Boekenarchief M

Daniel Mason

North Woods
Daniel Mason


In het hoge noorden van New Hampshire, in de Verenigde Staten, zijn uitgestrekte bossen.
Hoe het begint: Lang geleden vonden een man en een vrouw elkaar. Hij was ontsnapt uit Engeland, en woonde nu in de buurt van Springfield. Zij woonde in een kolonie en was voorbestemd om met de dominee, twee keer zo oud als zij, te trouwen, wat ze niet wilde. Een enkele keer ontmoetten ze elkaar, maar dat was genoeg:


‘Wist hij waar hij heen ging, vroeg ze en ze trok hem naar zich toe, proefde zijn lippen, en steevast antwoordde hij: Weg! Ze gingen naar het noorden, naar de noordelijke bossen, en daarna, onverbiddelijk als vuur, naar waar de zon ondergaat, maar door de bergen moesten ze hun koers verleggen en ook de moerassen weerhielden hen, en na een week hadden ze wel overal kunnen zijn. Maakte het wat uit? Ze lieten zich meevoeren door rivieren die hen afzetten op verre, zondoorstoofde oevers. Doornstruiken weken uiteen en sloten zich achter hen.’


Het zijn niet deze twee mensen die de kern van het verhaal zullen vormen. Het is hun hut die in de loop van de jaren, eeuwen, uitgebouwd zal worden en diverse bewoners heeft. Er worden mensen gedood en in de buurt begraven. De vrouw die van een van de mannen die gedood werd een appel kreeg, eet deze op en gooit het klokhuis weg. Op het graf van de gedode man zal een appelboom groeien.
Een Engelse militair die niet meer wil vechten, maar rust zoekt, vindt de appelboom, en besluit ter plekke een appelboomgaard te planten.
Alles haakt in elkaar, wat er verder ook gebeurt in en rond het huis.


En er is de altijd aanwezige natuur die invloed uitoefent op dat gebied: de appelbomen natuurlijk, de schapen, de panter en de twee kevers die hun nageslacht in het hout verstoppen. De bossen blijven, hoewel in de loop van de tijd uitgedund. Maar het huis vervalt, en wordt weer opgebouwd. Rondom verandert de wereld, met als veroorzaker van die veranderingen alles wat deel uitmaakt van natuur, in de breedste zin van het woord. Mens, fauna en flora.
Het geheel bestaat uit verhalen over enkele van die veranderingen; er zijn gedichten en zwart-wit tekeningen; allerlei soorten teksten vertellen het verhaal van die plek in de bossen, van toen en nu. Mason maakt sprongen in de tijd, om een tijdspanne van driehonderd jaar neer te zetten.


Het einde is magisch. En laat het verleden samenvallen met het heden. 
Behalve dat het een bijzonder verhaal is – hoewel niet helemaal origineel – is North Woods prachtig van taal. Mooie beschrijvingen waardoor je het voor je ziet. Een boek over de natuur heeft de neiging om traag te worden, maar dat gebeurt niet, doordat Mason er die andere elementen in brengt. Het zit knap in elkaar en is het herlezen waard.


Daniel Mason (Californië, 1975) is schrijver en arts Eerder schreef hij De pianostemmer en De wintersoldaat.

ISBN 9789048869282| Paperback | 400 pagina's | Uitgeverij Hollands Diep | september 2020
Vertaald uit het Engels door Theo Schoemaker

© Marjo, 8 december 2023

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

De wintersoldaat
Daniel Mason


‘De hoeven van zijn paard kletterden tegen de bevroren grond. De lucht was grijs, en in de verte kon hij de bergen in de storm zien oprijzen. Daar ergens was Lemnowice, en het regimentshospitaal van het Derde Leger, waar hij geacht werd te gaan dienen.’


De tweeëntwintigjarige student Lucius Krzelevski uit Wenen heeft er als kind al van gedroomd om dokter te worden. Dat is niet helemaal de gebruikelijke gang van zaken in de familie waarin hij opgroeit. Zijn vader komt uit een oude Poolse familie, zijn moeder is een zakelijk ingestelde vrouw die erg op status gesteld is. Zijn broers en zussen hebben flair, zijn de trots van hun ouders, maar Julius is een buitenbeentje. En dat blijft hij tijdens de studie, omdat de anderen, met uitzondering van één, niet zo gedreven zijn als hij.


En dan wordt het 1914, er breekt een oorlog uit. Al snel is er een tekort aan doktoren en worden ook studenten geworven. Lucius hoopt in het leger veel te kunnen leren en meldt zich.
Hij is geschokt als hij ziet hoe de toestand in de primitief ingerichte hospitalen in werkelijkheid is: te weinig medisch onderlegde mensen, nauwelijks medicijnen en andere benodigdheden. Als hij aankomt in Lemnowice, blijkt het hospitaal een kerk te zijn. Het is er ijskoud, en er is slechts één verpleegster, een non, die hem ontvangt met een geweer in haar hand. Tegen de wolven, zegt ze. Maar ook tegen Kozakken en tegen oprukkende vijanden.


Lucius wordt meteen in het diepe gegooid: de student die nog nooit geopereerd heeft, moet ledematen amputeren, en vechten tegen luizen en ratten, die tyfus met zich meenemen. Margareta blijkt praktisch goed onderlegd, al weet ze weinig tot niets van de theorie. Zij leert hem de praktijk. En dan wordt er een man binnengebracht die nergens op reageert, haast catatonisch is. Lucius begrijpt dat deze man dezelfde ziekte heeft waar hij al over hoorde, een ziekte die in toenemende mate aan het Westelijk Front voorkomt. Lucius en Margareta weten de man uit zijn stupor te krijgen met behulp van de juiste medicijnen en vooral veel met hem te praten. Als ze ontdekken dat hij een begenadigd tekenaar is, laten ze hem tekenen.
Horvath, zo heet de man, wordt een speciale patiënt, van zowel Lucius als Margareta.


En dan komt er een rekruteringsploeg, die alle hospitalen langsgaat en iedere man die er maar enigszins toe in staat lijkt te kunnen vechten, met zich meeneemt. De leidinggevende officier, een wrede man, luistert niet naar argumenten: wie geen zichtbare verwondingen heeft, hoort aan het front. Ook mannen die aan shellshock lijden, want dat is die nieuwe ziekte, veroorzaakt door de ondraaglijkheid van de gemechaniseerde oorlogsvoering. Totale verlamming, blindheid, stoelgangproblemen, spierspasmen. Moeten zulke mannen weer vechten? Het is aanstellerij, vindt de officier, en bij een tweede poging neemt hij Horvath mee.


Dat voelt als een nederlaag, en misschien is het wel daardoor dat de dokter en de verpleegster elkaar vinden. Al vermoedde Julius al dat hij verliefd was. Maar ze was een non… Deze prille liefde krijgt nauwelijks een kans, het is oorlog, het front nadert, en door omstandigheden raken ze elkaar ook weer kwijt.
En als dan de Wapenstilstand afgeroepen wordt zijn de grenzen veranderd en is reizen een ramp. Kan Lucius zijn Grote Liefde nog terugvinden?


Een roman dus, maar het verhaal van de Wintersoldaat is vooral dat van de veranderende medische inzichten tijdens de Eerste Wereldoorlog. Madame Curie, die aan de basis stond van de röntgenfotografie, heeft zelfs een bijrolletje, maar het gaat toch meer over de verworven kennis over de menselijke geest. Daniel Mason spaart de lezer niet, hij beschrijft in detail over de operaties die onder de meest vreselijke omstandigheden uitgevoerd moesten worden, over het leed dat de oorlogsslachtoffers moesten ondergaan, door gebrek aan de juiste diagnose maar vooral het ontbreken van medicatie.


Over de wanhoop gaat het, van de hulpverleners die moesten roeien met de riemen die ze (nauwelijks) hadden, onder zware omstandigheden, in het geval van Lucius barre winters, in onherbergzame gebieden. Mason vertelt over de Eerste Wereldoorlog zoals die zich aan een ander front afspeelde: Oostenrijkers, Hongaren, Tsjechen en Polen die in dienst waren van het Keizerrijk Oostenrijk streden tegen de Russen.


Masons stijl is beeldend, je ziet en voelt met de personages mee. Niet bepaald een lekker romannetje dus, maar wel een verhaal dat je meesleept, niet alleen de oorlog in, maar ook binnen de kringen van de welgestelde kringen van Wenen, waarbij de tegenstelling tussen Margareta, die vaardige, maar ondergewaardeerde vrouw, versus de lichtzinnige societydames.


Daniel Mason (1976) is een Amerikaans schrijver, bioloog en arts.
Hij werd bekend door zijn eerste roman De pianostemmer (2002)


ISBN 9789048848621 | paperback | 364 pagina's | Uitgeverij Hollands Diep | maart 2019

© Marjo, 6 juni 2019

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 
De pianostemmer


Flaptekst

Het is oktober 1886 als Edgar Drake een vreemd verzoek van het Britse ministerie van oorlog bereikt. Hij krijgt de opdracht om zijn vrouw en rustige leventje in Londen vaarwel te zeggen en naar de jungle van Birma af te reizen, waar een zeldzame Erard-vleugel gerepareerd moet worden.
De piano behoort toe aan Anthony Caroll, een arts in het Britse leger die er nogal onorthdoxe methoden op na houdt om de vrede met de vijandige vorsten in de zuidelijke Shan-staten te bewaren - door zijn liefde voor poezie, muziek en studie met hen te delen.
Voorlopig zorgt deze aanpak voor rust in het gebied, maar tegelijkertijd roept die bij Carolls superieuren vragen op over zijn loyaliteit.


Op zijn reis naar Birma - via Europa, de Rode Zee en India - ontmoet Edgar profeten, dieven, soldaten en verhalenvertellers. Eenmaal op de plaats van bestemming ontmoet hij een fascinerende vrouw, die net zo ongrijpbaar blijkt te zijn als Caroll.
Op de machtige rivieren en in de verlaten steden van Birma krijgt Edgar te maken met meer mysteries dan hij zich ooit had kunnen voorstellen.


Mijn indruk

Schitterend boek. Je krijgt heel veel informatie maar op een goede, prettige manier gepresenteert.
Edgar is een dromerige man die helemaal opgaat in zijn werk. Hij heeft een enorme liefde voor piano's met als specialiteit Erard-vleugels.
Hij is zeer verrast door het verzoek van het ministerie en vindt het een uitdaging. Zijn vrouw Katherine, waar Edgar nog steeds af en toe verliefd op wordt, stimuleert Edgar om te gaan. Via brieven aan Katherine en gesprekken aan boord van de schepen, kom je te weten hoe zijn reis verloopt en word je steeds nieuwsgieriger naar de arts Anthony Caroll. Via documenten die Edgar mee heeft gekregen van het ministerie krijg je achtergrondinformatie over het Birma in die tijd.
Ook het uiteindelijke stemmen van de piano is prachtig omschreven. De technische handelingen worden omgeven door de gedachten van Edgar Drake, die steeds wegdroomt in de klanken.
Edgar raakt gefascineerd door het land, de mystiek en wil eigenlijk niet meer weg. Hij ontmoet een vrouw waarvan hij vermoed dat het de vriendin van Caroll is maar zeker weten doet hij dat niet. Hij raakt min of meer verliefd op haar, meer door het land en de omgeving dan echt verliefd zijn.


Het personage Edgar Drake is prachtig omschreven. Heel levensecht. Je ziet de man lopen en zich verwonderen, leeft mee met zijn gedachten. Ziet door zijn ogen Birma. Je bent in Birma.
De arts blijft een ongrijpbaar iemand, je krijgt niet echt hoogte van zijn handelingen. Wel deelt hij zij liefde voor de natuur met Edgar, is bevlogen als arts, wil alle ontwikkelingen op geneeskundig gebied weten.
Ook de houding van de Britten wordt goed omschreven. De superieure blanke mannen die weinig begrijpen van Birma en de mensen die er leven.
De sfeer van het boek is rustig, net als Edgar Drake.
Het einde is verrassend maar dat moeten jullie zelf maar lezen.
Echt een aanrader dit boek.


ISBN 9023412737 | Ingenaaid| 399 pagina's | De Bezige Bij | januari 2004
Vertaler: Lilian Schreuder

© Dettie, Augustus 2003

Reageren? Klik hier!