Triest!
Een vijftal verhalen waar ik niet triest maar chagrijnig van werd.
Een en al somberheid is het. De personages leiden (lijden!) een uizichtloos bestaan. Ze gaan mopperend en klagend door het leven, ze gaan alleen naar buiten omdat "ze toch ook niet altijd binnen kunnen blijven". Ze gaan werken "omdat ze toch iets moeten doen".
Bestaan er werkelijk mensen die zo leven vraag ik me af, wat vreselijk dan..
Het enige verhaal dat iets positiefs bracht is het verhaal 'hut'.
Een kapper, natuurlijk eentje met heel weinig klandizie die ternauwernood het hoofd boven water kan houden, gaat in op het voorstel om scheepskapper te worden. Hij vindt het maar niks aan boord, voelt zich er niet thuis, en als een enorm grote man zomaar zijn hut binnendringt durft hij er niets van te zeggen. De man had duidelijk gedronken..en hij bleek ook op zoek naar meer drank. De kapper geeft hem niet alleen de fles die nog halfvol is met cognac en die hij speciaal van zijn vrouw had gekregen, maar biedt bovendien en tot zijn eigen verbazing aan de man te scheren. Daarna verdwijnt de man, waarover de kapper later hoort dat hij een vaste bewoner van het schip is, die niets uitvoert, maar ook niet weg wil. En dat de kapper hem beter uit de weg kan gaan, hij kan gevaarlijk zijn..
Het slot van dit verhaal is verrassend en positief, al ligt dat dan niet aan de kapper.
Ik was blij dat het boek niet dikker was...
ISBN 9085480469 | Paperback | 164 pagina's | Gigaboek | 2005
© Marjo, april 2006