Gunnar Gunnarsson

hspace="15"De goede herder
Gunnar Gunnarsson


Al zevenentwintig jaar trekt Benedikt in de adventsperiode de bergen in. In het eenzame, besneeuwde gebied zoekt hij naar achtergebleven schapen van omwonende boeren. Benedikt doet dit simpelweg uit de goedheid van zijn hart. Op zijn zevenentwintigste ging hij voor het eerst op pad. Tijdens zijn eerste tocht door de bergen, schreeuwde hij al zijn zorgen en problemen uit. Daarna bleven al zijn muizenissen in de bergen achter. Misschien spoken ze er nog altijd rond. Benedikt weet het niet en hij is ook niet van plan dat uit te zoeken. Hij is tevreden met het leven zoals het is.


Hoewel Benedikt tijdens zijn jaarlijkse tocht niet door mensen vergezeld wordt, heeft hij toch zijn twee beste vrienden bij zich. Zijn hond Leo en ram Knoest zijn altijd van de partij. Gebroederlijk trekken ze door het berggebied, op zoek naar verdwaalde schapen. Schapen die in het najaar over het hoofd worden gezien, zullen de winter in de bergen niet overleven. Ze zullen verhongeren of doodvriezen. Benedikt vindt dat een vreselijk idee. Schapen zijn immers ook levende wezens.


Benedikts jaarlijkse tocht is niet onopgemerkt gebleven. Er wordt door de boeren goed voor hem gezorgd. Zij zorgen ervoor dat Benedikt en zijn twee maatjes met volle magen aan hun barre tocht kunnen beginnen. Dit jaar maken de boeren zich zorgen. Er is slecht weer op komst. Weet Benedikt wel zeker dat hij zijn plan door moet zetten? Benedikt weet het zeker.


Vlak voor Benedikt de laatste boerderij achter zich laat, wordt hij door een boer benaderd. De man heeft te lang gewacht met het verzamelen van zijn schapen en nu heeft hij hulp nodig. Kan Benedikt hem helpen? Benedikt aarzelt geen moment. Natuurlijk laat hij de schapen niet aan hun lot over, ook al loopt hij daardoor vertraging op. Nadat de boer tevreden met zijn schapen huiswaarts is gekeerd, hervat Benedikt zijn tocht. Eindelijk bereikt hij de berghut. Beter laat dan nooit. Hij negeert de moeheid die bezit van zijn lichaam dreigt te nemen.


Dan klopt een jongen bij hem aan. Hij is op zoek naar een stel veulens die nog altijd in de bergen rondlopen. Zonder aarzelen biedt Benedikt zijn hulp aan. Ook veulens mogen immers niet doodvriezen of verhongeren. Zijn eigen missie loopt nog meer vertraging op maar daar is niets aan te doen. Benedikt helpt waar hij helpen kan, zo is hij nu eenmaal.


En dan, veel later dan gepland, kan Benedikt eindelijk aan zijn eigen zoektocht beginnen. De ijzige kou en de dikke sneeuw maken zijn tocht extra zwaar. Hij is te laat vertrokken. Het oponthoud heeft hem in de problemen gebracht en een winterse storm doet zijn uiterste best Benedikt te ontmoedigen. Toch ploegt hij, samen met Leo en Knoest, door. Hij redt immers al zevenentwintig jaar lang schapen en hij is niet van plan daar nu mee te stoppen. Benedikt is moe en zijn proviand is bijna op. Zal hij zijn missie dit jaar wel kunnen voltooien?


Gunnar Gunnarsson (1889 – 1975) was een bekende IJslandse dichter die aanvankelijk alleen in het Deens schreef. De goede herder is een novelle om uitgebreid over de filosoferen. Hoewel Benedikt een uiterste eenvoudig en zelfs eenzaam leven leidt, is hij iemand om te benijden. Hij is meer dan tevreden met zijn schamele bestaan en prijst zichzelf gelukkig met het weinige dat hij bezit. Benedikt is een tevreden mens met een goed hart. Dat eenvoud vaak mooier is dan pracht en praal, bewijst de auteur ook met zijn schrijfstijl. De overpeinzingen van Benedikt leveren prachtige zinnen op.


Dus hij heeft het goed en hij is ook maar een eenvoudig man en een knecht, en iets anders verwacht hij niet of wil hij ook niet worden, niet eens in de hemel – nu niet meer. Die tijden zijn voorbij. De dagen en nachten toen hij dromen droomde en verlangens koesterde over geluk en ledigheid hier en hiernamaals. Voorbij, zeker, en dat was maar goed ook. Alleen toen had hij zich onvrij gevoeld.”


In het nawoord vertelt de IJslandse schrijver Jón Kalman Stefánsson dat het verhaal op ware gebeurtenissen is gebaseerd. In 1925 trok een groep mannen de bergen in om een aantal schapen te zoeken. Een van hen werd Bergen Bensi genoemd. Hij was een echt buitenmens. Toen een aantal schapen waren gevonden, trok Bergen Bensi alleen verder. Het werd een loodzware tocht.


De sobere maar smaakvolle tekeningen van Gunnar Gunnarsson junior maken het verhaal compleet. Ik heb oprecht genoten van deze mooie sage. Benedikt heeft me heel wat stof tot nadenken gegeven.


ISBN 9789048830831 | paperback | 77 pagina's | Lebowski Publishers | november 2016
Uit het Deens vertaald door Annelies van Hees

© Annemarie, 10 december 2016

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER