Boekenarchief T-U-V

Arjen van Veelen

https://arjenvanveelen.nl

 

alt

Aantekeningen over het verplaatsen van obelisken
Arjen van Veelen


De ik-figuur, de schrijver zelf, stapt op het vliegtuig naar Egypte. Sinds kort wonen hij en zijn vrouw met poes Amy in St.Louis, waar zijn vrouw een baan aangeboden kreeg. Voor hemzelf was er geen aanbod, maar hij is journalist, er komt wel wat op zijn pad. Het idee om een biografie te schrijven over Alexander de Grote heeft hij al langer in zijn hoofd.


Bij de verhuizing is hij gestuit op zijn oude syllabus, die hij maakte tijdens het eerste jaar van zijn studie klassieke talen. Met die verzameling teksten van oude schrijvers had hij een plattegrond gemaakt van Alexandrië, waar de mummie van de Grote Alexander zich nog steeds moet bevinden. Hij had het er al over met Tomas, tijdens de eerste periode van hun onstuimige vriendschap.


Nu Tomas vlak voor hun vertrek uit Nederland overleden is, komt er de rouw over die onverwachte dood nog bij. Zijn reis naar de Egyptische stad wordt een kruistocht, op zoek naar Alexander, op zoek naar zichzelf en in het reine komen met het feit dat Tomas er niet meer is. Diens boeken heeft hij meegenomen, daar heeft hij plannen mee.
Natuurlijk vergezelt de geest van Tomas hem waar hij ook gaat. Hij hoort zijn commentaar, mijmert over het verleden, en in zijn voetspoor tredend citeert hij tal van schrijvers, uit heden en verleden.


Het is het verhaal van een bijzondere vriendschap tussen een superintelligente jongeman, die achter een flamboyante gedrag een onzekerheid verbergt en een bleue student die niet tegen diens uitbundigheid opgewassen is, maar er geen moment spijt van heeft dat hij zich heeft laten overdonderen. Het is een verhaal over rouw na het veel te vroeg en onverwacht overlijden van een vriend, en het is een essayachtig verhaal over Alexander de Grote en consorten.


Arjen van Veelen weeft alles door elkaar, waardoor het een afwisselende en steeds boeiende roman is geworden. Op deze manier heeft hij de valkuil van het melodrama ontweken, is het eerder een eerbetoon geworden en wekt hij interesse voor Alexander de Grote en consorten. Een leuk extraatje: er staan in het boek fotootjes, vooral van Alexandrië. En dan zijn er nog wat kleinere thema’s. Schrijnend is het te lezen hoe de media om ging met de dood van zijn vriend, zijn voorbeeld, zijn leraar: ineens kende iedereen hem:


‘Hij had duizend beste vrienden, en allemaal overhandigden ze elkaar hun geloofsbrieven: foto’s appjes, dagboekaantekeningen, ontboezemingen, allemaal maakten ze selfies bij het lijk, toonden ze hun wonden in hun hartstreek. Ik, ik, ik kende hem ook, ik, ik ik hield ook van hem, een koor van ikken zong voor hem.’


‘Hij wees naar de punt van de obelisk.
‘Zie je hoe de steen steeds smaller wordt, steeds ieler, tot-ie in de hemel verdwijnt, alsof hij een lijn wil worden, een vergeefs streven naar perfectie, een asymptoot die naar onsterfelijkheid reikt, maar toch wordt afgekapt.’


Een obelisk als symbool van onsterfelijkheid. Met deze roman richt Arjen van Veelen er een op voor zijn overleden vriend. En hij is in Egypte met een missie, waarbij er ook nog een lichte spanningsboog is of dat een missie is die kan slagen.


Mooie beelden roept hij ook op:


‘De klanken kwamen aan als een klap op mijn kaak, uit een dode hoek, zo mooi.’

‘Het lezen was waden door stroop.’

’Zijn dood kwam als een bliebje’.


ISBN 9789023448600 | Paperback | 272 pagina's | De Bezige Bij | oktober 2017

© Marjo, 18 mei 2018

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER