jeugd 15+

Elin Bengtsson

altTussen winter en hemel
Elin Bengtsson


‘Er bestaat een soort liefde die op geen enkele andere liefde lijkt. Dat is de liefde die je niet zelf hebt gekozen. Die iedereen voor lief neemt, omdat je de broer van iemand bent, of het kind. Voor anderen lijkt het een uitgemaakte zaak, ze houden van hun mama’s en papa’s en zusjes en broertjes zonder zich af te vragen waarom.
Andreas, weet je nog dat we naar de wolken keken? Een keer zagen we een wolk die op een ruimteschip leek. Herinner je je de blauwe plekken, schaafwonden en brandnetelblaren? Dat ik je op je handen leerde lopen rond oma’s zomerhuis?’


Martin, zeventien jaar oud, is kwaad. De hele dag loopt hij rond met een nors gezicht, hij doet precies wat hij zelf wil zonder zich te storen aan zijn ouders of broer, en trekt zich vaak terug op zijn kamer om er snoeiharde muziek te spelen op zijn gitaar.
‘Hij speelt alleen maar en de akkoorden vullen de kamer als vlinders. Metalen vlinders.’
Normaal pubergedrag? Misschien. Maar Martin zou zich waarschijnlijk minder hard opstellen als het niet hoefde te leven met het feit dat zijn twee jaar jongere broer dood gaat.
Dood gaan we allemaal, ja, maar Andreas heeft nog maar een paar maanden. Martin probeert het te begrijpen, maar dat lukt natuurlijk niet. Hij kan het niet aan, en onttrekt zich aan het gezin.


Moeder probeert haar jongste zoon te verwennen, en ze huilt veel. Vader probeert normaal te doen en laat Andreas met rust als hij dat aangeeft.
Andreas heeft zich teruggetrokken uit het leven dat hij leidde. Hij gaat met niemand meer om, zijn hobby graffiti spuiten, beoefent hij niet meer, voetballen of andere dingen doen met zijn broer, hij wil het niet. De hele dag ligt hij wat naar de televisie te kijken. Hij heeft het opgegeven. En daarom haat Martin hem.  Niet echt, maar toch. En hij haat zichzelf omdat hij niet in staat is contact te maken met zijn eigen broertje. Sara is zijn vriendin, maar zij begrijpt het ook niet, en wil dat Martin er alleen voor haar is.
En dan is er Mari, de dokter die Andreas behandelt. Met haar kan Martin praten. Zij weet immers wat er aan de hand is, zij begrijpt de situatie.
En intussen maakt Andreas een lijstje, waarop drie dingen staan die hij voor hij sterft nog wil doen. Er staat een wereld tussen de jongens, maar zijn tegelijk ook erg gehecht aan elkaar.
Wat er gaat gebeuren is onontkoombaar.


Elin Bengtsson heeft een aangrijpend verhaal geschreven, dat me deed denken aan ‘De gebroeders Leeuwenhart’. Maar in dit boek komen geen sprookjes voor, geen fantasieland dat het Nangijala heet. In dit boek wordt er niet omheen gedraaid, het is een keihard verhaal over de dood. Het geeft duidelijk weer hoe de twee jongens omgaan met wat hun lot is en is minder aangrijpend dan het verhaal over Jonathan en Karel. Omdat dit realistisch is? Omdat de jongens ouder zijn en het boek ook bedoeld is voor oudere kinderen? Er is een mooie scène als Andreas een kerk binnengaat en er alle kaarsen die er zijn aansteekt, en  de muziek is belangrijk, net als de toekomst. Life goes on zeg maar.
Het blijft een triest verhaal dat ondanks alles positief eindigt. Dat is dan weer hetzelfde als bij de broertjes Leeuwenhart.


ISBN 9789044821413|hardcover|152 pagina's| Uitgeverij Clavis| april 2014
Vertaald uit het Zweeds door Maaike Lahaise

© Marjo, 21 mei 2014

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER