Anna Enquist 

Het meesterstuk


Johan Steenkamer is kunstschilder. Hij is een tamelijk narcistische vrouwenversierder. Ooit was hij getrouwd met Ellen. Samen kregen ze een tweeling (Peter en Paul) en een dochtertje (Sara). Het huwelijk is op de klippen gelopen door het overlijden van hun dochtertje en doordat Johan allerlei verhoudingen had met andere (getrouwde) vrouwen. Ellen heeft bij de verwerking hiervan veel steun gehad van haar vriendin Lisa, die psychiater is. Samen maken zij urenlange wandelingen.
Johan's broer, Oscar, is kunsthistoricus en werkt in een museum. Hij heeft zojuist een zeer negatief stuk over het werk van zijn broer gepubliceerd in de krant.
Hun dominante moeder, Alma, probeert iedereen naar haar pijpen te laten dansen. Ze was ooit getrouwd met Charles, ook een kunstschilder, maar deze is 40 jaar geleden met de noorderzon vertrokken toen de kinderen nog heel jong waren. Sinds hij is vertrokken mocht er met geen woord meer over hem gerept worden. Hij woont nu alweer jaren met zijn nieuwe gezin in Amerika. Er wordt een grote overzichtstentoonstelling georganiseerd van het werk van Johan Steenkamer. Ter gelegenheid van de opening heeft Alma De Verloren Karper afgehuurd voor een diner. Johan heeft ook zijn vader hiervoor uitgenodigd. Opeens wordt Alma heel zenuwachtig van de gedachte dat zij haar gewezen echtgenoot misschien weer zal zien. Ze wordt zich erg bewust van haar leeftijd (75) en haar uiterlijk. Op de dag van de opening van de tentoonstelling is de schrijvende pers en de televisie aanwezig omdat Johan Steenkamers meesterwerk voor het eerst te zien zal zijn. Het is een schilderij waarop een vrouw te zien is die een zalm tegen haar ontblote bovenlijf drukt. Voor haar op tafel ligt een mes en nog een zalm, maar dan half gefileerd. Dit tafereel komt Oscar wel zeer bekend voor. Hij zorgt ervoor dat de tentoonstelling in chaos eindigt en dat er uiteindelijk niet gedineerd wordt.


Somber, bij vlagen absurdistisch verhaal. Snijdt heel veel problemen aan die de schrijfster ongetwijfeld ontleend heeft aan de verhalen uit de psychoanalytische praktijk: opgroeien in een éénoudergezin, de invloed van een dominante moeder, de rivaliteit tussen twee broers, het streven naar waardering van je ouders, het terugverlangen naar de moederschoot/vaderschoot, jezelf willen bewijzen, meer willen bereiken dan je ouders, het oedipuscomplex, narcisme, man-vrouwrelaties en het stuklopen ervan, het verlies van een kind, rouwverwerking, ouderdom en aftakeling. Het is allemaal wat veel voor één boek.
Ondanks de zware onderwerpen zit er toch wel (zwartgallige) humor in het boek. Het boek bestaat uit drie delen. Het tweede deel, waarin de dood van Ellens dochtertje beschreven wordt, is van zo'n sublieme schoonheid dat het je echt bij de keel grijpt. Het is bijzonder wrang om te bedenken dat de schrijfster later zelf ook haar dochter verloren heeft.
De schrijfstijl is prachtig, zeer beeldend en vaak ook heel poëtisch, soms ook hard, vlijmscherp en gebruikmakend van schuttingtaal. Het viel me overigens ook op dat kapitein Cook een paar maal in dit boek figureert (p.72 en p. 120). Zou de schrijfster in 1994 al geweten hebben dat ze in 2005 een boek over deze man (De Thuiskomst) zou publiceren?


Hardcover | 292 Pagina's | Arbeiderspers | februari 2002 (1e dr.: 1994) ISBN: 9029515198

© Sarah, januari 2006

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik hier!