. Vervolgens schreef hij de veelgeprezen romans 'Het waanzinnige van sneeuw', 'Lijn 56', 'Het sterkste meisje van de wereld' en 'De tijger en de kolibrie'. Boogers publiceerde in onder andere Vrij Nederland, Passionate, Esquire, SQ, Nieuwe Revu en Playboy.


ISBN 9789048846313 | Paperback | 328 pagina's | Uitgeverij Inside | januari 2020

© Marjo, 27 maart 2020

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

altAlleen met de goden
Alex Boogers


‘Je kan het. Je kan het. Geloof er in en je kan het.’
En nee, dit is geen citaat. Het zijn de woorden die in mijn hoofd blijven hangen, sinds ik het boek uit heb. Een overweldigend verhaal, dat je vanaf de eerste pagina pakt en niet meer los laat. Ook niet als je het uit hebt.


Het verhaal is dat van de jongen Aaron, die, elf jaar oud, geschreeuw hoort aan de deur, en als hij gaat kijken een man op de drempel ziet liggen. Onbeweeglijk, terwijl zijn vader vloekend schreeuwt dat hij wakker moet worden. ’Neem dat jong mee..’ riep hij. Maar de jongen is er vanachter de deur van zijn kamer getuige van hoe zijn vader meegenomen wordt door de politie en een buurman blijft roepen dat ze asocialen zijn. Zijn leven, toch al niet zo rooskleurig, ligt vanaf dat moment aan gruzelementen.

Het gezin - vader, moeder en zoon - woont in een volksbuurt onder de rook van Rotterdam. Vader is havenarbeider, nogal grof in de mond, drinkt graag, maar is voor de jongen een gouden vader. Ook als hij ontdekt dat hij niet zijn biologische vader is. Want Leen was goed voor hem. Niet als zijn moeder, die niet eens een koperen moeder is: ze gaat te keer tegen de jongen, roept steeds dat hij er beter niet had kunnen zijn, en ze slaat hem. Niets is goed. Ze boort hem de grond in.
Vader Leen wordt door Aaron ‘papa Leeuw’ genoemd. En Aaron is voor zijn vader ‘Tijgerwelp’. Het leven is hard, leert de jongen, thuis en op straat. Wie voor een dubbeltje geboren is wordt nooit een kwartje.


Eén ding is er waardoor Aaron zich staande weet te houden: hij schrijft. Schriften vol schrijft hij, en als hij ’s avonds uitgeschreven is, kan hij eindelijk slapen. Want de beelden die hem storen moeten weggeschreven worden. Hij verstopt zijn schriften en zwijgt er over. Pas op de middelbare school, als een leraar in hem de woede herkent die hij zelf ook had, geeft hij het toe: hij schrijft. Is het goed, wil de leraar weten. Dat weet Aaron niet. Niemand leest het, ook hij zelf niet.


Hij schrijft: over de toestand thuis, over zijn vader in de gevangenis, over de straat waar hij met zijn veelal allochtone vriendjes rondhangt. Over Olivia, zijn buurmeisje met wie hij ‘doktertje speelt’; over diens broer, die zo duidelijk homoseksueel is, en dat in een wereld die niets van homo’s hebben moet. Over Ronald, de zwarte jongen, die zijn beste vriend is, maar die steeds maar zegt dat hij dat niet kan zijn, omdat hij niet kan begrijpen wat het is om zwart te zijn. Over school, waar hij vanwege zijn armoedige kleding in het hokje van de kanslozen gestopt wordt. Over de nachtmerrie die hem maar niet met rust laat. En over nog veel meer.


Even lijkt het er op dat de jongen die nadat zijn vader verdwenen is, liefde moet ontberen, een maatje vindt in de pitbull Otis. Een droom die in duigen valt. Dan ontdekt hij het kickboksen. Zijn leraar Art ziet een kampioen in hem, en inderdaad weet hij de woede van zijn leerling zo te kanaliseren dat hij een kampioen wordt.Maar is dit het dan? Vechten? Waar vecht hij tegen? Het zijn niet de tegenstanders. Nee, hij vecht tegen zijn angst. Tegen zijn achtergrond. Tegen zijn moeder. En tegen de vader die hij nooit kende. ‘Ze zien het beest, maar niet de angst’. Hij durft niet te schrijven. Hij durft niet van iemand te houden. Hij durft niet te leven.


Het boek is geschreven in het ritme van de klappen die een bokser in een training uitdeelt aan de bokszak. Het verhaal is een roman, maar er zitten veel autobiografische elementen is. Zo is Alex Boogers opgegroeid in een buurt als die hij beschrijft. Zijn moeder was ook bijna ongeletterd – ze zal het boek dat hij schreef niet lezen.
Het is een coming of ageroman. Over een milieu dat je alleen maar zo overtuigend kunt beschrijven als je het zelf kent. En dat is dan ook het geval. Alle elementen uit zijn biografie komen terug in deze lijvige ontroerende roman.


Alex Boogers
is een Nederlandse schrijver. Hij woont en werkt in Vlaardingen, dat hij zelf steevast ‘het Naamloze Gat’ noemt. Ondanks een rommelige en turbulente jeugd waarin hij veel tijd op straat doorbracht en vocht, volgde Boogers het mavo, havo en vwo. Boogers was een begenadigd vechtsporter en beoefende taekwondo, jiu-jitsu en thaiboksen tot hij een ernstig ongeluk kreeg en verschillende ruggenwervels brak en verschoof. Later begeleidde hij jonge aanstormende vechttalenten. Boogers studeerde uiteindelijk Nederlands recht en filosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. In Leiden studeerde hij voor een zeer korte periode Nederlandse taal.


ISBN 9789057597114 | Paperback | 576 pagina's | Uitgeverij Podium  | februari 2015

© Marjo, 4 juni 2015

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Wanneer de mieren schreeuwen
Alex Boogers


In deze novelle vertelt taxichauffeur Gabriel het verhaal over z'n neefje Socrates, een talentvol voetballertje, dat bij het sneeuwballen gooien wordt doodgeschoten. Het verhaal is gebaseerd op de tragische dood van de Rotterdamse jongen Sedar Soares. Het verhaal wordt verteld als een soort raamvertelling.


Aan het begin van het boek zit de schrijver bij Gabriel in de taxi. Hij is op weg naar de universiteit om een lezing te geven en Gabriel vertelt het verhaal over z'n neefje. Op de universiteit besluit de schrijver niet de lezing te geven die hij had voorbereid, maar in plaats daarvan vertelt hij het verhaal over het korte leven van Socrates, een Kaapverdiaanse jongen, die een talentvol voetballer was.
Hij woont met z'n moeder, z'n zus en z'n broertje in Rotterdam. Z'n vader heeft de jongen nooit gekend en Gabriel fungeert misschien een beetje als een vaderfiguur.


In het begin van het verhaal gaat het over Gabriel, die inmiddels getrouwd is met Rina en een zoontje heeft dat Socrates heet, naar z'n overleden neef. Dit maakt het even verwarrend, maar als je eenmaal in het verhaal zit, valt het wel mee. Het is een ontroerend verhaal over een jongen met talent. Aan het eind van het boek zijn we weer terug in de collegezaal, waar de schrijver z'n verhaal afrondt.


ISBN 9789057595981 Paperback 135 pagina's Uitgeverij Podium november 2013

© Renate, 18 maart 2015

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER