Boekenarchief W-X-Y-Z

Maartje Wortel

http://maartjewortel.nl

 

IJstijd
Maartje Wortel


IJstijd is de tijd dat alles bevroren en stil is; er gebeurt niets aan de oppervlakte maar de krachten onder de bevroren laag zijn krachtig genoeg om landschappen voorgoed te veranderen. Dat geldt ook in overdrachtelijke zin voor hoofdpersoon James Dillard, wanneer zijn laissez-faire leven veranderd wanneer hij gevraagd wordt een boek te schrijven en zijn vriendin hem later verlaat. Zijn die krachten groot genoeg om zijn mentale landschap te veranderen?


Nu ik het boek een paar dagen uit heb, ben ik er nog steeds enigszins ambivalent over. Aan de ene kant boeide het verhaal me door de intensiteit en de gedragingen van James Dillard, de hoofdpersoon. Aan de andere kant vond ik het haast onverteerbaar hoe hij zo compleet doelloos en apathisch zijn leven leidt. Het boek riep dus veel verschillende emoties bij mij op en dat vind ik knap, want meestal kun je of helemaal meegaan met een hoofdpersoon of heb je een hekel aan dat karakter. James Dillard wilde ik knuffelen en door elkaar schudden tegelijk. Aversie, medelijden, ongeduld, sympathie; alles borrelde naar boven.
En dan heb ik het nog niet eens gehad over de dieper liggende lagen van het boek die nauwelijks aangestipt worden maar een wezenlijk deel uitmaken van James Dillard en hem gemaakt hebben zoals hij is: iemand die zich niet laat raken uit angst om alles weer kwijt te raken.


Ik heb het boek gelezen voor 'Een perfecte dag voor literatuur' en ik heb er absoluut geen spijt van. Juist omdat het boek zoveel verschillende emoties bij mij opriep, maakte dat ik het boek met veel genoegen heb uitgelezen. Het symbolische eind van het boek en de betekenis daarvan vond ik heel treffend en geeft hoop voor de toekomst van James Dillard. Zonder dat einde had ik het een droevig en leeg boek gevonden, nu sloeg ik het gerustgesteld dicht. Maar het ambivalente gevoel waar ik eerder over sprak bleef wel overeind.


Maartje Wortel
(1982) is geboren in Eemnes en volgde de opleiding Beeld en Taal aan de Rietveld Academie. Zij debuteerde in 2009 met de verhalenbundel 'Dit is jouw huis', waarvoor zij in 2010 de tweejaarlijkse Anton Wachterprijs ontving. Na 'Half mens', dat in 2011 verscheen, heeft ze met 'IJstijd' haar tweede roman geschreven. Daarnaast schrijft ze columns en korte verhalen.


ISBN  9789023485414 | paperback| 256 pagina’s| Uitgeverij Bezige Bij| januari 2014

© Joanazinha, 2014

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

altIJstijd
Maartje Wortel


‘Ik hoop dat ik ergens in kan springen zoals meisjes dat doen tijdens het zwiepen van een springtouw. Als je goed en geconcentreerd kijkt, zie je wanneer je moet gaan, en als je eenmaal gaat, hoef je niet meer na te denken: je springt en je komt neer op het juiste moment en je springt en het touw lijkt verdwenen, er zijn geen obstakels meer.
Ik sta aan de kant en kijk hoe het touw zwiept en zwiept; ik spring er niet in, het beangstigt me. In plaats daarvan zie ik anderen springen, de een met wat meer talent dan de andere.’


Hoewel de ik-figuur regelmatig teruggaat in de tijd, vertelt over zijn tijd met Marie en over zijn jeugd, blijft alles in de tegenwoordige tijd. Als je op je leven terugkijkt in de tegenwoordige tijd, dan is het niet voorbij. Dan kan alles nog gebeuren, heb je nog controle.


James Dillard zoekt die controle, hij heeft al vanaf zijn jonge jaren moeite met dingen die voorbij gaan. Hij heeft een vader die in het leger zit en vreselijke dingen meemaakt waar hij niet over praat – maar eigenlijk praat hij nauwelijks met zijn zoon – en een moeder die zo druk is met zakendoen dat ze eigenlijk geen tijd heeft voor haar enige zoon. Ze laat hem liever over aan anderen, een oppas, of een hotel, als iemand anders maar voor hem zorgt is alles in orde.


’Het zal voor het grootste deel van de wereldbevolking wel fantastisch zijn als ze zich nergens zorgen over hoeven te maken, maar ik voel me er leeg en droevig door, want het is waar: er is ook niets waar ik me zorgen over zou moeten maken.’


Maar dan ontmoet James Marie, en de leegte wordt gevuld. Met haar is hij heel, ze past hem als een handschoen. ‘Wij (Marie en ik) gaan van winter naar winter, twee mini-ijstijden zonder dat de kou een doorbraak beleeft. Ik durf het bijna niet te zeggen, omdat het zo ongelooflijk soft klinkt, maar we houden elkaar warm, zij en ik.’
Maar het loopt fout. Waar James een vervulling van zijn leven vindt, is het voor Marie juist een neergang. ‘Je had me tegen moeten houden,’ beschuldigt ze hem. Maar hij wilde haar juist zichzelf laten zijn, haar haar eigen keuzes laten maken.

Het boek begint na de breuk: James zit weer in zijn zoveelsterrenhotel, als hij een telefoontje krijgt. Ene Monica van een uitgeverij vraagt of hij een boek wil schrijven.
'Is het waar?' vraagt ze. James beaamt: 'Het is waar.'
Wat is waar? Hij durft het niet te vragen, een antwoord zit er dan ook voor de lezer niet in. Er zullen meer vragen dan antwoorden volgen. James heeft geen idee wie Monica is, en hoe ze op het idee komt dat hij kan schrijven, maar als zij dat denkt, dan zal dat wel. Beslissingen neemt hij niet meer, dat doen anderen wel. Als het zijn moeder niet is, dan Monica, of de schrijver Chuck Palahniuk, en hij schrijft.


Het mooiste dat hij schrijft is overigens de mail aan Monica, als hij naar eigen zeggen dronken is: eindelijk schrijft hij in de verleden tijd. Het is het begin van acceptatie. Hij geeft toe dat hij haar mist, en zegt hoe gelukkig hij is dat ‘er nu iets is om te missen.’
In die brief laat Maartje Wortel haar personage zeggen: ‘misschien zit het pas goed als je niets weet te vertellen.’ ‘Je wordt gelukkig als er iemand is die iets van je wil’.


Wat wil Maartje Wortel van de lezer? We moesten maar eens nadenken over de moderne manier van het tot stand komen van boeken: iedereen schrijft maar een boek, of ze het kunnen of niet. ‘begin maar met een verhaal, dan volgt de rest vanzelf’. De redacteur krijgt een veeg uit de pan, maar ook collega Palahniuk komt er niet al te best van af.
Maartje Wortel schrijft trefzeker, haar opmerkingen doen er toe. En gelukkig mag haar hoofdpersoon er ook toe doen. Hij leert: van de kat Zieck III, van zijn ongelukkige liefde en van de andere schrijver. Maar vooral van zichzelf leert hij.


'Wat de anderen allemaal te zeggen hebben hoor ik al bijna niet meer. Er zit glas tussen. Als je weet dat er glas tussen kan zitten, zit overal glas tussen.’


Wat wil de lezer van Maartje Wortel?  Dat ze nog meer van dit soort mooie boeken schrijft!
Een prachtige roman, waarin je de dreiging van ongelukkige liefdesgeschiedenis al snel tussen de zinnen door voelt klinken; een triest verhaal, over een niet meer zo jonge man, die zoekt naar een invulling van zijn bestaan.  Een verhaal met ironische humor, met rake opmerkingen. Een verhaal om vaker te lezen.


ISBN  9789023485414 | paperback| 256 pagina’s| Uitgeverij Bezige Bij| januari 2014

© Marjo, 9 oktober 2014

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

altHalf mens
Maartje Wortel


‘Als twee mensen elkaar raken hoeven ze niet alle twee geraakt te worden.’


Ik-verteller Elsa is een Nederlands meisje, met haar ouders verhuisd naar Los Angeles, waar ze haar droom een groot schaatser te worden wel kan vergeten. Ondanks haar moeders waarschuwingen (stil protest) fietst ze - als een Nederlandse - door de stad, en op een dag wordt ze aangereden door een taxi. Het is niet goed, ze weet het meteen, en gelaten laat ze zich vervoeren naar het ziekenhuis, waar haar been afgezet moet worden.
Onder de omstanders staat een man.


’Naast me was een lange slanke man komen staan, slungelig eigenlijk. Hij hield zijn handen in zijn zakken en keek naar me alsof hij iets op straat had gevonden waarvan hij niet wist wat het was, zoals je kijkt voordat je iets omtrapt met je voet om te bepalen wat het is. Ik zag een deel van zijn gezicht, zijn haar, zijn voorhoofd, zijn ogen. Hij boog een beetje naar voren, hij wilde niets missen, niets van mij, niets van dit moment. Hij zag er niet bang of geschrokken uit. Als ik een woord zou moeten vinden voor hoe hij mij aankeek dan zeg ik: gelukzalig.’


Liggend op de grond, zwaar gewond, hulpeloos en bang is Elsa, maar van deze man wordt ze rustig. Ze krijgt via deze onbekende een onvermoede kracht, waardoor ze hetgeen dat volgt haast stoïcijns ondergaat. En nee, dit wordt geen zweverig verhaal over wonderen en zo.
Het is een verhaal over zielen die elkaar herkennen.
De ander is Michael Poloni, de man die in de taxi vervoerd werd. Hij verplaatst zich altijd door middel van taxi’s, lopen in Los Angeles? Geen sprake van. (Dit levert verderop in het boek nog een leuke scène op). Michael moet zijn psychiater vertellen wie hij is:


‘Ik ben een lange, van origine Mexicaanse man. Ik ben geboren in de maand augustus. Ik weet veel, maar ik weet niet of ik daar iets aan heb. (-) Het voelt alsof ik altijd op zoek ben naar iets, misschien ben ik het zelf. Ik weet dat er veel verschil zit tussen wat de mensen zien en wie ik ben. (-) Ik weet dat er veel mensen zijn die beweren dat ze alles begrijpen. Ik hoop niet voor hen maar voor mezelf dat het waar is. Ik probeer zelf ook mijn best te doen om alles te begrijpen.’


‘Ik wil graag horen wat je ziet als je naar binnen kijkt.’


Een seconde was het stil.
‘Een half mens,’ zei Michael.’


Het lot brengt deze twee mensen, allebei op zoek naar iets, een doel, iets om voor te leven, bij elkaar. Kunnen twee halve mensen één hele worden?
Het is een vreemd verhaal, waarin Elsa een ik-rol krijgt toebedeeld. Zij is de kern waar alles om draait. We beleven haar leven, waarover ze vertelt op een droge haast cynische toon.
Michael wordt neergezet in een hij-perspectief, en hoewel dat meer afstand zou moeten scheppen is dat niet zo. Hij neemt de beslissingen. 
Het boek zit erg knap in elkaar. Het verhaal van Michael loopt als het ware achter dat van Elsa aan, en haalt haar in. En dan is er nog die derde persoon die een kader om de twee hoofdpersonen vormt: James Dillard die vertelt over de twee rechtszaken waarbij hij jurylid is. Via hem begrijpt de lezer meer over de feiten.
Maar het waarom blijft vaag. En de gevolgen mag je ook zelf verzinnen.


Het is een emotieloos, maar zeker niet humorloos verhaal over emoties:  Elsa en Michael zijn gevoelsmensen, maar kunnen er niet mee overweg. Of de oplossing die zij kiezen een goede is, mag de lezer zelf uitmaken.


Maartje Wortel (1982, Eemnes) debuteerde met een verhalenbundel ‘Dit is jouw huis’. Onderhavige boek is haar eerste roman.


ISBN 9789023464396 |paperback 192 pagina's| Uitgeverij De Bezige Bij | september 2011

© Marjo, 1 juli 2014

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER