Alya
Hay van den Munckhof
Het is het jaar 842.
De zeer intelligente Alya woont met Omar, haar vader, in de stad Qurtuba (Córdoba) in Al Andalus (het huidige Andalusië, Spanje). Ze beheerst diverse talen zoals Grieks, Berbers, Arabisch, Latijn dankzij de lessen van haar vader - ze is een taalkundig natuurtalent - Ze leert de taal doet ze door intensief naar gesprekken te luisteren en naar de gebaren van deze mensen te kijken.
Alya en haar vader - moeder is jong overleden - zijn moslim maar haar huisslaaf Oncha afkomstig uit Navarra is Christen. Het is dan ook de bange en stugge Oncha die Alya de christelijke taal, het Frankisch, leert te spreken.
Vader is er trots op dat hij zijn dochter zo veel talen kent maar er breekt een dag aan waarop hij minder gelukkig met haar talent. De veertienjarige Alya wordt namelijk door emir Abd al-Rahman II naar Navarra gestuurd om te dienen als tolk bij de onderhandelingen met de 'ongelovigen'. Oncha moet mee.
Na de nodige voorbereidingen vertrekken de twee jonge vrouwen met de zoon van de emir, Hassan, de gezant Moesa en Hajid, de officier van de persoonlijke garde van de emir, en een aantal soldaten naar Pamplona in het noorden van Spanje. Daar zullen ze een gesprek voeren met koning Arista onder het mom dat zij een bondgenootschap aanbieden om Aeista te steunen in zijn strijd met de koning van Léon.
Maar... het hele gezelschap zal Navarra niet bereiken. De hele groep wordt onderweg overvallen. Oncha was al eerder gevlucht met hulp van Alya.
Dit is voor Alya het begin van een lange, bange, barre tocht van Barcelona naar Arles om vervolgens via Frankrijk uiteindelijk in Dorestad te belanden waar de Friesen wonen.
We lezen hoe de inmiddels vijftienjarige Alya keer op keer allerlei heel gevaarlijke situaties weet te overleven dankzij haar lef, kennis en intelligentie. Ze ontmoet mensen van allerlei pluimage, zoals de slavin, de donkergekleurde Yanti, waarmee ze zeer bevriend raakt, de vriendelijke christelijke mensen Maria en Albert, de monnik Alric en vervolgens handelsman Rimbert, die haar samen met twee honden koopt als slavin voor zijn vrouw. Alya is jong en op haar manier mooi maar niet een meisje met prachtige vormen, ook dat is haar geluk, hoewel...
We lezen hoe zij zich moet zien te redden. In elke situatie weet zij zich uiteindelijk zo aan te passen dat zij alles redelijk kan doorstaan, hoe akelig de gebeurtenissen ook zijn. Haar leergierigheid is een grote hulp en mede daardoor kan zij zich steeds nuttig maken voor de mensen die zij onderweg ontmoet. Het redt regelmatig haar leven!
We moeten Aya helaas achterlaten in Dorestad waar de Vikingen hun stem laten gelden. Ze verkeert opnieuw in een benarde situatie...
Hay van de Munckhof heeft met dit eerste deel van de tweeluik een spannend en historisch boeiend verhaal neergezet. Veel personages, zoals o.a. Alya, zijn fictief maar enkelen hebben wel degelijk echt geleefd in die tijd. Voorin het boek is een kaart van Spanje afgedrukt waardoor we de route van Alya kunnen volgen, alleen jammer dat haar tocht door Frankrijk tot aan Dorestad niet staat aangegeven in dit deel.
De personages in het boek zijn aansprekend en komen goed tot leven. Alya is natuurlijk een heel bijzonder en apart meisje, je leest het boek achter elkaar uit omdat je wilt weten hoe het verder met haar gaat. Haar talenkennis is, evenals haar snelle manier van leren, fenomenaal wat soms wel een beetje ongeloofwaardig overkomt, het begrijpen en spreken van de talen gaat wel érg snel. Maar er zijn natuurlijk veel overeenkomsten met de talen die zij al kent.
Het is verder een heerlijke, vlotgeschreven, zeer prettig leesbare historische roman. Gelukkig heb ik deel twee ook in mijn bezit zodat ik snel verder kan lezen hoe het Alya verder vergaat!
ISBN 9789023953593 | Paperback | 240 pagina's | Uitgeverij Mozaïek | april 2018
© Dettie, 15 december 2018
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER