jeugd 15+

Gemma Geurts

https://gemmageurts.nl

 

De laatste vier dagen
Gemma Geurts


Het is het jaar 1222.
Aan het woord is een hond, Lupo, een Sloughi. Hij is gewond, maar maakt zich meer druk over zijn baas die gevangen zit. Vier dagen heeft hij om het verhaal te vertellen. Dan wordt het vonnis geveld of zijn baas al of niet de dood wacht.


Het verhaal begint in Spanje: Djibriël d’Al Karaouine is een twintigjarige albino, van Moorse afkomst, die met zijn moeder vijf jaar eerder gevlucht is uit Fez naar de stad Salamanca, waar hij zijn studies rechten en heelkunde voltooid heeft. Fatima, de moeder is ernstig ziek, en zal weldra sterven.
Koning Alfonso ontbiedt hem aan het hof in Leon. Hij heeft een opdracht voor de Moor.


‘Franse veroverzucht bedreigt ons. In samenwerking met de pauselijke inquisitie vervolgen ze iedereen die niet zuiver is in de roomse leer. Vanwege uw kennis van het recht en de heelkunde,’ zei de koning, ‘hebben wij  besloten u naar Occitania te zenden, naar Faula Farss.’


Dat is een klein koninkrijk in de uitlopers van de Franse Pyreneeën, een vrij land. De Inquisitie is een reizende rechtbank, ingesteld door de paus, die eist dat mensen het enige ware katholicisme aanhangen. Als een vonnis luidt dat een persoon niet zuiver op de leer is, dus een ketter, dan wacht hem de strop of de brandstapel en vervallen zijn eigendommen aan de staat (vandaar de medewerking van vele Fransen!)
Deze heilige rechtbank rukt op vanuit Rome en Frankrijk, op weg naar Spanje. Koning Alfonso heeft zin handen vol aan de Moren en geeft Djibriël als opdracht mee: Hou de Inquisitie tegen.
Hou Faula Farss onafhankelijk!
Een enorme opdracht!


Djibriël vertrekt, met Lupo, en arriveert in het staatje na een barre tocht door het gebergte. Hij wordt niet echt met open armen ontvangen. Een bemoeial is hij, of hij nu een geschenk is van koning Alfonso of niet. Er is onlangs een wissel geweest op de troon in Faula Farss. Een veertienjarige jongen, Charles, regeert, bijgestaan door een kanselier, die eigenlijk de touwtjes in handen heeft.


De kanselier blijkt een geduchte tegenstander als Djibriël aan de slag gaat met zijn nogal wereldse ideeën. Hij streeft een sociale samenleving na, met eerlijke wetten voor iedereen, en mededogen voor het volk. Ook probeert hij mensen te genezen van hun kwalen en leidt daarvoor anderen op.
Maar de dertiende eeuw is een periode waarin de mensen nog niet veel kennis hadden: tradities en bijgeloof, angst en goedgelovigheid werken hem danig tegen.  
Hoe overtuig je mensen die niet eens kunnen lezen van de juistheid en de eerlijkheid van de nieuwe wetten?
En dan is er ineens een tweede zon: een vreemd hardnekkig lichtschijnsel, dat 24 uur per dag aanwezig is. Nu weten we dat het hoogstwaarschijnlijk de komeet Halley was, maar natuurlijk wisten mensen dat toen niet. Het was de straf van God!
Als dan ook nog een moord gepleegd wordt, en de Inquisitie in aantocht blijkt, wordt de situatie zeer penibel.


Het is absoluut een boeiend verhaal, maar een voorwoord over de situatie in de dertiende eeuw, politiek en sociaal, had verhelderend kunnen werken. Niet iedere lezer zal op de hoogte zijn en die situatie wordt pas duidelijk als je al een heel stuk verder bent in het boek. En het nogal summiere nawoord komt dan te laat.
Lekker spannend is het ook niet: Djibriël is een verlicht denker. Hij benadert de wereld en de problemen die hij tegenkomt vaak filosofisch. Vrijheid van denken staat hoog in zijn vaandel. Hij is dan ook niet religieus, geen enkele religie heeft hij omarmd. Dat is de reden dat hij nu in een cel zit te wachten op het oordeel. Lupo de hond heeft er een hard hoofd in, maar blijft hopen.


Dat Lupo de verteller is, is een aparte vondst! Eventuele emoties hoeven nauwelijks omschreven te worden: Lupo stelt met behulp van de reuk onmiddellijk vast of iemand bang is, of niet eerlijk.
Dan krijgen we bijvoorbeeld dit:


‘Landeigenaren die niet buigen voor de kerk, worden verketterd.’ En Lupo zegt:
'Amiels lijflucht verschaalde'.


Of, als Djibriël te horen krijgt dat hij zijn boeken af moet geven:


‘Rode vlekken breidden zich uit over Djibriëls konen, de littekens op zijn wangen zwollen op. Hij boog zich over de koning. Ik maakte me zo veel zorgen dat ik mezelf hard krabde, waardoor er plukken haar van mijn dijbeen loskwamen.
‘Alstublieft, laat mij mijn bronnen van kennis,’ Djibriël beefde over zijn hele lijf, een stank, erger dan die van de kanselier, verjoeg zijn notenlucht.’’


Ook beleeft Lupo zijn eigen avonturen, en is hij getuige van de intieme ontmoetingen die zijn meester heeft. Dat is dan even wat ontspannender om te lezen.
Hoe het afloopt? Dat is al vrij snel duidelijk, dus best wel knap dat Gemma Geurts toch de aandacht weet vast te houden tot op het laatst.


De achtergrond van het verhaal: De Inquisitie, de komeet, dat is allemaal historisch verantwoord. Het kleine staatje Faula Farss is fictief. Onverdraagzaamheid, vrijdenken, liefde en vriendschap, dat is van alle tijden. Je kan dit boek een historische ideeënroman noemen, pittig dus, maar wel de moeite waard. De omslag is alvast heel mooi!


Gemma Geurts is pedagoog en werkte met en voor jeugd in het jeugdwerk, in het basisonderwijs en in het hoger beroepsonderwijs.


ISBN 9789044840629 | Hardcover | 389 pagina's | Uitgeverij Clavis | april 2021
Leeftijd van 15+

© Marjo, 12 juli 2021

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER