Alleen bestaat niet
Op de flaptekst staat o.a. te lezen;
[...]"In ragfijne taal beschrijft debutant René Poort het leven van deze Erik, vanaf zijn kinderjaren tot aan de tijd dat hij eindelijk moeizaam leert hoe met de anderen, de wereld, om te gaan."[...]
Dit bovenstaande geeft het verhaal goed weer.
Erik is een dromer die in zijn jeugdjaren intensief optrekt met zijn oudere nichtje Stephanie. Ze gaan samen naar school, Stephanie verdedigt hem, helpt hem op de been als hij gevallen is. Kortom, hij en zij zijn onafscheidelijk. Op iets oudere leeftijd, als Erik op de middelbare school zit, belandt hij in een ziekenhuis nadat hij en een vriend een wielrenspelletje deden... Stephanie zoekt hem op en daar hebben ze seks, eenmalig. Daarna ziet of hoort Erik een tijd niets van Stephanie, totdat hij haar uitnodigd voor zijn eindexamenfeest. Tot het feest hebben ze veel vrijpartijen maar zo plots als het begon eindigt het ook weer. Later zegt Stephanie daarover dat ze elkaar nodig hadden omdat er niemand anders was.
Via Stephanie leert Erik, Gabriëlle kennen, kortweg Gap genoemd. Ze krijgen een relatie maar Erik blijft afstandelijk, schenkt haar niet zijn volledige vertrouwen. Hij vertelt haar ook niet dat hij niet op is komen dagen om in dienst te gaan totdat de marechaussee voor de deur staat. (het is ca. 1978) Erik moet, als dienstweigeraar, een jaar de gevangenis in. Van Gap moet hij haar schrijven, schaamte-loos schrijven. Hij moet haar alles vertellen, zonder gêne. Vooral in de periode met Stephanie is zij geïnteresseerd. Erik schrijft wat er in hem opkomt op maar verstuurt het nooit. Aan Gap stuurt hij wel brieven maar niet wat hij werkelijk denkt en voelt. Maar Gap blijft schrijven en Erik beseft, of hij wil of niet, dat hij veel aan haar heeft.
Eenmaal thuis ontdekt Erik dat Gap brieven krijgt waarover zij nooit spreekt met Erik. Hij moet weten waar ze vandaan komen, wie schrijft die brieven?
Zowel Gap als Erik zijn eenzaam. Erik omdat hij zich zeer moeilijk kan uiten, Gap omdat Erik niets met haar deelt. Ze dompelt zich onder in de filosofie van Spinoza. Ze heeft het over de liefde waarover Erik vrij sceptisch is. Maar Gap zegt: “De liefde is goed. U kunt er niet voor vluchten. Wie bemind wordt, kan niet vluchten, want wie wordt bemind, wordt altijd gevonden.”
Gap wil graag zwanger worden maar krijgt een miskraam, daarna wil ze opnieuw zwanger worden maar daardoor wordt de seks zo'n verplichting dat Erik helemaal in zijn schulp kruipt en zich fanatiek bezig gaat houden met zijn hobby, hardlopen. Nadat Gap zwangers is geraakt wil ze geen seks meer en stuurt ze Erik met een camera de straat op: hij moet foto’s gaan maken.
Als het kind eenmaal geboren is hangen er overal foto's van mensen. Erik heeft ze eindelijk toegelaten in zijn leven.
Het is vooral die ragfijne taal die dit debuut zo mooi maakt. Subtiel brengt de schrijver Eriks onvermogen om te communiceren naar voren. Door Gap als personage op te voeren, die meer met haar benen op de grond staat, wordt er een mooi tegenwicht geboden. Gap houdt vast, blijft geloven, verzint dingen om Erik uit zijn cocon te halen. Naast Erik en Gap zijn er nog enkele onvergetelijke figuren zoals mijnheer Swanenberg, de wereldvreemde filosoof die regelmatig over de liefde uit de Ethica van Spinoza citeert. Verder is er nog de man in de witte djeballa, die ook in de gevangenis zit. Hij spreekt niet, loopt alleen maar rond, toch raakt dit persoon je door de eenzaamheid die hij uitstraalt.
Sommige delen van het verhaal zijn ronduit humoristisch, vooral de jeugdjaren van Erik.
Het verhaal zit knap en apart in elkaar, het is soms dromerig, soms realistisch. De citaten van Spinoza vormen de rode draad maar overheersen niet. Het is vooral een verhaal over de kracht van liefde gelukkig zonder te vervallen in romantische zweverigheid.
Hopelijk volgen nog vele boeken van deze schrijver.
ISBN 9789045701950, Paperback 189 pagina's, uitgeverij Augustus oktober 2008
Dettie, mei 2009
Lees de reacties op het forum, klik HIER