Kinderen in oorlogstijdKinderen in oorlogstijd
Steffie van den Oord


Veertien mensen vertellen op hoogbejaarde leeftijd wat ze als kind meemaakten. Ze waren nog een kind toen de oorlog uitbrak.
Ze zijn niet de enige overlevenden, ook anderen hebben vreselijke dingen meegemaakt, maar deze veertien verhalen geven een doorsnede van een gruwelijke tijd, waardoor je ook nu, tachtig jaar nadien, met verbijstering leest over hun wederwaardigheden.
Je kan je niet voorstellen hoe een kind dat heeft kunnen overleven, verscholen zitten in een vochtige, donkere kelder terwijl boven je de bommen vallen. Ons voorstellingsvermogen schiet tekort. En dat is maar één van de verhalen.


Hoe het moet zijn geweest om steeds opnieuw uit je huis verdreven te worden, tot je tenslotte in een concentratiekamp terecht komt, opgesloten. En je hebt niets, maar dan ook niets meer, en je hebt steeds meer honger. Je ziet hoe om je heen mensen skeletten worden. Je ziet de dagelijkse doden.


Een kind zegt:  ‘Ik wist niet eens dat ik Joods was.’


‘Ik gedraag me zoals mijn ouders; ze zeggen nooit hoe. Ik doe ze gewoon na. Alles aanpakken. Doorgaan. Nooit bij de pakken neerzitten. Het gaat om het verweer, het innerlijk verweer. Wil ik door, of laat ik het gaan?’


Onvoorstelbaar. Maar dan letterlijk. Hoe verdraag je al deze ellende?
Deze kinderen hebben een enorme innerlijke kracht gehad.
Het is die kracht waardoor ze het gered hebben. Zij kunnen nu hun verhaal vertellen.
Wat maakten ze mee? Hoe verging het hen na de oorlog?


‘Huilen kan ik nog steeds niet. Niet toen mijn ouders overleden – die ons erdoor sleepten en ons twee keer het leven gaven. Niet toen mijn vrouw overleed, en zelfs niet toen mijn zoon stierf. Als het te dichtbij komt neem ik afstand.
Anders red je het niet.’


Als je vader een NSB-er is, niet eens vanwege sympathie met de nazi’s, verandert je leven ook. Het kind zijn van ‘foute’ ouders, heeft een grote impact op je leven.
Een van de verhalen gaat over het bombardement van Nijmegen. De verteller geeft aan hoezeer ze in deze tijden meeleeft met de mensen in Oekraïne.
Want ja, oorlog gaat blijkbaar nooit voorbij. Nog steeds hebben mensen, kinderen het - hier of daar - vreselijk moeilijk.


‘Nooit zal ik vergeten dat ik aan vader vroeg: ‘Ja, maar papa, wat is dat nou, bevrijding?’
En wat hij zei, waardoor alles me pas echt duidelijk werd: ‘Dat zal ik jou eens gauw vertellen. Dan gaan alle Duitsers, alle Engelsen, alle Amerikanen, alle Canadezen – alle soldaten – naar huis. En dan is de oorlog eindelijk helemaal voorbij.’


Na ieder verhaal zien we enkele foto’s.
Achterin een nawoord, met de opmerking hoe moeilijk het voor deze mensen was om hun verhaal te vertellen. Jarenlang hebben ze verdrongen wat er gebeurd was en ze hebben een nieuw leven opgebouwd. Maar bij iedereen gaat het een keer mis. Op een bepaald moment haalt het verleden hen in en moet het verwerkt worden. Ze stellen:  'dat moet. Je moet erover praten. Gastlessen geven op scholen. Naar een psychiater. En de hoop op een betere wereld niet opgeven.'
Indrukwekkende verhalen van heel bijzondere mensen (al zullen ze dat zelf niet zeggen).


Steffie van den Oord (1970) is schrijver en journalist. Ze studeerde geschiedenis, literatuurwetenschappen en journalistiek en werkte als verslaggever voor vpro-radio.
Rond de millenniumwisseling interviewde ze honderdjarigen en schreef hun levensverhalen op: Eeuwelingen. In 2015 verscheen De vrouw met de bijl.
Van Oord is altijd op zoek naar wat mensen beweegt, of het nu levenslust of doodsdrift is.

ISBN 9789021488578 | Paperback | 304 pagina's | Uitgeverij Querido | april 2025

© Marjo, 24 juni 2025

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER