Boekenarchief M

Dido Michielsen

http://www.didomichielsen.nl

 

Engel en kinnari
Dido Michielsen


De Indo-Europese zusjes Louisa en Pauline zijn als jonge kinderen opgenomen in het gezin van Arnold en Lot, een Nederlands echtpaar met twee biologische, dus Nederlandse, zonen.
Aan de meisjes werd nooit verteld wie hun ouders waren. Tante Lot, een strenge vrouw die zich aan strikte regels hield, waakte er voor dat haar meer toegeeflijke echtgenoot ook zijn mond hield.
Louisa verlangde er haar leven lang voor het te weten: wie was haar moeder? Voor Pauline was het niet belangrijk.


Als, zoals het in die tijd gebruikelijk was, de meisjes al op jonge leeftijd – Louisa is dertien jaar oud! - uitgehuwelijkt worden, lijkt de kans om er achter te komen verkeken. Haar veel oudere echtgenoot blijkt gelukkig een zachtaardige man, maar van liefde is geen sprake.
Hij is Controleur 2e klas bij het Binnenlands bestuur, waardoor het gezin, inmiddels drie kinderen rijker verhuist naar Buitenzorg.
Daar woont haar vroegere vriendin Cato, dus Louisa verheugt zich op een hernieuwd contact.
Cato, een Indische meisje, is getrouwd met een Nederlander. Is dat de achterliggende reden waarom ze Louisa op afstand lijkt te houden? Of is er meer aan de hand?


Het leven in Nederlands-Indië werd bepaald door de Hollanders die de eilanden koloniseerden. Dat betekende in het begin uitbuiting en onderwerping van de plaatselijke bevolking. Ook al werd er later meer aandacht besteed aan hun maatschappelijke en persoonlijke ontwikkeling, het verschil bleef groot. Een van de thema’s in dit boek is dan ook rassendiscriminatie.   
Als Louisa een nieuwe buurvrouw krijgt en zij vriendschap sluit met deze Chinese vrouw wordt een ander aspect van dat rassenverschil duidelijk. Het was namelijk not-done voor hogere standen als Hollanders of Indo-Europezen om omgang te hebben met Chinezen.


Dat de afkomst van Louisa en haar een openbaar geheim was, is ook een teken van deze slavernij.
Hollanders namen inlandse vrouwen als bijzit, trouwen was uit den boze, dat gebeurde met Hollandse of Indo-Europese vrouwen, die de njai, de benaming van de bijzit, op de koop toe moest nemen. De moeder van de zussen was ongetwijfeld zo’n njai, een vrouw zonder rechtsbescherming, die blij mocht zijn dat haar kinderen dan in ieder geval de bescherming genoten van Hollanders.


Later zal Louisa ontdekken dat niet alleen zij zocht naar haar moeder, maar hun moeder ook naar haar en haar zus.
Hoewel het Louisa goed is gegaan in het leven, is de kern van het verhaal toch de onthechting. Niet weten wat je wortels zijn zit haar haar hele leven dwars. Op een eigen manier probeert ze haar leven zin te geven, tegen de normen van haar tijd en omgeving in, met steeds de vraag: wat overheerst? Haar Hollandse engelbloed of het Javaanse kinnari-element?


Dido Michielsen (1957) schreef in 2020 het bekroonde Lichter dan ik.  
Engel en kinnari is een zelfstandig te lezen vervolg. Het is het verhaal van haar overgrootmoeder.


ISBN 9789048859214 | Paperback | 256 pagina's | Uitgeverij Hollands Diep | oktober 2022

© Marjo, 25 januari 2023

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Lichter dan ik
Dido Michielsen


De betovergrootmoeder van Dido Michielsen, die model heeft gestaan voor de ik-verteller in dit boek, was een van de vele vrouwen in soortgelijke situatie. Het verhaal speelt aan het einde van de negentiende eeuw op Java, dat al vanaf de zestiende eeuw gekoloniseerd werd door Europeanen. Waren het eerst de Portugezen die de baas waren, het eiland werd al snel overgenomen door de Nederlanders.


Tijdens de Napoleontische oorlogen viel Indonesië tijdelijk onder het gezag van de Britse Oost-Indische Compagnie (1811-1816), maar de Nederlanders kwamen terug. Java werd een exporteiland, met andere woorden: Nederland buitte de inlanders uit. Omdat er vrijwel geen vrouwen mee kwamen als de mannen als militair, koopman of ambtenaar naar de Oost gingen – voor het kanaal van Suez openging in 1869 duurde de reis maandenlang – ontstonden er relaties tussen blanken en Javaanse vrouwen.


In naam waren ze veelal huishoudster, de njai, maar vaak kwamen er ook kinderen. Deze vrouwen en hun kinderen - met gemengd bloed - waren bepaald niet welkom in de kampong als zij daar terugkwamen nadat hun meester terug was gegaan naar Nederland. Soms ook nam de man zijn kinderen mee naar Nederland, daar had de moeder niets over te zeggen, en heel soms werd er getrouwd.


Isah, bij haar geboorte in 1850 Peranti genaamd, is 60 jaar oud als zij haar verhaal wil vertellen. Het zelf opschrijven kan ze niet, maar zij vindt een lotgenoot, Tjanting, die wel kan lezen en schrijven bereid alles te noteren over haar leven, dat begon in de kraton (paleis) van de sultan van Djokja(karta). Haar moeder, zelf ongehuwd moeder, verdient de kost als kleermaakster. Pas als zij zo’n 12 jaar oud is, wordt Peranti zich bewust van de verschillende rangen en standen en begint zij te begrijpen dat haar toekomst anders zal zijn dan die van haar vriendinnen.


‘Iedereen aan het hof had zijn eigen plek: Een dun, onzichtbaar web van rangen en standen liep door alles heen, en naarmate je ouder werd, openbaarde dit zich aan je. En dan besefte je als volwassene dat je gevangen zat tussen de verstarde lijnen en niets meer kon bewegen, tenzij je jezelf er met geweld van bevrijdde.’


Als zij 16 is, trouwt haar vriendin, die een jaar ouder is, en tot haar schrik merkt Peranti dat haar moeder ook in zee is gegaan met een koppelaarster. Trouwen met een vreemde, dat nooit. En zij loopt weg. Eerder had ze een Nederlandse militair ontmoet, bij hem klopt ze aan, hopend op een betere toekomst. Hij verandert haar naam in Isah, en is goed voor haar. Maar al krijgt ze twee kinderen van hem, hij blijkt niet van plan die te erkennen, laat staan met haar te trouwen.
En dan gaat hij terug naar Nederland. Zij blijft achter, alleen, met twee kleine kinderen.


Door middel van dit boeiende verhaal ontdekt de lezer veel over een tot nu toe nauwelijks bekende periode uit de Nederlandse geschiedenis. Vrouwenlevens werden tot voor kort sowieso onderbelicht, waar ter wereld ze zich ook afspeelden en hoe ze ook verliepen.
Dido Michielsen durft het aan. Ze verdiepte zich in de geschiedenis van Nederlands-Indië, speciaal in dat van haar betovergrootmoeder, die ooit njai was.
Ze vertelt op een levendige manier, je wilt alleen nog maar meer weten over hoe vrouwen in die tijd moesten leven.


Hoewel ook de weinige Nederlandse vrouwen die meereisden het niet makkelijk hadden, is dit boek toegespitst op inlandse vrouwen. Zij hadden geen rechten, mannen konden ongestraft met hen doen wat ze wilden. Isah is een intelligente jonge vrouw, die probeert iets van haar leven te maken. Ondanks de beperkingen blijft ze hopen en een uitweg zoeken. Ze wil geen gebruiksvoorwerp zijn, maar erkend worden als mens.


Dido Michielsen (1957, Amersfoort) schreef eerder het verhaal van Derk Sauer en zijn vrouw in Moskou en (samen met haar man Auke Kok) het leven van de Joodse familie Van Cleeff voor, tijdens en na de oorlog.
Met Lichter dan ik won zij al de Boekhandelsprijs 2020, en ze is genomineerd voor de Hebban debuutprijs.


ISBN 9789048845033 | paperback | 272 pagina's | Uitgeverij Hollands Diep | september 2019

© Marjo, 17 april 2020

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER