jeugd 13-15 jaar

Sanne Parlevliet

altPitstop
Sanne Parlevliet


‘Mama begint te stinken.’

Zo, wat een openingszin voor een jeugdboek! Het trekt je meteen het verhaal in: wat is er aan de hand daar?
En denk maar niet dat die uitleg meteen komt... Gelukkig niet.

Hoofdpersoon is Arnold, een brugpieper die het zwaar heeft. Niks gelukkig gezinnetje met liefhebbende ouders die voor hem zorgen. Dat zorgen moet hij zelf doen. De praktische zaken lukken wel, maar het is moeilijk als je niemand hebt om mee te praten. Op school heeft hij ook al geen vrienden, de andere leerlingen vinden hem raar. Hij heeft gewoontes: hij loopt bijvoorbeeld het liefst in het midden van een pad of gang. Hij wiegt heen en weer. Dat geeft rust, vindt hij. In de pauzes vlucht hij naar een wc, waar het rustig is. Hij leest de tekstjes die overal geschreven staan en geeft soms wc-papier aan een andere toiletbezoeker die zonder zit. Hij is daar immers anoniem.
Er gaat geen dag voorbij of Arnold leegt de brievenbus. Maar behalve brieven met venstertjes die hij weglegt, zit er nooit bij waar hij op wacht: de brief die zijn vader hem zou schrijven. En hij had het beloofd!


‘Hij komt wel’. ‘Maar wanneer?’ ‘Dat weet hij zelf nog niet.’ Ik kijk naar hem op. ‘Anders had hij je toch wel geschreven.’ ‘Hij kan toch schrijven waar hij is?’ ‘Niet als hij zelf niet weet waar hij is.’ ‘Hè?’ ‘Je kunt ergens zijn zonder ergens te zijn.’


De postbode is een jongen die een zichzelf de ‘protestbode’ noemt. Hij wil dat mensen meer brieven schrijven. Dat geë-mail, dat is niks. Schrijven! Een brief, een kaartje... Hij weet natuurlijk ook niet waar de brief van Arnolds vader blijft, maar stoppen voor een babbel met Arnold – de pitstop – dat doet hij steeds vaker. Op een gegeven moment gaat Arnold zelfs koffie zetten voor Sjon, zo heet hij, en de jongeman die toch wel een jaar of vijf, zes ouder is, wordt langzaam een vriend. Al is er iets dat Arnold dwars zit... Kan hij die Sjon wel vertrouwen?


‘Ik loop naar mijn plaats. De hoofden draaien met me mee. Ik zie alles haarscherp. Het is alsof ik sneller leef dan de wereld om me heen. Ik ga zitten op de stoel, mijn schouder draait naar achteren als ik mijn tas afdoe, ik voel hoe mijn armspieren zich aanspannen om het gewicht naar de grond te brengen. Ik haal mijn boek uit de tas en leg het op tafel. Lotte tikt me aan.  Er gaat een stroomstoot door mijn lichaam. Ik voel me sterk. Ik geef licht. Ik word gezien.’


Het boek staat vol met dit soort mooie teksten over de innerlijke wereld van de jongen. Mooie zinsneden ook:


‘Na een paar minuten schuift haar stem weer over het geluid op de gang heen.’
’Ik zet opa Stok tussen haakjes.’
‘Wat ik nog weet ligt onder een deken van zachte geluiden.’


Ik heb genoten: het is een prachtig geschreven verhaal over een jongen die zichzelf moet zien te vinden, terwijl hij op zoek is naar geluk. Veel wordt aan de verbeelding van de lezer overgelaten, de stijl is niet expliciet. Een verhaal voor de betere jonge lezer dus.


Sanne Parlevliet (1977, Groningen) is een Nederlandse onderzoeker, kinderboekenschrijver en vertaler.


ISBN  9789089671530 | Paperback | 157 pagina's | Uitgeverij Hoogland & Van Klaveren| september 2014
Leeftijd 13+

© Marjo, 18 april 2015

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER