Zoete mond
Thomas Rosenboom
Het hoofdmotief in Zoete mond vormt de rol van dieren in een mensenleven. Dieren komen in het hele boek voor en zijn steeds een belangrijke scharnier in het leven van hoofdpersonage Rebert van Buyten. Als hij op kamers woont in Arnhem laat zijn huisgenoot zijn kat bij Rebert achter. Met het beest heeft hij een haat/liefde-verhouding en hij komt erdoor in contact met de dierenarts. Dat contact mondt uit in de beslissing om zijn studie landbouwkunde te staken en diergeneeskunde te gaan studeren.
Rebert van Buyten is eenzaam en hoort er nooit helemaal bij. Als hij in Wageningen studeert, woont hij in Arnhem bij een oom die kamers verhuurt. Hij woont dus niet ‘echt’ op kamers en bovendien is hij niet in de gelegenheid om deel te nemen aan het studentenleven. Zijn omgang met zijn nieuwe huisgenoot Marc is niet heel vriendschappelijk. Weliswaar ook niet vijandig, maar Marc leidt een heel eigen leven. Hij studeert mode en trekt vooral op met zijn medestudenten. Toch blijft Rebert geïnteresseerd in Marc, die homoseksueel is, maar ja, dat hadden niet-homoseksuelen nog niet door in de jaren zestig, ook al lag het er nog zo dik bovenop. Via Marc hoopt hij in contact te komen met een meisje, een balletdanseres bijvoorbeeld, maar dat lukt niet.
Als Rebert in Utrecht studeert, blijft hij in Arnhem wonen. En daardoor blijft hij in een isolement. Toch biedt de studie diergeneeskunde enige lichtpuntjes. Als hij zijn kandidaats heeft gehaald, kan hij als assistent bij de Arnhemse dierenarts werken en doordat hij dierenarts wordt, en enig aanzien verwerft, vindt hij eindelijk een meisje met wie hij zelfs trouwt.
Maar helaas is zijn geluk, en het gevoel toch een beetje bij de wereld te horen, van korte duur: hij verliest zijn vrouw vroeg. Uit verdriet verhuist hij naar het dorp Angelen, waar hij wil wonen zonder ooit nog zijn beroep uit te oefenen. Door een incident met een hond op straat komt het daar toch van. Veel kinderen uit Angelen bezoeken hem geregeld na schooltijd met hun doorgaans kerngezonde konijn of schildpad. Daardoor wordt hij een beroemdheid in Angelen, waar verder niet zo gek veel gebeurt. Hij komt in conflict met de andere plaatselijke beroemdheid, Jan de Loper. Die dankt zijn roem voornamelijk aan een serie verschrikkelijk flauwe grappen, die tientallen jaren geleden misschien leuk waren, maar nu alleen nog maar ergernis opwekken. Bij Rebert tenminste, en zijn afkeer wordt zo groot, dat hij op een verschrikkelijke manier wraak neemt op Jan de Loper. Daar krijgt hij spijt van, want de gevolgen van zijn daad zijn nogal verstrekkend. Weer speelt in die ommekeer in zijn leven een dier een rol, een witte walvis in de Rijn namelijk. Hij kiest voor een manier van boetedoening die voor hem heel, heel zwaar is. En zo zorgt Rosenboom voor een prachtig slot, waarin alles voor Rebert, en ook voor Jan de Loper, toch min of meer goed afloopt.
Voor de Rosenboomkenners is de eenzame man die tegen zijn wil overal buiten staat wel bekend. Anders in dit boek is dat hij niet alleen door eigen toedoen mislukt in zijn streven. Gebeurtenissen van buiten hebben daar ook invloed op. Bovendien is Rebert op sommige momenten best sympathiek, wat je van personages in vorige boeken van Rosenboom niet direct kunt zeggen.
Het wel en wee van Rebert van Buyten komt zo goed naar voren in het verhaal, dat het moeilijk is om het boek weg te leggen. Je wilt weten hoe het verder gaat. Rosenboom gebruikt, zoals eerder ook wel, een archaïsche taal. Bijvoorbeeld: hij zag er glunder uit. Dat taalgebruik stoort niet, maar past juist in het verhaal dat zich voor het belangrijkste deel midden in de jaren zestig afspeelt. De lezer kan niet anders dan een afkeer krijgen van Jan de Loper, net als Rebert, en dat verandert in mededogen, als Rebert enige compassie gaat voelen. Om die emotie precies op het goede moment bij de lezer op te wekken, moet je goed kunnen schrijven. Dat kan Rosenboom.
Dit boek is echt een boek voor bij kerstboom en centrale verwarming, als je veel tijd hebt om te lezen. Je wilt het namelijk niet weg moeten leggen om wat anders te gaan doen.
ISBN 9789021437163 Hardcover 546 pagina's | Em. Querido's Uitgeverij | augustus 2009
PetraO., december 2009
Lees de reacties op het leestafelforum en/of reageer, klik HIER