Annette Pas

Het land waar ik u liefheb
Annette Pas


De schrijfster heeft dit boek in het Engels geschreven en later met hulp vertaald. Naar het Vlaams, zegt ze nadrukkelijk, want Nederlands bleek erg droog en saai. Paste helemaal niet bij het verhaal. En dat is helemaal waar!
Wat is het dan voor verhaal? Tja, lastig te zeggen. Het heeft iets cabaretesk, met een surrealistisch randje. Het is hilarisch, en snijdt op ironische toon de grotere thema's aan die Vlaanderen raken: verplicht dienst nemen; de bende van Nijvel; de 'taaltoestand'; extremisme', toegespitst in Leuven in de jaren zestig en nog meer. Ook Pim Fortuyn speelt nog een rolletje.
De manier waarop het geschreven is, houdt de aandacht vast tot op het laatst: de personages zijn erg kleurrijke typetjes, en niet te vergeten de dieren: onder andere de big Don Quixote en de muis Hugo Claus.


Jean-Claude van Bouillon vertelt het grootste deel van het verhaal. Omdat hij het opgeschreven heeft, is er meteen ruimte voor commentaar op de
gebeurtenissen. Hij is een vrij naïeve en onhandige man, ruim zestig, maar nog maagd. Oorzaak, denkt hij: zijn uiterlijk, hij is erg lelijk. Gevolg: een klein probleempje met zijn 'mannelijkheid' waar hij erg mee zit. Hij is nogal gevoelig voor vrouwen, schoon of niet. Meestal is een boek zijn redding.


'Het was een roman over Napoleon Bonaparte. Ik smeet mij in de lectuur, trachtte mij wanhopig het verhaal binnen te wurmen en geen aandacht te
schenken aan het steeds luider opzwellende lawaai van de betogers die steeds dichterbij kwamen, noch aan het feit dat mijn grootste vijand minder dan drie meter bij mij vandaan zat. Rivieren van zweet doordrenkten mijn hemd. Mijn trillende vingers klampten zich aan de bladzijdes vast. Ikconcentreerde mij op de letters, niet in staat de woorden te lezen, opteerde ik voor het bestuderen van de vorm van de a, b, c, d, e, en ah, daar was een f. Hoe wonderbaarlijk, hoe het alfabet tegelijkertijd zo geordend en zo mysterieus kon zijn, wat een schoonheid was er te vinden in het kleine krulletje van de a, het dikke buikje van de b, zo gelijk en toch zo verschillend van de d. Ik trachtte mijzelf hierover in een soort trance tewerken. Hoe prachtig fier en stijf rechtop verheven, een letter als de 'l'! Oh jee. De letter 'l' was niet langer het enige wat fier en...'


Zijn kleine probleempje is een enkele keer de oorzaak geweest van wat een groter probleem werd, en zijn blijdschap is groot als onverwacht het
probleem voorbij is. Dat ligt aan de komst van zijn nichtje, een meisje van een jaar of zes, dat onverwacht onder zijn hoede komt. Bérénice heet het
kind, dat een achterstand heeft, maar tegelijk erg gevoelig is. Zij is intuïtief heel sterk, en Jean-Claude vertrouwt op haar. Hij praat tegen haar alsof ze een volwassene is, en hij vertelt haar van alles over Vlaanderen. Van opvoeden heeft hij geen kaas gegeten, en de hulp van die ene buurman,
Abdullah, die immers drie vrouwen en al grotere kinderen heeft, is welkom. Maar de buurman aan de andere kant is een extremist, een  holocaustontkenner, die niets liever doet dan overal het kwaad in zien. Hij aast erop hen te betrappen op onoorbare feiten.


Politiek gezien zou het overzichtelijker zijn geweest als Sigrid Verdronken onze rechterbuurman en meneer Abdullah onze linkerbuurman was. Maar het grappige is dat als je in de achtertuin gaat staan, en onze huizen van van achteren beziet, links rechts wordt en recht krom wordt. Pardon, ik bedoel links natuurlijk.'


Dan duikt Elvira op, een jonge vrouw met een verleden, dat zo zijn gevolgen heeft. Maar daar heeft de professor geen weet van. Bérénice blijkt Elvira als vriendin te beschouwen, dus voor hem is zij een vriendin. Een vriendin met nogal buitenissige, maar erg aardige vrienden.

'Toen ik Jefke voor de eerste keer ontmoette, moest ik wel even slikken. Ik stond oog in oog met een soort van hopelijk kleinschalig crimineel. Zo
zag hij er in ieder geval uit. Aangezien het dorp waar hij woonde werkelijk kleinschalig was, hoopte ik maar dat zijn vergrijpen navenant zouden zijn.
Ter compensatie droeg hij zijn zwarte haar langer dan mijn sergeant van destijds voor iemand van zijn geslacht onverdacht zou hebben gevonden, hulde hij zich in afgereten zwart leder, hield hij zijn grote zwarte zonnebril te allen tijde op zijn neus, en gebruikte alleen asbakken als die zich in een
straal van tien centimeter van zijn drievingerige hand bevonden. Hij liep mank en had slechts één oor.'


En niet te vergeten de Amerikaanse Martha, die de dingen vaak verkeerd begrijpt, en de professor - tot bijna op het laatst- Sjaan-Klote noemt. De
spraakverwarring tussen deze twee is naast de onuitgesproken dingen een bron van hilariteit.


'Ik weet,' zei Martha, 'dat er zich hier een heel lieve, verwarde man schuilhoudt, die wacht om zich bloot te stellen.'
Ik moest haar gelijk geven waar het de verwarring betrof, maar als het voor haar hetzelfde was, stelde ik liever niet te veel bloot.'


Er gebeurt ontzettend veel. Ook Elvira komt nog aan het woord en er is een epiloog, die bij dit boek een aanvulling blijkt. Er zijn onverwachte
wendingen, waarbij de lezer vaak op het verkeerde been wordt gezet. Er zijn droog-komische opmerkingen, en nog veel meer. Het is een ontzettend leuk boek, met een serieuze ondertoon. Ik heb genoten van begin tot einde, zelfs al is dat einde enigszins bizar.


ISBN 978 94 6001 041 5  Paperback 304 pagina's | Vrijdag, Uitgeverij | oktober 2009

© Marjo, april 2010

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER