Een boek om stil van te worden. Wat een enorm inlevingsvermogen moet Stan van Elderen hebben om zo mooi de gedachtegang van Jonathan weer te kunnen geven.
'Men are not prisoners of fate but only prisoners of their own minds.' is het motto van het boek en dat is exact waar het boek over gaat.
Jonathan is een zeer gevoelige, introverte jongen die zelden contact met iemand zoekt, hij ontloopt zelfs liever mensen. Maar dan komt Charlie, een nieuwe leerling, op school. Charlie is in alles precies het tegenovergestelde van Jonathan. Hij praat met iedereen, van het koffiemeisje tot een zwerver. Al de eerste de beste dag spijbelt Charlie samen met Jonathan en deze laat hem New York zien, een nog onbekende stad voor Charlie.
Jonathan vindt het aan een kant griezelig dat Charlie met iedereen praat, hij ziet overal spoken.
"Eenmaal buiten kwam er een kerel op ons af. [...]
Hij zag eruit als een dakloze. Oude kleren, lange haren, ongeschoren, ongewassen, onvoospelbaar. Zo iemand die op straat leeft. Uitgestoten. [...]
Ik kon hem ruiken. Drank.
'Hé jongens.' begon hij. Hij klonk gelukkig niet al te dronken.
Ik pakte Charlie bij zijn elleboog. 'Kom mee.'
De dakloze stak zijn handen omhoog. 'Ik doe jullie niks.'
'Wat kunnen we voor je doen?' vroeg Charlie.
Domme vraag dacht ik bij mezelf. Hij wilde geld. Wat zou hij anders willen? Zoek maar een baan. Ik zei het bijna hardop.
'Ik kan iedereen nadoen die je maar wilt.' zei hij, 'filmsterren. beroemdheden, iedereen. Kennen jullie die scène uit Taxidriver? Je weet wel, met De Niro?'
Ik had hier geen zin in. Voor hetzelfde geld stak hij echt een mes tussen je ribben.
Charlie glimlachte. 'Laat maar zien.'
Toch, diep in zijn hart voelt Jonathan bewondering voor Charlie. Door zijn open en spontane manier van doen dwingt hij respect af en maken ze dingen mee die Jonathan alleen nooit beleefd zou hebben. Vooral het bezoek aan de pizzeria is geweldig!
De tijd zonder Charlie brengt Jonathan meestal alleen door. Zijn ouders zijn zelden thuis, moeder is veel in Europa vanwege haar werk en vader heeft de ene zakenafspraak na de andere.
Er is vroeger iets gebeurd op een vorige school wat Jonathan nog steeds niet verwerkt heeft. Daarvoor loopt hij bij de psychiater. Heel subtiel laat Stan van Elderen doorschemeren wát er gebeurd is.
Persoonlijk vind ik de gedeelten dat Jonathan alleen is het mooist. De eenzaamheid, het gepieker, de gedachtestroom, het ontwapenende van het kind dat eigenlijk heel graag aandacht wil en gezelligheid en bovenal liefde. Het kwetsbare kind dat worstelt met zijn gevoelens en zich niet durft te uiten. Charlie accepteert Jonathan, maakt wat in hem los, laat zien hoe het anders kan en langzaam, heel langzaam kruipt Jonathan uit zijn cocon. Hij merkt dat het 'veilige' niet praten ook prettig wél praten kan zijn...
Stan van Elderen geeft prachtig weer wat er in Jonathan omgaat. Je voelt mee met dit gesloten kind dat zo boordevol gevoelens zit.
"Ik wilde mijn moeder niet bellen want die sliep, en ik wilde Charlie niet bellen want ik wist niet wat ik tegen hem moest zeggen. [...] Ik lag op mijn bed naar mijn mobieltje te staren. Mijn eigen vader zat tien meter verderop en ik wilde mijn psychiater bellen. Daar werd ik zo depressief van dat ik begon te huilen. Ik lag gewoon op mijn bed en van het ene op het andere moment begon ik te huilen. Je zou verwachten dat je daar een keertje mee stopt. Als je klein bent huil je om alles, als je van je fiets valt of als je ergens bang voor bent, maar als je ouder wordt dan huil je steeds minder vaak."[...]
Ik moet in slaap zijn gevallen, want toen ik weer wakker werd had ik mijn kleren nog aan en was er weer een nacht voorbij.
Een boek om stil van te worden maar Charlie zou zeggen dat je van praten niet doodgaat...
ISBN 9046800997, paperback, 176 pagina's, uitgeverij Nieuw Amsterdam, vanaf 14 jaar
© Dettie, december 2006
Lees de reacties op het forum, klik HIER