jeugd 10-12 jaar

Marco Kunst

http://www.marcokunst.nl
Marco Kunst - jeugd 13-15 jaar
Marco Kunst - jeugd 15+
Marco Kunst - romans

 

altDe Waterwaack van Natterlande
Marco Kunst


Vanaf de eerste pagina is het duidelijk: we gaan grote avonturen beleven. De elfjarige Toffee begint te vertellen hoe het allemaal begon op een doodgewone zaterdag. Toffee heeft een tweelingzus, Gum, en om en om zullen zij het verhaal uit de doeken doen.


Hun ouders zijn Henk en Hera, maar aan hen hebben de kinderen niet zoveel. Zij zijn alleen maar bezig met hun computers, de hele godganselijke dag door zitten ze te rammelen, bezig met geld verdienen. Voor de kinderen hebben ze niet veel aandacht over. Maar gelukkig besteden hun kindermeisjes die eigenlijk het hele huishouden doen, de Braziliaanse Limona en haar dochter Vanilia, veel aandacht aan hen. Er is ook nog een baby in het huishouden, Kaka genaamd. Hij is de zoon van Vanilia.


Op die doodgewone zaterdag gebeurden een aantal bijzondere dingen, waarvan het belangrijkste was dat de bel ging.
Niets bijzonders zou je zeggen, maar het was de postbode, en die postbode bracht een envelop van het Watersnoodtariskantoor Klok & Kwelwater. Het ging over een erfenis! Spannend, vinden de kinderen. Moeder vindt het maar niets. De erfenis is de zomp, een gigantisch moerassig niemandsland, en het bijbehorende gebouw, de Waterwaack. Vlak naast de zomp ligt de stad Natterlande, die uit zijn voegen barst.
Maar als de ouders de mogelijkheden zien: een volledige nieuwe woonwijk bouwen – dat is Hera’s werk – en het gebied ontwikkelen en wegen aanleggen – dat doet Henk – dan verhuizen ze onmiddellijk naar de Waterwaack.


Als ze daar arriveren ontdekken ze dat er nog twee erfgenamen zijn, en dat de watersnoodtaris na een jaar pas zal beslissen wie er blijft wonen. En het is een vreemd huis: verbouwen lukt niet, het is een log en zompig huis, en hun medebewoners, ome Trees en tante Thé zijn bepaald eigenaardig. Maar het meest bijzondere is dat zich onder het moeras en de stad een levend wezen bevindt, een soort reuzemossel. De taak van de Waterwaack is het dier beschermen. Dat is precies het tegendeel van wat Henk en Hera van plan zijn, want bouwen en wegen aanleggen zal het dier doen omkomen. Het protesteert: problemen dus, heel veel problemen!

Toffee en Gum zijn twee nieuwsgierige ondernemende kinderen, die open staan voor de wereld, en al snel meer weten van hoe het allemaal zit daar in Natterlande dan hun ouders, die helemaal geen belangstelling hebben voor dingen die geen geld opleveren.
En de tweeling doet haar best, want zij hebben visie, en luisteren naar iedereen die iets te vertellen heeft. En natuurlijk zijn ze het af en toe oneens, en hebben ze commentaar op elkaar.


‘We kwamen tot de conclusie dat je dingen die je niet wilt zien vaak ook niet kunt zien. Gewoon omdat je er niet in gelooft. Pap geloofde niet in bovennatuurlijke dingen en daarom deed hij alsof er iets doodgewoons was gebeurd.’


Een knotsgek verhaal met wel degelijk een serieuze ondertoon. Want gaat het in feite niet om de manier waarop de mens het land en het water behandelen? Hoe fout het is dat de mens alleen maar handelt met oog op eigen gewin en eigenbelang, zonder zich te storen aan de betekenis die de natuur nu en in de toekomst heeft?


Ook zonder dat die boodschap doordringt bij de jonge lezer is dit een heerlijk verhaal dat gelezen moet worden. De betekenis die de namen hebben gaan misschien ook te ver voor een jonge lezer, maar genieten van de soms bizarre verbeelding waar Marco Kunst ons op trakteert, dat kunnen ze zeker wel! Genieten ook van het heerlijke spel met taal en de vaak zelfverzonnen woorden.


‘Sinds onze grootmoeder, Borbara van Borsele, in een vlaag van verstandsverbijstering onze eigen bronbaas de dood injoeg door hem vol goede bedoelingen een olietanker vol petroleum te voeren, leidt onze familie een zwervend bestaan,’ legde Belonda uit. Je kon zien dat ze dat helemaal niet erg vond. Ze grijnsde een paar rotte voortanden bloot en aaide liefkozend het vlekkerige koper van haar jachthoorn. ‘Het arme beest had last van vleksmeer en belzwellingen. Oma dacht dat ruwe stookolie hem goed zou doen. Nou, mooi niet, helemaal naar de vaantjes ging hij. Toen naar de gallemiezen. Eindpunt ratsmodee… En nou staat er zo’n stumperige kerncentrale op ons ouwe landje. Het zal mij ossenworst wezen.‘


Dit kleine stukje tekst is een klein voorbeeld van hoe het boek is: de taal, de dubbele bodem, en het avontuur plus de humor. En dan ziet het boek er ook nog heel bijzonder uit. Een mooie omslag, kaarten aan de binnenzijde daarvan, mooie illustraties in kleur van Marieke Nelissen en een duidelijke bladspiegel.

ISBN 9789047707769 | hardcover |417 pagina's | Uitgeverij Lemniscaat| januari 2017
Illustraties van Marieke Nelissen | Leeftijd vanaf 9 jaar

© Marjo, 20 april 2017

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

altVlieg!
Marco Kunst


Marius is een jongen van 11 jaar, een dromerig, gevoelig jochie. Als hij  - opgroeiend - de Grote Boze Wereld op zich af ziet komen, weet hij zich alleen veilig bij zijn opa die verderop in de duinen woont.
Thuis doet zijn moeder wel haar best, maar daar is ook zijn oudere broer Pieter, die zelfstandiger en moediger is, en op wie zijn ouders wel trots lijken, terwijl ze Marius' gedrag eerder lijken af te keuren. Vooral zijn vader moppert nogal eens. Waar is die lieve zorgzame vader van vroeger gebleven? Hij is bijna nooit thuis, ‘het is of alles een beetje uit elkaar valt als je groter wordt’.
En Pieter pubert, zegt moeder, en heeft daardoor geen zin meer om te spelen met zijn kleinere broertje. Dus is Marius veel bij opa, deze zomervakantie. Marius en opa, twee handen op een buik, maar opa is oud en niet meer zo gezond. Samen wandelen ze met de hond, lopen door de duinen. Het enige nadeel is dat als Marius naar opa’s huis gaat, hij langs kliniek Vreugdendal moet. Dat is een inrichting voor geesteszieke mensen, en Marius vindt ze maar eng: ’ze zijn net robots. Of buitenaardse wezens. Ze bewegen vreemd en staren naar onzichtbare dingen.’
En er is de man met de grote handen.


‘Laat ze maar lullen hoor!’ klinkt een rauwe stem achter hem. Marius schrikt. Hij draait zich om. Achter het hek, vlakbij, staat ineens weer de man met de grijphanden. Hij kijkt Marius aan met die borende blik, in roodomrande ogen. Zijn dikke vingers klauwen door de mazen van het hek. ‘Niets van aantrekken als ze naar je roepen,’gromt hij. ‘Je doet er niks aan… helemaal niks! Je ken ze niet pakken… en ze blijven maar roepen…’


Dit stukje krijgt verderop in het verhaal veel meer betekenis dan je op dat moment denkt dat het heeft.
Het heeft te maken met de kern van het verhaal:  het vreemde, het anders-zijn, maakt dat mensen ondoordacht dingen doen die, hoewel zo niet bedoeld, vervelende gevolgen kunnen hebben. En recht breien, dat is dan weer zo makkelijk niet.
Opa heeft een geheim, en als blijkt dat dit geheim te maken heeft met die Boze Wereld waar Marius mee geconfronteerd wordt, moet er iets gebeuren. Het lot echter gaat zijn eigen gang.


Een prachtig sfeervol verhaal, over een kleine jongen die geconfronteerd wordt met de echte wereld. Niet langer kan hij zich verschuilen, niet langer is dat donkere holletje in zijn bed een schuilplaats waar hij veilig is. Hij moet volwassen worden. Of hij wil of niet. En met vallen en opstaan leert hij omgaan met de werkelijkheid, begeleid door akelige dromen, en door de leuke en minder leuke dingen die bij het echte leven horen.
De titel verwijst letterlijk naar de vlieger die hij met zijn opa knutselt: de eerste gaat kapot voor hij vliegt, maar er is altijd de mogelijkheid een nieuwe te bouwen. Zo is de wereld ook: dingen gaat fout, maar is er altijd een mogelijkheid het weer goed te maken. Er is ook de figuurlijke betekenis: Vlieg, Marius: word volwassen!
Het is de kleinheid van dit verhaal die het boek groots maakt, met zijn weemoedige sfeer die blijft hangen, als een twijfel tussen klein blijven en volwassen worden. Marco Kunst weet dit haast perfect te vangen in dit kleine verhaal, alsof hij zelf die jongen was.
De zwart-wit illustraties van Philip Hopman versterken de sfeer.

ISBN 9789047705321  | hardcover |150 pagina's | Lemniscaat | april 2013
Leeftijd vanaf  10 jaar Illustraties van Philip Hopman

© Marjo, 12 mei 2013

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

De Sleuteldrager
Marco Kunst


Wikke is zo’n mooi plantje, als je zijn groeigedrag in de hand houdt. Maar nu weet ik dat ik op moet letten: het kan zich zomaar ontpoppen tot een Gruwel!
Om de zoveel jaar komt er een Gruwel naar het kleine koninkrijk Myr. Ooit was het een gelukkig oord, waar mensen in vrede met elkaar leefden en hun koning vereerden. Nu is het al jaren een plek waar angst leeft in de harten van de bewoners: ze weten immers nooit wanneer er weer een levensverslindende Gruwel zal komen.
Timeo is de held van het verhaal, maar dat weet hij nog niet. Hij woont met zijn vader in het woud, en heeft het er best naar zijn zin. Hij zou best die stad eens willen zien, maar zijn vader heeft hem verteld dat ze daar niet welkom zijn. De koning zou hen op zijn minst gevangen nemen. Zijn vader heeft nog een verhaal dat hij eens moet vertellen, maar dat stelt hij steeds uit.
Zo komt het dat Timeo niets weet terwijl hij zich door de takken van de bomen slingert en de weinige mensen die zich in het bos wagen, bespiedt.
Maar op een dag gebeurt er iets vreemds: onder de Grote Oude Eik zit een wandelaar te slapen, terwijl een rank van de wikke zich om zijn voet wikkelt. De man wordt langzaam grijs…
Als zijn vader dat hoort!


‘Wie door Groene Gruwel wordt geraakt
Door verstijving koud beroerd
Die lijkt door sterven meegevoerd
Door stenen angst ontvoerd’


Zijn vader gaat onmiddellijk op weg naar de koning, de sleutel die altijd om zijn nek hing, moet gebracht worden. Timeo gaat mee. Hij staat versteld over de wereld buiten het woud, hij kijkt zijn ogen uit in die stad waar langzaam de angst zich opnieuw meester maakt van het volk. Als hij geweten had wat hem te wachten stond…
Het is het begin van een spannend avontuur, dat Marco Kunst ons vertelt.
Een verhaal met behalve Gruwels en snoodaards ook leuke meisjes en een mooie koningin. Aftelversjes als leidraad, een magiër met de wens om eeuwig te leven, jaloezie naast vriendschap en liefde. Dit verhaal heeft weer alle ingrediënten om de lezer gespannen door te laten lezen.
Zal het hem lukken om de Gruwel te verslaan?
Dit boek is serieuzer van toon dan ‘Isa’s droom’ was, natuurlijk:  een Gruwel is een serieuze zaak! Maar gelukkig is er een vrolijke noot in de persoon van de kok.


‘Belangrijk? Soep met ballen! Lobbige sauzen! Wildbraad en vette patatten! Dàt is pas belangrijk. Witlof met salami en graskaas! Ja? Stokvis op een bedje van algen! En ik, Govert Stovertsen, chef de cuisine, ben de baas van het hele sputterende spul! Van toetje tot voorgerecht… een feestmaal moet ik leveren vanmiddag. De hoge heren willen schransen op de goede afloop.’


Moet ik het nog benadrukken? Dit is opnieuw een heerlijk boek van een begeesterd schrijver!


ISBN 9789047704331| hardcover |248 pagina's | Lemniscaat | 8 maart 2012
Leeftijd: vanaf 10 jaar

© Marjo 12 maart 2012

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER