Wessel te Gussinklo

De hoogstapelaar
Wessel te Gussinklo


Met zijn starende blik maakt hij mensen onrustig. Ze kijken geschrokken weg en Ewout (17) is tevreden, hij heeft het nog, die macht. Elke dag meldt hij aan zijn vrienden hoe vaak ze wegkeken. Dertien keer, zeventien keer...


Ewout oefent in leiderschap, hij verzamelt foto's van mensen die overwicht uitstralen en bestudeert hun houding, die hij vervolgens voor de spiegel uitprobeert. Zo te zijn als die dirigent bijvoorbeeld die alleen maar hoeft te kijken en iedereen volgt zijn wil. Dàt is zijn droom. Ewout heeft inmiddels ook enkele volgelingen om zich heen verzameld. Zij bewonderen hem en doen precies wat hij zegt. Vooral de logge, dikke Meindert is als de schaduw van Ewout, hij volgt hem in alles.
Ewout is elke minuut van de dag bezig met zijn houding, zijn denkwijze, zijn antwoorden en het tonen van zijn grote superioriteit. Hij bestudeert en verbetert zichzelf constant. Ziet continue het gevaar dat dreigt waardoor hij door de mand kan vallen en niet meer voor vol wordt aangezien. Over elk gesprek dat hij voert en over elk antwoord dat hij geeft, is bewust nagedacht.


Vrienden mogen bij hem op 'audiëntie' komen. Hij luistert naar hun zorgen en geeft telkens aan dat en wat zij moeten veranderen. Ze moeten zich anders kleden, anders lopen, zich anders gedragen. Ze moeten niet naar hun ouders luisteren. Hij geeft in zijn oneindige wijsheid zelfs aan de ouders van zijn vrienden adviezen.
Niet verwonderlijk dat hij af en toe zich terug moet trekken omdat een loden vermoeidheid hem overvalt. Zijn hele wereld bestaat namelijk uit een constante staat van alertheid. Hij mag geen moment zwak zijn.


Het geloof heeft hij afgezworen, het verhaal over Jezus is hetzelfde als bijvoorbeeld Roodkapje of Sneeuwwitje meldt hij zijn geschokte moeder. In feite is Ewout bang voor het niets, het niets betekenen, het niets zijn. Bang voor het opgaan in de massa en met alle macht die hij heeft probeert hij daar aan te ontvluchten. Maar hij is ook bewonderaar van Sartre, hoewel hij geen echte kennis van diens werk heeft, hij kent hooguit een paar citaten.  - Een van Sartres belangrijkste thema's was de existentiële vrijheid in een wereld zonder hogere macht die zin of betekenis geeft aan het leven. Die moet de mens zelf maar zien te scheppen, hoe moeilijk dat ook is. - Die betekenis is Ewout dus aan het zoeken.


Ewout zoekt, zinkt af en toe in een depressie omdat hij geen uitweg voor zijn gevoelens weet, en begint weer opnieuw met zoeken naar zijn reden van bestaan. Hij verfijnt steeds meer zijn gedachten over hoe hij moet zijn.

Maar in al zijn onbegrepen verhevenheid raakt hij langzamerhand iedereen kwijt, zelf Meindert...


Maar er was geen weg terug. Kon hij maar weer zo zijn als vroeger, toen hij het nog niet wist, toen hij het nog niet begrepen had, en hij zomaar wat praatte omdat hij iets te vertellen had, en lachte om iets wat hij leuk vond. [...]
Kon hij maar terug. O o, zijn zoals vroeger toen hij nog gewoon was en zichzelf en geen besef had van de krachten die er waren; de krachten die alles bepaalden, en die uitmaakten wie je was en wie je zou zijn. [...]
Het zou geen teruggaan zijn, argeloos en gewoon zoals hij geweest was vroeger. Nee, het  zou vluchten zijn, zich onttrekken, wegduiken.
Hij zou dan voorgoed verloren hebben, want dan had niets meer enige zin. [...]


Hij bekijkt zijn klasgenoten en ziet hun betrekkelijk naïeve, onschuldige argeloosheid en weet dat hij daar niet bijhoort. Maar toch knaagt het aan hem.


Tezamen waren zij. Als vanzelf was dat. Maar hij was alleen. Eenzaam was hij. En hij riep ook. Want al die daden en die handelingen, zijn houdingen en praatjes, zijn lach; een roep was het: 'Ik ben hier! Ik ben hier! Maar zij antwoordden niet.


Wessel te Gussliklo is in het hoofd van Ewout gekropen en heeft een onvergetelijk personage neergezet. Het doet denken aan De avonden van Reve. Alleen speelt De hoogstapelaar zich af in de jaren vijftig. De hoogstapelaar verwoordt dezelfde machteloosheid tegen de sleur en de herhalingen van het alledaagse leven, wat door Te Gussliklo prachtig verwoord is.

De hoogstapelaar is het derde deel over Ewout, een vierde afsluitend deel volgt.


Wessel te Gussinklo (1941) studeerde psychologie en begon op zijn 20e met schrijven. Zijn eerste roman werd nooit in zijn geheel gepubliceerd en voor zijn tweede roman ‘De verboden tuin’ kon hij 10 jaar lang geen uitgever vinden. Toen dat tenslotte toch gelukt was kreeg hij onmiddellijk de 2-jaarlijkse Anton Wachterprijs én de debutantenbeurs van het Fonds voor de Letteren. Ongeveer 10 jaar later verscheen ‘De opdracht’. Deze roman wordt inmiddels gerekend tot de klassiekers in de naoorlogse Nederlandse literatuur. In ‘De hoogstapelaar’ zien we de terugkeer van Ewout Meyster, die we ook in bovengenoemde boeken aantreffen. In 2019 wint hij met zijn boek De hoogstapelaar de Bookspot Literatuurprijs.


ISBN 9789492313638 | Paperback | 384 pagina's | Uitgeverij Koppernik | februari 2019

© Dettie, 23 augustus 2020

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER