Dokter Jazz
Wat moet ik er van denken dat op het voorblad het boek opgedragen wordt aan de oom van Stine Jensen? Is het behalve wat ze nog meer wil - daarover later - ook nog een boek met biografische elementen? Eerst maar het verhaal.
De hoofdpersoon Dolly, wil het leven van haar oom Mads reconstrueren. Toen zij negentien was heeft hij haar ooit, in dronkenschap, verteld dat hij een kliniek had waar hij maagdenvliezen herstelde. Dat intrigeerde haar.
Haar oom was een eigenaardige man, tot en met zijn dood op zevenenveertigjarige leeftijd. Hij zou overleden zijn aan uitdroging, maar hij was zelf een arts... Ze vertrouwt het niet en gaat op onderzoek uit. Daarvoor zoekt ze allerlei mensen op, overigens zonder in zijn voetsporen te treden.
Haar vader vormde in de jaren zestig met zijn broer een vrij verdienstelijk jazzbandje, maar Mads was nogal een flierefluiter. Na een teleurstelling in de liefde, kwam hij diep in schulden te zitten en hij vertrok naar Saoedi-Arabië voor het grote geld. Daar werd hij verliefd op een Arabische prinses, waarvoor hij zich zelfs liet bekeren tot moslim. Maar ook deze relatie liep stuk, en met hangende pootjes komt hij weer in Denemarken. Om er een kliniek als neus-, keel- en oorarts te openen, die van de maagdenvliezenherstellingen.
Dolly spreekt met Mads secretaresse, met een vroegere collega in Arabië en met ene Patricia.
Daar gaat het fout. Wat opgezet leek als het verhaal van de vrouwenliefhebber, maar moslimhater die haar oom is, wordt ineens een speurtocht naar een incident dat zich ooit bij de kliniek heeft voorgedaan: een Arabier slaat een vrouw in elkaar, die later overlijdt. Patricia blijkt de dochter van die vrouw, wiens verhaal lijkt op dat van Mads. Maar ze hebben elkaar waarschijnlijk nooit ontmoet. Naast de vrouwenversierder Mads en de op seks beluste Selma, zet Dolly zichzelf ook neer als een wulpse vrouw, het enige verband tussen drie verhaallijnen, en niet voldoende als thema.
Wat is het thema dan wel? Geen idee. Er zit heel veel in dit verhaal, dat niet eens altijd een verhaal is. Vaak vervalt Jensen in de stijl die ze ook gebruikte in haar boek 'Turkse vlinders', een journalistieke stijl, een mengsel van feiten en reconstructie, op een verhalende toon. Als ze een stuk uit het leven van haar oom vertelt, laat ze daar een alwetende verteller op los, Dolly doet dan als hoofdpersonage een stap opzij.
En wat te denken van die dromen die ze beschrijft terwijl je in het begin haar opmerking hebt gelezen over mensen die verzonnen dromen in boeken overslaan?? Eigen deuren ingooien heet dat. Misschien zijn dit soort foefjes wel opzet, maar ik vind het een warboel worden. Dit boek overtuigt niet. Stine Jensen kan wel schrijven, maar ze zou duidelijker de keuze moeten maken tussen feiten en fantasie.
"Met zijn glas in zijn handen geklemd kijkt hij om zich heen. De echtgenotes van de zakenlui zien er piekfijn uit. Voor hen is een ambassadefeestje meer dan een sociaal uitje. Het betekent één dag zonder existentiële twijfel. Het dagprogramma is vol; er is geen tijd voor reflectie. Eerst gaan ze 's ochtends naar de Mekka Mall, waar ze in een van de winkels neerstrijken om japonnen te passen. Daarna keuren ze de zijden stoffen voor een volgende jurk. Vervolgens bezoeken ze de schoonheidsspecialiste voor een manicure en een pedicure. Dan volgt de kapper die hun haren kleurt, föhnt en het volume geeft dat bij hun status past. Feest dus, op de Deense ambassade in de diplomatenwijk."
ISBN 978 90 414 12164 Paperback 245 pagina's | Anthos | mei 2009
Marjo, juli 2009
Lees de reacties en/of reageer, klik HIER