Steppen zonder autoped
Evert (vertaler) en de punkdichter zijn in Beijing aangekomen om zich daarna aan te sluiten bij de ook uit Nederland komende leden van Kosmies Kunstenaars Kollektief de Blommenkinders. Deze bestaan voor het merendeel uit hippies, tot grote ellende van de dichter. De Blommenkinders zijn daar om een tentoonstelling in te richten van moderne Nederlandse beeldende kunst. De dichter zal tijdens de opening een Mongoolse vertaling van zijn gedichten presenteren. Ziedaar het doel van de reis.
Het leven van de dichter is voornamelijk gericht op sex, roken en drinken. Hij verwacht dat hij op deze reis weinig sex zal hebben gezien de preutse Mongoolse vrouwen en ziet dan ook erg op tegen de hele onderneming. Hij hoopt op de aanwezigheid van een punkmeisje die hij ontmoet heeft tijdens de bespreking over de reis naar Mongolië. En ja hoor, ze is erbij, ze herkent hem en ze blijkt Olga te heten.
Ze trekken vanaf het begin met elkaar op. Blijken samen een liefde voor alcohol en shaggies roken te hebben. Alletwee zijn ze bang om te stoppen met de drank omdat ze dan hun hele levensstijl moeten veranderen. Ze kunnen dan niet meer stappen, de wereld zal aan hun voorbijgaan en ze zullen grijze muizen worden. Het vreemde is dat hij geen sex met Olga heeft. Evert waarschuwt hem dat hij blijkbaar verliefd aan het worden is.
De presentatie van de gedichtenbundel gaat goed, hoewel de Mongolen verbaasd staan over de openheid en direktheid van de gedichten.
En dan wordt het weer tijd om naar huis te gaan. De dichter is in verwarring, wil nog geen afscheid nemen van Olga. Hij heeft inmiddels één maal met haar gevreeën, uniek voor zijn anders zo zeer seksueel actieve leven. Hij is onzeker, in verwarring... en Olga?
Eigenlijk is het een liefdesverhaal maar dan in zeer directe taal geschreven. Leuk om te lezen maar ook niet meer dan dat. Er gebeurt natuurlijk veel meer maar dit is zo'n beetje de strekking van het verhaal. Een boekje voor iemand die tegen stevige taal kan...
ISBN 90 5452 059 0 | Paperback | 138 pagina's | Uitgeverij Passage | mei 1999
© Dettie, oktober 2005