Non-fictie jeugd

Zoë Ingram

https://www.zoeingram.com

 

Mijn eerste boerderijdierenboek
Zoë Ingram


Twintig boerderijdieren?
Menigeen zal niet verder komen dan kip, kat, koe, paard, hond, varken… Ja, die staan er natuurlijk in. En dat een eend en een gans of een ezel op een boerderij woont, daar ben je ook niet echt verbaasd over. Maar eh…een zalm? Een alpaca?


O ja, een geitenboerderij, dat bestaat ook…

Nou, maar eens rustig kijken welke dieren Zoë Ingram allemaal laat zien.
Net als in de eerdere boeken uit deze serie heeft ieder dier twee pagina’s, met een grote afbeelding en wordt er in het kort verteld wat voor dier het is.
Je ziet hoe groot het is, en leest over het gewicht, wat ze eten, hoe oud het kan worden. En nog wat extra informatie over kleintjes.


Het boek opent met de bosmuis. En dat dier woont dan wel – vaak met grote families - op de boerderij, maar is er eigenlijk helemaal niet welkom! Maar er valt niets aan te doen, ook al heb je een kat op het terrein. Ze zullen wel ergens nuttig voor zijn toch, maar dat staat niet in dit boek.

Dan volgen het konijn, de kip (hier hen genoemd),  kat, haan; dwerggeit en de geit, dat zijn twee verschillende dieren! En o ja, de kalkoen!
De Schotse Hooglander en de alpaca kom je niet op een doorsneeboerderij tegen, en een zalm zeker niet. Maar er zijn dus wel zalmkwekerijen en daar houden ze zalmen met een zelfde doel als een boer zijn koeien houdt.

Leuke feitjes:
Een konijn kan wel 60 centimeter hoog springen en 27 meter ver 
Je leert hoe de jonge dieren genoemd worden:
een eend heeft pulletjes, een konijn  lampreien,  de geit heeft lammetjes…
Een zalm kan erg goed ruiken.
Een koe heeft vier magen.
Een herdershond kan wel 80 schapen hoeden.


Dit is de opvolger van Mijn eerste vogelboek, Mijn eerste zeedierenboek, Mijn eerste kriebelbeestjesboek en Mijn eerste bosdierenboek.
Zoë Ingram studeerde textielontwerp, maar ze tekent ook graag op papier of gebruikt verschillende technieken tegelijkertijd. Zoë woont in Edinburgh, Schotland.


ISBN 9789047716709 | Hardcover | 45 pagina's | Uitgeverij Lemniscaat | oktober 2024
Afmeting: 23,8 x 23,7 cm | Vertaald uit het Engels door Steve Blaas | Leeftijd vanaf vier jaar

© Marjo, 10 november 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Mijn eerste bosdierenboek
Zoë Ingram


Na Mijn eerste vogelboek, Mijn eerste zeedierenboek en Mijn eerste kriebelbeestjesboek is er nu ook een boek over de dieren die je in het bos kunt zien.
Het concept is steeds hetzelfde: 20 dieren die met een duidelijke  grote afbeelding over twee pagina’s te zien zijn.
Je vindt er algemene informatie over wat het dier eet, hoe oud het kan worden en bij ieder dier staan de pootafdrukken weergegeven. Ook lees je hoe groot ze zijn, en hoe zwaar.
Daarnaast staan er bij ieder dier feitjes die alleen voor dat ene dier gelden: een konijn in het wild wordt maar drie jaar! Terwijl een kikker wel 10 jaar kan worden.
Het gaat over kleine dieren: de honingbij bijvoorbeeld, maar ook over een vos, die natuurlijk heel veel groter is. Of een hert!


En zoals steeds zijn er feitjes waarover je je kunt verwonderen:


- wist je dat een mol wel 20 meter per dag kan graven?
- dat een vossenstaart ook voor de vos zelf als een sjaal dient als het koud is?
- dat een egel wel vijfduizend stekels heeft?
- dat die rare witte wormen misschien wel de ‘kinderen’ zijn van een vliegend hert?


Je leert hoe het vrouwtje van een hert genoemd wordt: een hinde. En dat een wezel ook wel ‘muishond’ genoemd wordt.
En nog heel veel meer dingen lees je in dit boek!!

Zoë Ingram studeerde textielontwerp, maar ze tekent ook graag op papier of gebruikt verschillende technieken tegelijkertijd. Zoë woont in Edinburgh, Schotland.


ISBN 9789047715238 | Hardcover | 48 pagina's | Uitgeverij Lemniscaat | augustus 2023
Afmeting: 23,8 x 23,7 x 1 cm | leeftijd vanaf vier jaar

© Marjo, 29 oktober 2023

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Mijn eerste kriebelbeestjesboek
Zoë Ingram


Misschien kennen jullie al de boeken over vogels en zeedieren uit deze serie?
Nu komen er kriebelbeestjes bij, misschien nog wel leuker, want die kun je zelf in een tuin of op het balkon gaan zoeken! Er staat vaak bij waar je dan moet kijken!


Op iedere twee pagina’s zie je een dier dat je misschien al wel kent. De gewone huisspin bijvoorbeeld. Als je eenmaal meer weet over zo’n spin, vind je die vast niet meer eng! Er staat vermeld wat de wetenschappelijke naam is: Eratigena atrica. Waar ze het liefst wonen: in een hoek van de kamer en als extraatje wordt vermeld dat spinnen maandenlang zonder eten kunnen. Op dezelfde manier zie je een regenworm, een mug, een loopkever, een wesp en nog veel meer diertjes. Bij de koniginnenpagerups staat dat die melkeppe eet. Het was dan prettig geweest als erbij gezet was wat dat is (een tweejarige plant in de schermbloemenfamilie), maar vooruit, dat kan je ook opzoeken of op laten zoeken.


De vormgeving is ook dit keer weer helemaal prima. Alles is ruim opgezet, er is een kader met feitjes over de betreffende dieren en een Wist-je-dat. Op een grote afbeelding zie je hoe mooi die kleine beestjes zijn, en er een een kleinere afbeelding op ware grootte. Klein dus…
Jammer van dat ene foutje (een onvertaald Engels woord in het kader over de slak)


Zoë Ingram studeerde textielontwerp, maar ze tekent ook graag op papier of gebruikt verschillende technieken tegelijkertijd. Zoë woont in Edinburgh, Schotland.

https://lillarogers.com/artists/zoe-ingram

ISBN 9789047714323 | Hardcover | 48 pagina's | Uitgeverij Lemniscaat | april 2023
Vertaald uit het Engels door Steve Blaas Afmeting 23.7 x 23.7 cm| Leeftijd vanaf 4 jaar

© Marjo, 11 mei 2023

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Mijn eerste zeedierenboek
Zoë Ingram


Het boek met zo’n twintig zeedieren begint met het voor kinderen niet onbekende anemoonvisje.
Oranje-wit gestreept is-ie en bekend als Nemo uit de bekende Disney film. Maar nu kun je meer te weten komen over deze vis: zijn officiële naam (wel lastig voor jonge kinderen dat Latijn!), wat hij eet, hoe zwaar hij gemiddeld is en hoe lang hij leeft.


Dit staat in een apart kadertje op de twee pagina’s waarover de volledige afbeelding van de vis in zijn geheel uitgesmeerd is. Verder wordt er verteld  dat er 30 verschillende soorten anemoonvissen zijn, en dat ze tussen zeeanemonen wonen om veilig te zijn voor roofdieren. Dus dan begrijp je meteen waarom ze zo heten!


Op de volgende pagina’s, steeds per twee, zie je andere zeedieren, met telkens een gelijksoortige lay-out. De gewone zeehond, de narwal, de tuimelaar, maar ook koraal, een zeeotter en zeepaardje komen voorbij. En nog meer. Achterin kun je zien welke dieren in het boek besproken worden.
Elke keer een korte beschrijving, een kader met feiten, en ook nog een ‘wist je dat’ kadertje. Zo leer je dat de blauwe vinvis het hardst roept en dat de zeehond wel een half uur onder water kan blijven.
Lekker als je staat te wachten tot hij weer boven komt!


De vormgeving is uitstekend: duidelijke lay-out met een grote en duidelijke belettering. De tekeningen van Zoë Ingram geven precies weer hoe de dieren er uit zien, hetgeen het boek mooi maakt om naar te kijken voor de kleinsten die nog niet zelf kunnen lezen.


Zoë Ingram studeerde textielontwerp, maar ze tekent ook graag op papier of gebruikt verschillende technieken tegelijkertijd. Zoë woont in Edinburgh, Schotland. Eerder verscheen bij dezelfde uitgever Mijn eerste vogelboek.
https://lillarogers.com/artists/zoe-ingram


ISBN 9789047712800 | hardcover | 34 pagina's | Uitgeverij Lemniscaat | juli 2021
Afmeting: 23,8 x 23,7 x 1 cm | leeftijd 4+

© Marjo, 19 augustus  2021

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Mijn eerste vogelboek
Zoë Ingram


Vroeger had ik een buurjongetje die alles wat groeide en bloeide prachtig vond. Hij 'kweekte' kikkertjes, liet kleine krabbetjes rondzwemmen, vond elke bloem prachtig maar vogels waren helemaal geweldig. Elke keer wees hij enthousiast naar elke vogel die voorbij kwam vliegen en keek me dan stralend aan bij het zien van al dat moois. Inmiddels is hij verhuisd en al een hele vent van 8 jaar maar wat zou hij dit boek toentertijd leuk hebben gevonden...
Er staan namelijk drieëntwintig vogels in die het meeste te zien zijn in de tuin, op het balkon of in het park. Ze zijn allemaal realistisch getekend door Zoë Ingram, zodat de kinderen ze al snel leren herkennen.


Maar we zien niet alleen de afbeeldingen, er staan ook allerlei informatie over de vogels bij, bijvoorbeeld hoeveel van de betreffende vogels in Nederland voorkomen, en dat zijn o.a.; 400.000 van die gezellige pimpelmeesjes, 100.000 roffelende grote bonte spechten, 1.100.000 merels en 750.000 spreeuwen. Deze laatste kunnen overigens prachtige figuren in de lucht maken als ze samen een spreeuwenwolk maken. Die wolk kan bestaan uit wel 100.000 spreeuwen, vertelt Zoë Ingram ons. 


Maar de hoeveelheid is niet het enige wat er gemeld wordt. Bij elke vogel zien we ook het ei getekend, lezen we hoe groot dat ei is en hoeveel eieren er door die betreffende vogel gelegd wordt. Een koolmeesje legt bijvoorbeeld wel 7 tot 15 eieren!


In aparte kadertjes staan naast de hoeveelheid vogels ook de grootte en, de spanwijdte van de vogel evenals wat ze eten en wat hun leefomgeving is.
Heel leuk is dat bij elke vogel ook een leuk weetje staat. Bijvoorbeeld dat een houtduif zijn jongen voedt met melk en dat stadsduiven een medaille hebben gekregen tijden de Eerste en Tweede Wereldoorlog! En wist je dat een grote bonte specht een heel lange tong heeft?


Al met al vormt dit boek een mooi begin voor de kleine vogelliefhebber, de vogels zijn duidelijk weergegeven - alleen de mus is wel heel oranje in plaats van bruin - en daardoor makkelijk te herkennen. Het boek is volgens de catalogus van Lemniscaat geschikt voor 4+ maar dat is wel erg jong. Het is in mijn ogen leuker als het kind alles zelf kan lezen en met het boek in de hand in bijvoorbeeld de tuin kan speuren welke vogels te zien zijn daar. Achterin het boek zijn alle vogels namelijk nog een keer getoond met daarbij een wit vakje waarin je kunt afvinken dat je de vogel gezien hebt.

Mooi verzorgd en informatief boek.


ISBN 9789047711728 | Hardcover | 56 pagina's | Uitgeverij Lemniscaat | april 2020
Afmeting 23,9 x 23,8 cm | NUR 223 | Vertaald door Jesse Goossens | leeftijd 4+

© Dettie, 13 april 2020

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER