Boekenarchief T-U-V

Juan Gabriel Vásquez

De geheime geschiedenis van Costaguana
Juan Gabriel Vasquez


Je kent dat vast wel. Je bent met een paar mensen in gesprek en steeds op alles wat je vertelt reageert de een of ander met iets waar hij/zij aan denkt. De verhaallijnen lopen door elkaar, er is geen tekort aan gespreksstof, en het is heel gezellig, maar het is zo vermoeiend. Zo is dit boek ook.


Juan Gabriel Vasquez laat zijn ik-figuur, José Altamirano, vertellen over de parallel die er is tussen zijn leven en dat van Joseph Conrad. Deze heeft het boek ‘Nostromo’ geschreven, dat,  zegt José,  gebaseerd is op het levensverhaal van José. Conrads fictieve land Costaguana lijkt verbazend veel op Colombia (en Panama). Het is een geval van ‘ik was in Rome en heb de paus niet gezien’, zegt José, die de paus dan zelfs gesproken heeft!


De spil waar het boek van Juan Gabriel Vasquez om draait is de geschiedenis van Panama, eerst als deel van Colombia, later - na een aantal oorlogen - als zelfstandig gebied. Het speelt zich af rond de eeuwwisseling van 1900. Het kanaal van Panama is nog niet gegraven, maar de Fransen hebben grootste plannen. De wederwaardigheden van Lucien Napoleon Bonaparte Wyse, en van Ferdinand de Lesseps berusten op de waarheid, zoals vrijwel alle voorvallen rondom de aanleg van het Kanaal en ook de geschiedenis van Panama historisch zijn.
Om dat alles heen is er de fictieve persoonlijke geschiedenis van José, zijn moeder, en vooral zijn vader, de ‘refractiejournalist’. Een boeiende persoonlijkheid, die man!


Zoals gezegd: het is geen boek dat je in een ruk uitleest, omdat de bloemrijke taal, de vele bijvoeglijke naamwoorden en bijzinnen, de herhalingen en de toevoegingen die tussen haakjes staan, de nodige eisen stellen aan de lezer. Maar doorzetten is zeker de moeite waard, als je er eenmaal aan gewend bent, valt het niet eens meer zo op. Het is namelijk wel een verhaal dat je meesleept.
Je wilt weten hoe het de arme José, die zich zwaar in zijn hemd gezet voelt, zal vergaan. En natuurlijk wil je ook weten hoe dat Kanaal, waarvan we weten dat het er ligt, er gekomen is. De lezer wordt toegesproken als ‘Lezers van de Jury’ waartoe ook José’s dochter behoort.
Een stukje, waar de schrijver een zijpad inslaat, en iets vertelt over de refractiejournalist.


'Ik, zegt de Chinees, met een huid die al blauw begint uit te slaan en een geur die al bijna ondraaglijk is, ik, die bij leven de Spoorlijn van Panama heb aangelegd, zal vanuit de dood helpen hem te financieren, net als andere negenduizendnegenhonderdachtennegentig dode arbeiders – Chinezen, negers, Ieren – die nu de universiteiten en ziekenhuizen overal ter wereld aandoen. Ach, wat kan een lichaam reizen.
Dit alles vertelt de dode Chinees aan mijn vader.
Wat mijn vader hoort, is toch lichtelijk anders.
Mijn  vader hoort geen relaas van persoonlijke tragedies, hij ziet de dode Chinees niet als een naamloze arbeider zonder bekende verblijfplaats aan we men onmogelijk een graf kan geven. Hij ziet hem als een martelaar en hij ziet de geschiedenis van de spoorlijn als een heus epos. De trein tegen de jungle, de mens tegen de natuur…’


ISBN 9789056723248 | Hardcover | 272 pagina's | Signatuur | oktober 2010

Vertaald uit het Spaans door Brigitte Coopmans (voor wie mijn complimenten!)

© Marjo, 23 februari  2011

Lees de reacties op het forum en of reageer, klik HIER