jeugd 10-12 jaar

Simon van der Geest

http://www.simonvandergeest.nl

Zie ook Leestafel-recensies over boeken van Simon van der Geest in de categorie jeugd 6-9  jaar.

 

Het werkstuk
of hoe ik verdween in de jungle
Simon van der Geest


Zoektocht naar een vader
Een Surinaamse vader met een gat in zijn hart. Een Nederlandse moeder die een bekende zangeres is. En een dochter die haar vader wil zoeken in Suriname. Dat zijn de drie ingrediënten van het razend spannende en vlot vertelde boek Het werkstuk van Simon van der Geest.


Spannend, vlot en filmisch zijn drie woorden waarmee dit laatste boek van Simon van der Geest kan worden beschreven. In twee delen vertelt hij over de zoektocht van de tienjarige Eva Loks naar haar Surinaamse vader. Een zoektocht met veel haken en ogen.


Dat Van der Geest een theatermaker is, merk je al direct aan het fragment dat hij vooraf laat gaan aan dit kinderboek. Een ik-figuur staat tot aan haar middel in een woest kolkende rivier. Ze wordt bijna meegesleurd en probeert niet aan kaaimannen, piranha’s en watergeesten te denken. Ze is nog het dichtst bij de oever waar ze het water in ging. Daar hangt haar rugzak met het werkstuk, waar ze een paar weken geleden in Nederland aan begon te schrijven. Het touw van de touwbrug schuurt in haar handen. Gaat ze de overkant halen? Durft ze over te steken?


Het eerste deel van het boek heet ‘Het werkstuk’ en speelt zich af in Nederland, waar Eva Loks met haar moeder Silla Loks woont. Ze moet een werkstuk schrijven voor school en ze mag zelf het onderwerp verzinnen, als het maar met biologie te maken heeft. Waar klasgenoten al snel een onderwerp hebben verzonnen, daar moet Eva wel een week over nadenken. Eén klasgenoot heeft een vader met een biologische kwekerij. Hij gaat zijn werkstuk schrijven over biologische tomaten, waardoor Eva denkt: ‘ik heb geen vader met een biologische kwekerij. Ik heb niet eens een vader. Ik heb alleen een moeder. En toen wist ik het opeens. Het is een onderwerp waar ik meer over wil weten. Ik weet er nog niks van. Ik doe mijn werkstuk over Biologische Vaders.’


Het woord ‘biologie’ is de trigger voor een emotionele en interessante zoektocht van Eva, want haar moeder laat maar weinig los over haar vader en wat ze vertelt is negatief. Ze refereert aan hem met de woorden ‘die worm’ en ‘die vent’. Toen Eva kleiner was, dacht ze dat Dievent de naam van haar vader was. Door de reactie van klasgenoten begreep ze pas hoe het zat. Het zijn ook precies die reacties die haar haar gemis doen realiseren. Ze ziet er heel anders uit dan haar hoogblonde moeder en dan heeft ze ook nog eens elf tenen. Dat moet ze wel van haar vader hebben. Als dat geen aanwijzing is.


Simon van der Geest neemt in het lopende verhaal bladzijdes op uit het werkstuk van Eva. Die bladzijdes herken je aan de lay-out en aan een andere, kinderlijke schrijfstijl. Ook de illustraties van Karst-Janneke Rogaar, die in zwart-wit zijn uitgevoerd en in het lopende verhaal een stoer karakter hebben, hebben een kinderlijke stijl en zelfs aan de gaatjes van de perforator is gedacht. Het maakt het boek extra geloofwaardig en realistisch.


Je wordt als lezer volledig deelgenoot van het leven van Eva èn van haar geheimen. Want omdat haar moeder niet veel vertelt over haar vader, voelt ze zich genoodzaakt om het programma Verloren Tijd (een soort Spoorloos)  in te schakelen, zonder haar moeder daarvan op de hoogte te stellen. Van der Geest weet de toonzetting van dit type programma’s mooi neer te zetten als hij verhaalt over een timmerman uit Emmen die graag zijn echte moeder wil ontmoeten. Hij is geadopteerd:


“Terwijl de presentatrice naar hem luistert, knikt en zucht ze alsof hij vertelt dat hij doodziek is. ‘Dus jij hebt al die jaren een… gat in jezelf gevoeld?’ vraagt ze.
‘Nou ja, een gat…’ mompelt de timmerman.
‘Je mist iets. Je zit met die eeuwige, brandende vraag…’
Ze balt een vuist en houdt die bij zijn borst, alsof ze daar het vuurtje van die vraag kan voelen.
Hij deinst een stukje terug. ‘Ja… Zoiets.’
‘Wij gaan je helpen,’ zegt ze en ze wendt zich tot de camera. ‘Wij van Verloren Tijd, wij gaan dat brandende gat dichten. Wij… gaan op zoek.’ Ze heeft het nog niet gezegd of ze zitten al in een vliegtuig. Zo makkelijk gaat dat dus op tv.”


En zo komt het dat, na toestemming van haar moeder, Eva Loks met het programma Verloren Tijd af mag reizen naar Suriname. Haar moeder en haar opa blijven thuis en dat is misschien een klein beetje ongeloofwaardig, want wie laat nu een meisje uit groep 8 alleen met een cameraman, een presentatrice en een regisseur naar Suriname reizen? Ook nog wel voor zo’n emotionele reis.

Het tweede deel, De expeditie, speelt zich volledig af in Suriname. Van der Geest weet de omgeving en de sfeer van dit totaal andere land voor de ogen van de lezer tot leven te wekken met beeldende taal. Zo schrijft hij over de tropische warmte waar Eva in stapt als ze uit het vliegtuig komt: ‘De lucht slaat zijn dikke armen om me heen, de hitte pakt me stevig vast, vol en klam. Bam.’
Maar ook al ìn het vliegtuig, door de Surinaamse taal zelf: “’Mi gudu… Je bent een dogla, ja toch?’ […] ‘Meisje, een dogla is een mix. Jouw moeder is Nederlands en je vader Surinaams. Heb ik het goed?’ […] ‘Meestal zijn het bakra-meisjes die vallen voor Surinaamse kerels.’


Dat er in Suriname heel anders wordt gekeken naar de rol van de vader in het gezin, is indirect ook een les voor Eva en voor de lezer. Zo wordt de aanwezigheid van een vader in je leven al direct flink gerelativeerd door de taxichauffeur die Eva spreekt in de taxi van het vliegveld naar het hotel in Paramaribo:


“‘En als je hem niet gaat vinden… No span. Ik heb mijn vader ook nooit gekend. Dood. Net als mijn moeder. Ik weet niet eens wat een vader ís… Ben opgegroeid in een weeshuis… Ik zeg altijd maar: als je niet weet wat je mist, ga je het ook niet missen. Kijk naar mij, ik red me prima. Deze auto…’ Hij klopt op het dashboard – tok tok!- ‘heb ik zelf gekocht, van mijn eigen duku, zeg ik je. Geen papa die daarbij heeft geholpen… Dus maak je geen zorgen. Zonder papa red je het ook. Begrijp je?’”


De zoektocht naar haar vader begint bij een halftante in Paramaribo, die Eva met open armen ontvangt: “’Ik ben toch geen halve tante!’ valt Esseline uit. ‘Ik ben een hele tante! Wil je zeggen dat ik maar half meetel? Ik ben toch een heel mens, noh?’” Halve of hele tante, ze blijkt niet te weten waar de vader van Eva woont. Het spoor dreigt al direct in Paramaribo te stoppen, maar dan neemt Eva een drastisch besluit. Wat volgt is een spannende tocht door de jungle, die haar nieuwe vrienden en inzichten verschaft en die haar uiteindelijk ook heel goed doet realiseren wat ze achter heeft gelaten in Nederland.


Het werkstuk of hoe ik verdween in de jungle
is een liefdevolle en waarachtige vertelling over het belang en de waarde van herkomst, ouderschap en vriendschap in twee culturen. Simon van der Geest heeft weer een boek geschreven dat van begin tot einde meeslepend is geschreven.


ISBN 9789021414867 | Hardcover | 400 pagina's | Querido | november 2019
illustraties Karst-Janneke Rogaar | Leeftijd 10+

© Mariska Venema, 21 september 2020

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

altSpijkerzwijgen
Simon van der Geest


‘Als je maar hard genoeg rijdt, vlieg je terug in de tijd.’


De hoofdpersoon in dit boek, de twaalfjarige Vonkie, zou dat wel willen. Terug in de tijd. Terug naar de tijd dat het allemaal koek en ei was tussen haar vader en moeder. Want de reden dat ze nu bij opa op de boerderij logeert, is dat haar ouders tijd nodig hebben. Zeggen ze.


Vonkie kan alleen maar hopen dat ze die tijd goed besteden en dat ze haar weer gezellig samen komen halen. Die twee weken bij opa heeft ze er dan wel voor over, al is het er maar een saaie boel op het platteland.
Maar opa kan wel verhalen vertellen. Verhalen over vroeger. En dan komt niet alleen het verleden tot leven, ook ziet ze nu de omgeving rondom de boerderij met andere ogen. Opa woonde er ooit met zes broers: Teur, Tenk en Sleutel. Bijnamen natuurlijk. Zelf heette opa Spijker, ‘omdat ze me zo eigenwijs vonden. Zo eigenwijs als een kromme spijker. Probeer een kromme spijker maar eens recht te slaan.’ Zijn één jaar oudere broer werd Buts genoemd. Met Buts beleefde hij avonturen. Zijn vriend.


Maar er is ook iets goed fout. Opa vertelt het niet allemaal, maar Vonkie komt er toch wel achter. De broers hebben al in geen twintig jaar contact gehad. Er was iets met een molen, die molen verderop, waarvan opa haar sterk afraadt er heen te gaan. Ook had het te maken met een meisje.
Vonkie vindt het maar vreemd dat opa en zijn lievelingsbroer elkaar niet meer schijnen te kunnen luchten of zien. Nu woont de broer ver weg, dus het zal niet meevallen, maar ze vindt dat ze weer goed moeten worden samen. Vonkie probeert samen met haar achterneef Sven, die vlakbij woont, ook bij zijn opa, de geheimen te ontsluieren. En dan moeten ze wel bij de molen gaan kijken...
Kunnen zij en Sven in hun jeugdige onwetendheid en overmoed het voor elkaar krijgen dat de twee broers die koppig volharden in hun zwijgen, toch weer met elkaar praten? In ieder geval bellen?


Zoals we gewend zijn van Simon van der Geest staan er weer prachtige zinnen in dit boek.
‘Als je zo oud bent zit je hoofd vast zo vol met herinneringen dat gewone gedachten er maar traag doorheen sijpelen.’
Over de eventuele roeping van zijn broer: ‘Als God ooit Buts ging roepen, dan moest hij weten dat ik nog harder kon roepen.’


Het verhaal is ook mooi: een meisje probeert met alles wat ze in huis heeft het leven van haar opa te regelen zoals zij denkt dat goed is. Aan de toestand tussen haar ouders kan ze niets doen, nu ze ’verbannen’ is, dus haar opa is de klos. Het houdt haar bezig, en geeft haar inzichten mee, zoals iedere tiener die op de een of andere manier mee moet krijgen.
Mooie dialogen, avonturen die een serieus doel hebben maar vaak grappig verlopen, en een groeiende vriendschap, in een mooi sfeervol boek.

Simon van der Geest
werd in 1978 geboren in Gouda. Hij groeide op in een piepklein dorpje tussen eindeloze weilanden. Dat komt terug in dit boek.
Je vindt er ook een plattegrond en een leuke stamboom in.


ISBN 9789045116815 | Hardcover | 232 pagina's | Uitgeverij Querido  | april 2015
Leeftijd vanaf 10 jaar

© Marjo, 1 juni 2015

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

altSpinder
Illustraties: Karst-Janneke Rogaar
Simon van der Geest


‘Je weet niet wat je in je handen hebt.
In dit schrift dat jij nu vasthoudt heb ik de oorlog beschreven tussen mij en mijn broer.’


Hidde, de schrijver van deze woorden, hoopt dat zijn schrift in goede handen is, want zijn broer is niet te vertrouwen. Ze hebben al drie jaar een geheim samen, en dat hebben ze nog steeds, maar Hidde denkt er hard over om het maar te gaan vertellen. Want zijn broer Jeppe wil de kelder hebben!
En daar heeft Hidde gedurende die jaren een mooie insectenverzameling opgebouwd. Het is zijn grote fascinatie, allerlei kleine friemelbeestjes heeft hij in bakken, hij voert ze en verzorgt ze. Hij kan nergens anders heen! Dan zijn zijn duizendpoten en sprinkhanen, zijn wormen en slakken, zijn  wandelende takken en rozenkevers ten dode opgeschreven.
'Ik kan mijn insecten niet kwijtraken. Dan heb ik niets meer.' Zware woorden, maar het is inderdaad het enige waar de jongen voor leeft.


Helaas voor hem heeft Jeppe, drie jaar ouder en sterker, ook zo'n almvattende hobby: de muziek. Hij wil zijn drumstel in de kelder zetten, want die past binnen niet. En Hidde heeft de kelder nu drie jaar gehad, dat is het wel genoeg geweest.
Zijn er dan geen ouders die dat in overleg kunnen regelen, vraag je je af. De vader blijkt al lang geleden verdwenen te zijn en de moeder werkt dag en nacht en is blij met twee zulke zelfstandige zonen. Er was, drie jaar geleden, nog een broer, Ward, wat hem is overkomen is een deel van het geheim, van ‘de Deal’. Net als de kelder zelf een geheim is.
Het wegvallen van de broer in combinatie met het Geheim heeft de twee broers samengebracht. Ze waren maatjes, en probeerden hun moeder te ontzien. Ook mag zij niets weten van het Geheim, ze kunnen haar er niet bij halen.
Dus moeten de jongens het zelf uitvechten, en dat gaat er steeds harder aan toe.
Hidde - die overigens Spinder wordt genoemd, en de reden daarvan is een tragi-komisch verhaal op zich – houdt het logboek bij, waardoor we de strijd kunnen volgen. Er worden meisjes bij betrokken; Jeppe weet het schrift een enkele keer in handen te krijgen en schrijft er dan ook in, en Hidde kan goed tekenen, ook in zijn schrift. Wat het verhaal erg bijzonder maakt is de insectenmanie: om de haverklap vergelijkt de jongen het gedrag van mensen met het gedrag van insecten.


‘Hij kwam alleen om mij bang te maken. Dat ken ik wel, bij insecten heet dat imponeergedrag. Een wesp zwaait met zijn angel. Een vliegend hert knipt met zijn kaken in de lucht. Jeppe staat met zijn handen in zijn zij. Hij schreeuwt en schreeuwt.’


Simon van der Geest heeft goed door dat boeken als ‘leven van een loser’ en  ‘Geronimo’ met hun speelse bladvulling het goed doen bij kinderen. Met  Karst-Jan Rogaar  is hij een goede samenwerking aangegaan: veel tekeningen in dit boek. Ook zijn er plannen in een ander lettertype, briefjes, en schematische tekeningen die zijn plannen duidelijk maken. Het geeft het boek een speels karakter.
Maar vergis je niet: het is een zwaar onderwerp. De oorlog tussen de broers is gemeend en ze gaan erg ver; het achterliggende geheim is heftig.
En voor de smulpaap: er zitten prachtige vondsten in en mooie stilistische zinnen. Kom daar maar eens om bij dat populaire leesvoer.


ISBN  9789045112800  | hardcover | 112 pagina's | Querido |april  2012
Leeftijd vanaf 10 jaar

© Marjo, 12 februari  2013

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Geel gras



Fieke, een meisje van tien jaar, is met haar ouders op vakantie in Frankrijk. Ze slaapt in haar eigen tentje, naast dat van haar ouders. Tot die ene dag dat ze wakker wordt en tot de ontdekking komt dat er op de plek van de grote tent een grote lege plek is met geel gras! Geen tent! Geen auto! En... geen ouders!
Nu is ze blijkbaar wel gewend van haar ouders dat die dingen vergeten, en dat ze de afwasteil en de rode theedoeken vergeten zijn, vooruit, dat snapt ze nog wel, maar ze zullen toch wel terug komen voor haar?
Als ze in de loop van die ochtend nog niet teruggekomen zijn, wordt het wel wat eng. Ze heeft gisteren wel voor een vervelende situatie gezorgd in het kasteel vlakbij, maar zo erg was dat toch ook weer niet?
Fieke twijfelt. Of ze komen haar zo halen en het was niet erg. Of ze zijn haar expres vergeten en ze moet het nu verder maar in haar eentje uitzoeken.
Ze wil niet huilen, en besluit maar iets te ondernemen. Boven op de berg bij het kasteel hangt ze haar roze trui aan een stok. Een soort uithangvlag. Voor haar ouders, dan kunnen ze zien waar ze is.
Maar er komen geen ouders. Er komt niemand. De enige die reageert is een jongen van haar leeftijd, ook Nederlander gelukkig, die vertelt dat hij weggelopen is van zijn overbezorgde moeder, Jan Antoine heet hij. Jantwan.
Ze hebben alleen elkaar, en al houden ze zich groot, het valt niet mee om als tienjarigen in een vreemd land tussen mensen die je niet verstaat je weg te vinden! Ze beleven een paar akelige avonturen in het Franse dorpje, en beginnen steeds meer te verlangen naar hun ouders. Dan bedenkt Jantwan een goed plan...


Dit is een fris en fruitig verhaal! Jonge ( en vooruit: ook oudere) lezers kennen vast wel fantasieën over zo'n vakantieavontuur, zonder je ouders. Natuurlijk moet het dan wel goed aflopen, en dat doet het ook, dat kan ik best verklappen. Alleen zeg ik niet wat voor een leuke ontknoping het verhaal heeft.
Het is een grappig verhaal, vlot geschreven in een duidelijke taal. Fieke is een meisje dat de wereld laconiek bekijkt en zich niet zo snel uit het veld laat slaan.


'Jantwan loopt iets voor me uit. Of nou ja, hij sluipt. Hij trippelt van boom naar boom. James Bond, maar dan te klein. En te dik. Ik haal mijn neus op. 'Waarom loop jij zo debiel?' vraag ik.
'Dat is niet debiel. Dat is undercover,' zegt hij.'


ISBN 9789045109879 Hardcover 103 pagina's | Querido Kinderboek | juni 2009
Leeftijd 10+

© Marjo, maart 2010


Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER