Boekenarchief R-S

De lichtverkoper
Ton van Reen


‘Ik heb nog nooit gehoord dat iemand een schat in de schoot geworpen krijgt. Dat zal ook nooit gebeuren. Wie niets heeft, krijgt nooit wat. Zelfs al bidden de mensen de sterren uit de kroon van Onze-Lieve-Vrouwe-Sterre der Zee. Zelfs al werken ze zich het eelt op hun handen voor hun bazen. Voor rijkdom moet je geboren zijn in een rijk nest, en geslapen hebben in een wiegje met kant en als kind elke dag sinaasappels hebben gegeten. Wie geboren is in de sloppen, blijft zijn  hele leven een arme luis.’


Dit is zo’n beetje de korte inhoud van dit verhaal, dat speelt aan het einde van de negentiende eeuw. Maastricht heeft in die tijd enkele grote fabrieken onder andere die van grootindustrieel Petrus Regout die een glasfabriek had en een aardewerkfabriek.


Omstreeks 1850 had Regout al ruim 600 arbeiders in dienst; in 1865 al meer dan 2000.
De sociale omstandigheden waren slecht, de kindersterfte hoog en de gemiddelde leeftijd laag. Veel arbeidersgezinnen leefden onder erbarmelijke hygiënische omstandigheden in eenkamerwoningen in arbeidersbuurten zoals het Boschstraatkwartier en het Stokstraatkwartier.
Een vroege poging om verbetering te brengen in de woonomstandigheden van de arbeiders, was de bouw van de zgn. Cité Ouvrière door Petrus Regout in 1864. Pas na 1900 werden door woningbouwverenigingen ruimere arbeiderswoningen in nieuwe wijken buiten het centrum gebouwd (onder andere Blauw Dorp, Wittevrouwenveld).


De twaalfjarige Caspar Marres is een van de kinderen die met zijn familie in de Cité woont. Hij wil en kan bovenstaand citaat niet accepteren.
Toch zit het hem helemaal niet mee. Hij probeert zo lang mogelijk op school te blijven, maar de armoe is groot, en de roep van de fabriek enorm. De bazen in de fabriek zien hun arbeiders niet als mensen zoals zij zelf zijn. Ze vinden dat ze het recht hebben hen te gebruiken. Misbruiken dus. Voor hongerloon erg hard laten werken. Zo jong mogelijk, want die kun je nog minder betalen.
De rijken werden veelal ter zijde gestaan door de geestelijkheid.


De macht wordt geschonken door God en dat de armen de rijken moeten accepteren. Caspar gaat nog wel naar school, maar verdient daarnaast bij door te venten met kaarsen en gaskousjes, petroleum en lampolie. Zo zien wij door zijn ogen hoe veel mensen er nog slechter aan toe zijn. Als je vrouw bent ben je ook niets waard.
Gelukkig komt het met Caspar allemaal wel goed, maar dit boek vertelt het verhaal van die vele mensen die nooit in staat waren zich te ontworstelen aan de vreselijke armoe.


Door toeval vond Ton van Reen op een rommelzolder in Maastricht boven een voormalige boekenhandel vijf sigarenkistjes van het in de negentiende eeuw bekende merk Genie. Er zaten boeken in: van Jules Verne, van Darwin en Max Havelaar. En: negen volgeschreven schriftjes geschreven door Joes Marres, waarin hij het verhaal vertelde dat door Ton van Reen bewerkt werd tot deze roman. Het is een waargebeurd verhaal.


Ton van Reen (Waalwijk, 1941) is een Nederlands schrijver, dichter en journalist. Hij heeft inmiddels een groot oeuvre van romans, verhalen en kinderboeken geschreven. Uit veel zijn boeken spreekt een vrij hoge mate van sociale betrokkenheid en liefde voor het Limburgse land en haar bewoners.


ISBN 9789062657537 | paperback | 320 pagina's | Uitgeverij In de Knipscheer | februari 2019

© Marjo, 26 mei 2021

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER