Boekenarchief T-U-V

Sien Volders

Oogst
Sien Volders


In 2007 sloot Roemenië zich aan bij de Europese Unie, waardoor de economische toestand langzaam maar zeker veranderde. Verslechterde voor velen. Ook de kruidenierswinkel van Alina’s vader redde het niet toen de (grote) supermarkten kwamen. En Alina verliest haar baan als haar werkgever besluit zijn textielfabriek over te plaatsen naar Maleisië. Zij is alleen met haar zoon, moet haar appartement opzeggen om bij haar ouders in te trekken, in een dorp op het platteland van Roemenië. Het kan nog erger: haar vader krijgt een hersenbloeding en en is niet half meer de man die hij tevoren was.


Toen haar achterneef Dumitriu haar vroeg of ze misschien mee wilde naar Sicilië om daar te gaan werken op een tomatenplantage waar hij en zijn vrouw Iona al geruime tijd werken, is het met pijn in het hart dat Alina accepteert.
Eenmaal aangekomen op de plantage blijken de verhalen van Dumitriu nogal overdreven. Of heeft ze niet goed geluisterd? Ja, ze hebben een eigen plek om te slapen: het is de helft van een gammele, vieze schuur. Aan de andere kant van de dunne wand slapen de achterneef en zijn vrouw. Alina en Lucian delen een matras op de grond; fatsoenlijk sanitair is er niet, laat staan meubels.


Haar baas, Giuseppe, spreekt bijna onverstaanbaar Siciliaans, en hoewel hij geen slavendrijver is, eist hij wel dat zijn werknemers net zo hard werken als hijzelf doet. Ze leert snel: als ze dringend behoefte heeft aan vers drinkwater, dat in de kassen niet aanwezig is, en dat buiten wil gaan halen, snauwt haar baas: ‘Si esci da qui non entrerai piu!’ Als ze weg durft te gaan hoeft ze niet meer terug te komen…


'Traag loopt ze terug naar haar rij, zet de lege flessen naast zich en knielt weer, de handen licht trillend, om verder te gaan waar ze gebleven was. Nog acht plantjes uit deze bak, dan weer opstaan en de volgende. Na nog twee bakken loopt ze naar het kraantje, laat een fijne straal lopen en spoelt haar handen, haar polsen haar onderarmen. Kletst water in haar hals en voelt hoe de vuilwarme straal langzaam koeler wordt, hoe de slang boven de grond leegloopt en het koelere water uit de put gezogen wordt.  Het tempert de hitte in haar wangen, doet haar temperatuur langzaam dalen. Met een nat hoofd en natte armen gaat ze verder, loopt langs Giuseppe, die naar haar hals kijkt, de overgang van haar keel naar haar T-shirt. Hij knikt. Ze had zich gedragen zoals het hoorde, gedaan wat moest en nodig was.’


Alina is wel wat gewend, maar dit is zeer zwaar. Tegen een karig loon. Er blijft te weinig over om met de kerst naar huis te kunnen.
Heeft ze evenwel een keus? Er moet geld naar haar ouders, met wie ze iedere week belt. Dan vertelt ze niet hoe het in werkelijkheid is op de plantage, maar ze verwijt haar neef wel dat hij haar in deze situatie heeft gebracht. Moet haar zoon zo opgroeien? In deze hopeloze situatie?


Lucian gaat intussen zijn gang. Natuurlijk ziet hij dat zijn moeder iedere dag oververmoeid op de matras neervalt, maar hij is jong en veerkrachtig en accepteert de situatie: hij kookt als er iets is om te koken, en helpt zijn moeder vooral door niet lastig te zijn en geen eisen te stellen.
Hij heeft al snel vriendschap gesloten met twee leeftijdgenoten: Anwar, zoon van een Tunesische gastarbeider, en Paolo, de zoon van een rijke landgoedeigenaar. Drie jongens die dromen van een onmogelijke toekomst, hun achtergrond verschilt daarvoor te veel. Als ze na de vakantie naar school gaan, bekijken de anderen in de bus hen met verbazing. Maar ze laten al snel blijken dat ze hun mannetje staan.


In elkaars gezelschap is er de eerste kennismaking met de hardheid van de volwassen wereld, die hen met afschuw vervult maar tegelijk ook fascineert: zij zien hoe arme Roemeense vrouwen hun lijf verkopen.
En het is indirect door Lucian dat Giuseppe bezoek krijgt van de controledienst, die strijdt tegen uitbuiting van de buitenlanders.


De manier waarop Sien Volders de situatie in korte krachtige zinnen uiteenzet, is mooi. Zonder harde woorden, zonder overbodige dramatiek beschrijft ze in zintuiglijke stijl hoe vreselijk de situatie is voor Alina en de andere Roemeense vrouwen. Er zijn geen uitgebreide beschrijvingen van het eiland, maar door af en toe wat te vertellen over de natuur in hun omgeving, door de weersomstandigheden te gebruiken is en natuurlijk de Siciliaanse woorden – onder andere van zangeres Rosa Balistreri - is de sfeer voelbaar. De situatie van de migranten en seizoenarbeiders wordt onmiskenbaar dramatischer, Volders laat de spanning toenemen tot het breekpunt.


Racisme, uitbuiting en tegelijk het in deze omstandigheden snelle volwassen worden van de jongens: dat is de thematiek in deze prachtige haast filmische roman.
En helaas ook actueel: niet alleen op Sicilië bestaat deze uitbuiting: denk maar aan de slachthuizen in ons eigen land.


De Vlaamse Sien Volders (1983) studeerde kunstgeschiedenis en antropologie. Haar debuutroman Noord (2017) werd genomineerd voor de Bronzen Uil en de ANV Debutantenprijs.


ISBN  9789048848249 | Paperback | 224 pagina's | Uitgeverij Hollands Diep | oktober 2020

© Marjo, 26 december 2020

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

altNoord
Sien Volders


Sarah is edelsmid, haar sieraden zijn zeer gewild. Dat komt doordat haar ontwerpen persoonlijk zijn, gemaakt voor een bepaald persoon, voor een bepaalde gelegenheid. Ze is erg gedreven, kan haar persoonlijke leven helemaal opzij zetten, als ze dat nodig vindt.
Maar nu heeft men haar ‘ontdekt’. Op de keukentafel ligt een brief:


‘Een aanbod waarvan ze wist dat ze bestonden. Een aanbod waarop ze kans zou maken als ze de weg die haar was aangeleerd op de academie was blijven volgen. Mocht ze jaren en jaren in alle conformisme aan de weg getimmerd hebben. Niet nu. Niet na haar eigen weg te hebben gevolgd. Het is te vroeg. Het is vreemd.’


De keuze valt haar zwaar: kiest ze voor de kunst? Of moet ze gaan voor de grotere bekendheid, voor de commercie?
Sarah besluit een tijdje weg te gaan, om na te denken. Ze kiest een willekeurige plaats ergens ver weg in het noorden, Forty Mile.


Daar woont Mary, uitbater van een winkel, die tegelijk postkantoor is. Ze is de spil van de kleine gemeenschap, waar verder nog een kroeg is en een dokterspraktijk, de enige plaatsen waar een telefoon is. Forty Mile is een goudzoekersstadje, nog geen honderd jaar oud, waar geen goud meer gevonden wordt en nog maar weinig mensen wonen.
Later ontdekken we dat Mary ooit Marion heette en een verdienstelijk schilder was. Haar geschiedenis maakt dat ze perfect het dilemma van Sarah begrijpt. Ook zij heeft de keuze moeten maken.  Een andere keuze die zij ook ooit moest maken is die voor de liefde.


Het zijn de vrouwen in dit boek die voor de keuzes op liefdesgebied komen te staan, ook Sarah. Want in het dorp ontmoet zij Adam, een violist, die samen met Jacob veel succes heeft in het plaatsje. Adam wil meer: zijn muziek kan zeker de wereld veroveren! Maar als hij de reis maakt die precies het tegenovergestelde is van Sarahs reis, wacht hem niet onmiddellijk succes. Bovendien komt hij in Sarahs wereld, hetgeen een schok is.


De tegenstellingen vormen het verhaal: de stad en de luxe mondaine wereld versus een verstild stadje in het hoge noorden dat de helft van het jaar in de ban van ijs en sneeuw is; een gerieflijke stad versus een haast onherbergzaam landschap; de keuze voor het succes en het geld versus kunst en eigenwaarde; en de keuze tussen veilige liefde of een stormachtige affaire.


Binnen deze tegenstellingen doen de hoofdfiguren hun best de juiste keuze te maken. Maar makkelijk is dat niet. Ambitie versus artistieke vrijheid, het vergt veel van Sarah en Adam. Mary heeft haar keuze jaren eerder gemaakt, en van haar stamt de titel:


‘Op het linkerpaneel stond Noord. In koele, beheerste kleurtonen was een vrouw geschilderd die trots op een stronk zat, in een ondergesneeuwd woest bergbos, een bevroren waterval achter haar. Haar kleren leken op die van de Eerste Bewoners. Dezelfde motieven, dezelfde afwerking, maar langer, eleganter. Meer stof en plooien. Naast haar zat een hond of wolf. De rijp in de vacht van het dier bijna tastbaar. Op de voorgrond, amper zichtbaar onder de sneeuw, lagen de lichamen van bevroren mannen. Uitgemergeld, de handen klauwend in het ijs.’


Dit debuut van de Vlaamse Volders is een krachtig verhaal, over de mens, rauw en toch helder met mooie sfeerbeelden:


‘De lente begint zich hier nog maar net een weg door de sneeuw te smelten. De toendra ligt er als een grillig dambord van witte sneeuwvlakken en bruin gras bij.’


Sien Volders
(1983) studeerde kunstgeschiedenis en antropologie. Naast haar werk als redacteur en interieurvormgever werkte ze aan haar debuut, de roman Noord.


ISBN 9789048838288 | Paperback | 240 pagina's | Uitgeverij Hollands Diep | november 2017

© Marjo, 8 mei 2017

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER