Non-fictie

Achter de bergen

Een jaar met mijn gezin in Ecuador


Hans en Nancy Wiltink, veertigers, hebben een goed leven. Twee dochters, Anniek en Rose, en huisje, boompje, beestje. Ze dromen echter van een iets minder saai leven, ze willen hun vleugels uitslaan. Een bamboehut op palen in Indonesië, een huis in een dorpje in Italië. Maar het blijft niet bij dromen. Na een jaar overal als vrijwilliger gesolliciteerd te hebben, hebben ze beet. Een ecolodge in de Andes. Een ecolodge is eigenlijk een kleinschalig hotel, waar ze proberen om de bedrijfsvoering te doen met zoveel mogelijk respect voor de omgeving: zowel natuur als mensen. Hans en Nancy besluiten eerst te gaan kijken voordat ze definitief ja zeggen. Ze bekijken de omgeving, de lodge "de Black Sheep Inn "en maken kennis met Andy en Michelle de van oorsprong Amerikaans eigenaren van de ecolodge. Deze kennismaking verloopt goed, hetzij wat stroef. Hans en Nancy nemen de uitdaging aan, zij worden voor een jaar de managers van de Black Sheep Inn.


Eenmaal weer thuis begint het grote regelen, visa worden aangevraagd, voor de kinderen 6 en 8 jaar, moet ontheffing van Nederlands onderwijs aangevraag worden, het huis moet verhuurd, spullen opgeslagen enz. Maar uiteindelijk is alles rond en vertrekken ze naar het plaatsje Chugchilán. De omgeving is paradijselijk, de kinderen wennen snel en volgen het plaatselijk onderwijs, de woonruimte bestaat uit één kamer waar ook de kinderen moeten slapen maar dat is niet hinderlijk. Wel hinderlijk is dat Andy en Michelle perfectionisten zijn en moeilijk werk uit handen geven. Dat irriteert Hans en Nancy. Deze irritatie verdwijnt naar de achtergrond als na drie weken een Nederlands gezin arriveert en na een paar dagen de man en dochter dood worden gevonden, vermoord. De impact is groot. Het paradijs blijkt niet zo paradijselijk. Als na een tijdje de schok en het verdriet wat gezakt zijn komen de wederzijdse irritaties weer opzetten. Nancy beschrijft Andy en Michelle als vervelende stugge mensen die pas als ze niet 100 maar 1000% overtuigd zijn van hun kunnen dingen aan hen overdragen.


Persoonlijk vind ik in dit gedeelte weinig zelfreflectie. Nancy en Hans spreken nauwelijks Spaans, zijn onervaren in het werk, het personeel spreekt Spaans, dus er valt wel iets voor te stellen bij de houding van Andy en Michelle. Zij hebben de lodge opgebouwd en er heel veel jaren werk in zitten. Na 3 maanden krijgen Hans en Nancy te horen dat ze niet voldoen en weg moeten. Als door een wonder vinden ze een andere ecolodge aan de andere kant van de bergen waar ook om managers gevraagd wordt...


Jean, de eigenaresse van Llullu Llama, is een kordate, doortastende vrouw. Ze is zelden aanwezig en laat het werk aan de Wiltinks. Pas dan begint het echte avontuur voor hen. De bewoners van het dorpje Insinliví accepteren hen snel, de kinderen hebben meteen nieuwe vriendjes en doen het bijzonder goed op school. Ze leren te koken met de ingrediënten die aanwezig zijn en worden steeds vindingrijker. Koffie wordt gefilterd in een afgeknipte panty. Als je over hun leven, de rust, de interessante gasten en de prachtige omgeving leest krijg je de neiging onmiddellijk je koffers te pakken en te vertrekken.


Maar het jaar is bijna om, de visa verlopen dan, Nancy wil niet weg. Ze zoeken naar een geschikte plek om een eigen ecolodge te vinden. En dan.. wordt het verhaal ineens in een sneltreinvaart verteld en zijn ze terug in Nederland. Jammer, wat zo bevlogen en vlot wordt verteld, wordt door het eind een beetje teniet gedaan. Wat is er met hun plannen gebeurd? Het lijkt wel of de kleur, de vrolijkheid en de zon, wat wel degelijk in dit verhaal zit, met de komst naar Nederland ook gelijk verdwenen is.. echt jammer.


ISBN: 9049999794 | Paperback | 256 Pagina's | Pimento | 2005

© Dettie, februari 2006

Reageren? Klik hier!