Non-fictie jeugd

Jesse Goossens

Het dierenvriendenboek
Tekst: Jesse Gossens
Illustraties: Marieke ten Berge



Een vriendenboek, dat ken je vast wel. Klasgenootjes of andere vriendjes vragen je om in hun boekje te schrijven, en zelf vraag je dat ook aan hen. Later kun je dan bijvoorbeeld teruglezen waar je vrienden geboren zijn, wat hun hobby’s zijn, wat hun lievelingseten is en wat ze later willen worden.
Dat soort dingen kun je niet echt aan een dier vragen! Als je zoals de makers van dit specifieke vriendenboekje, meer wil weten over je dierenvrienden, dan zijn de vragen anders:
Ik word opgegeten door…
Mijn geheime wapen is…
Mijn grootste bedreiging is…

Ieder dier begint met een korte vragenlijst om zich voor te stellen. Eerst jijzelf:

ik heet:                       .….
mijn officiële naam:     homo sapiens
Ik ben een:                 mens
ons aantal:                 meer dan 7 miljard
status:                       niet bedreigd
hier woon ik:              ……
zo groot ben ik:          ……
ik weeg:                     .....
zo oud word ik:           ……


Helemaal echt dus. Een echt vriendenboekje. Maar dan met dierentuindieren, maar liefst 75!


Grappig is hoe de korte vragenlijst steeds in een ander lettertype is gezet, net alsof het handschriften zijn!
Er komen bijzondere dieren voor in je boekje: onder andere de zwartstaartprairiehond, de Equadoriaanse roodvoetvogelspin, de witkruinmangabey.
Maar ook bekende dieren: de struisvogel, de flamingo, de okapi, de kleine panda.


Wist je dat die laatste, de panda, al leefde tussen de 4,5 en 12 miljoen jaar geleden?
En wist je dat er toch best veel dieren zijn die op uitsterven staan in het wild? Gelukkig worden die dieren in dierentuinen gehouden, en probeert men hun soort in stand te houden. Maar ja, als dan je leefomgeving bedreigd wordt, kunnen ze niet terug uitgezet worden.
Je leert ontzettend veel van dit boek!
En dan kun je de meeste dieren dus in een dierentuin gaan bezoeken.


Achter in het boek staat het een en ander verteld over wat Diergaarde Blijdorp doet voor natuurbehoud. Dat is een interessant verhaal! Moet je echt lezen!
Ook wordt er verteld over wat er nog meer gedaan wordt om bedreigde dieren te helpen en dan nog wat je zelf kunt doen: heb je alles wat je koopt echt nodig? Gooi je spulletjes die je niet meer wil zomaar weg?
Dan volgen nog een woordenlijst en een register (de dieren staan in het boek niet op een bepaalde volgorde, heel handig dus)


Jesse Goossens (Hilversum, 1969) woont en werkt in Rotterdam. Ze schrijft, maakt radio en houdt zich bezig met theater.
Marieke ten Berge (Oosterwolde) is ontwerper en maakt prachtige illustraties, liefst over de natuur, vooral dieren.


ISBN 9789047714552| Hardcover| 96 pagina’s | Uitgeverij Lemniscaat| juli 2022
Afmeting: 26,1 x 19,5 cm | Leeftijd vanaf 9 jaar

© Marjo, 21 juli 2022

Lees de reacties op het forum, klik HIER

 

Right to play
Ieder kind heeft het recht op spelen
Jesse Goossens


In haar voorwoord vertelt Jesse Goosens over het werk van Right to Play. Het is een organisatie opgericht door meervoudig wereldkampioen schaatsen Johann Olaf Koss. Hij vindt dat alle kinderen van de wereld het recht hebben en de kans moeten krijgen om te spelen – juist ook de kinderen die door oorlog, natuurrampen, geweld of hongersnood alles zijn kwijtgeraakt.
Het symbool van Right to Play is een rode bal met daarop de tekst Look After Yourself, Look After One Another. Dat betekent: Zorg voor jezelf, zorg voor elkaar. Door dit symbool wordt in één keer duidelijk wat Right To Play voor ogen staat: een wereld waarin iedereen voor elkaar zorgt. En dat willen ze bereiken door middel van sport en spel.


Right to play werkt wereldwijd en Jesse bezoekt allerlei gebieden en instellingen die dankzij Right to Play kinderen de mogelijk geven zich te ontspannen door middel van sport en spel. In feite is er niet eens zoveel aan materiaal voor nodig maar wel een ruimte of een plek waar de kinderen zich veilig voelen en even hun angsten en zorgen kunnen vergeten. Sport en spel is daar een uitstekend middel bij.


Jesse bezoekt scholen in Rwanda, projecten in Israël, vluchtelingenkampen in Palestina, sloppenwijken in Mali, en een vergadering op het hoofdkwartier van de Verenigde Naties in New York.
Per bezoek lees je een of meerdere verhalen van de kinderen zelf, hoe hun dag is, hoe zij zich moeten zien te redden, hoe zij uitkijken naar het moment van de dag of week dat ze naar Right to Play kunnen. Daarnaast vertellen de hulpverleners over hun werk, hoe zij proberen de kinderen op te vangen, soms onder vrij moeilijke omstandigheden. Jesse vertelt zelf ook over haar ervaringen die af en toe flink schrijnend zijn.


In Mali is een meisje van zes dat met haar broertje op haar rug naar right to play komt. Zij zou heel graag meedoen met de spelletjes waarbij je moet rennen maar dat kan niet vanwege haar broertje. Ook als iemand aanbiedt het kleintje even vast te houden zodat zij kan spelen doet ze evengoed niet mee, verantwoordelijk als zij zich voelt voor haar broertje. In Mali zijn bordspelen heel populair want het is vaak te warm om in de zon te spelen.
De bordspelletjes worden het liefst aangeschaft bij de lokale bevolking zodat zij ook profijt hebben van Right to Play.

In Palestina moet de leidster en lerares Katy elke dag van Ramallah naar het vluchtelingenkamp Jalazone lopen. Er komen geen buitenlanders naar Jalazone en ook journalisten laten zich nauwelijks zien. Die weg is erg gevaarlijk, het risico te groot. Soms wordt er zomaar vanuit de joodse nederzetting in de richting van het kamp geschoten. Toch vindt de lerares de kinderen te belangrijk. ''Ik doe dat', zegt Katy, 'omdat het juist voor mijn leerlingen belangrijk is dat ze elke dag naar school kunnen. Hun leven is al zo onzeker, de school brengt er regelmaat in. Wij spelen met ze. Daardoor krijgen ze weer plezier. Ze leren met elkaar samen te werken en elkaar te vertrouwen.'

In Rwanda leren kinderen spelenderwijs alles over Hiv en Aids. Live safe, play safe heet dat project. Aids is nog een groot taboe in Rwanda.

Naast de verhalen over de omstandigheden zien we ook prachtige foto's van de kinderen die helemaal opgaan in de sport of het spel. Bij elk gebied dat de schrijfster bezoekt staat ook een spel uitgelegd dat de kinderen daar spelen. Erg populair is het hoepelspel, een soort stoelendans maar dan met hoepels. Ook veel varianten op dit hoepelspel worden genoemd. Andere kinderen spelen een kat en muis spel waarbij een kind de muis is die gevangen moet worden door de 'kat' en zo worden er nog veel meer leuke aparte spelletjes toegelicht.
Aan het eind van elk hoofdstuk wordt kort en heel duidelijk uitgelegd wat er in dat land gebeurd is waardoor de kinderen nu zo weinig gelegenheid en materiaal hebben om te spelen. Elk verhaal is indrukwekkend zoals bijvoorbeeld het verhaal over de enorme genocide in Rwanda of over de strijd tussen Israël en Palestina.
Achterin het boek staat allemaal extra informatie over Right to Play.
- Zie ook de website van Jesse Goossens waarop veel informatie staat en veel foto's te zien zijn van de reizen die zij voor dit boek maakte. -


Dit boek kan heel goed gebruikt worden voor een werkstuk maar ook als lesmateriaal voor scholen is het een grote aanrader.
Kortom, een prachtig, erg indrukwekkend boek dat je aan het denken zet en doet beseffen hoe rijk we, in alle opzichten, hier in Nederland zijn.


ISBN 9789056377496 Paperback met flappen, rijk geïllustreerd met foto's, 143 pagina's Uitgeverij Lemniscaat november 2005
(maar nog steeds zeer actueel) afmeting
247 x 245 x 12 mm. Leeftijd 10-12 jaar

© Dettie, 20 juli 2014

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Noord
Illustraties: Marieke ten Berge
Tekst: Jesse Goossens


Dit boek is niet alleen voor diegenen die meer willen weten over de dieren die leven in het Noorden. Het is namelijk een kunstwerk: prachtige illustraties in de vorm van linosneden, gemaakt door Marieke ten Berge. Dat begint al op de omslag die in reliëf uitgevoerd is.


In het voorwoord vertelt Marieke ten Berge dat ze al jaren naar Scandinavië reist, een gebied waar ze dol op is. Ze deed er onderzoek zodat ze dit boek kon maken om het met ons te delen.
Daar is iedere lezer vast en zeker heel blij mee, want het is puur genieten. Met een kleine, doch niet onbelangrijke kanttekening: veel van de dieren wonen in het Noorden.


'Juist die dieren fascineren me zo. Ze zijn bestand tegen enorme kou, en leven vaak onder zeer extreme omstandigheden. Deze dieren verdienen aandacht, bescherming en verwondering.’


Nou, daar gaan we dan. Kijken naar en lezen over drieëndertig diersoorten, die in het Noorden van Europa hun thuis hebben. Marieke ten Berge is de samenwerking aangegaan met Jesse Goossens, die op een bijzondere manier vertelt over de dieren. Zij laat hen zelf aan het woord, op een leuke manier, met veel humor, hetgeen een apart effect heeft.


Het kan het best duidelijk gemaakt worden door een enkel dier te kiezen en daar dan over te vertellen hoe de schrijfster dit aanpakt. Dat is het eerste probleem: welk dier dan? Ze verdienen allemaal die speciale aandacht! Ze zijn allemaal fantastisch mooi in beeld gebracht. Over ieder dier wordt leuke en goed informatie gegeven. Willekeurig dan maar.
Gewoon even het boek openslaan.
Welk dier zal het worden?


En dat  is de poolwolf. Op de linker[pagina staat hij afgebeeld, in een typische houding voor de wolf: huilend naar de maan.
Dan vertelt hij:


‘Het is donker. Vijf maanden lang. In de noordelijke gebieden waar ik leef, wordt het de hele lange winter niet licht.
Zie je me janken? Ik weet dat je denkt dat ik huil naar de maan (NB: oeps…) maar dat is niet zo: ik roep de roedel bij elkaar. Samen met mijn alfamannetje voer ik namelijk onze roedel aan. (weer: oeps, het is een vrouwtje!) Jazeker, ik ben het alfavrouwtje. Hoe je dat kunt zien? Aan de manier waarop ik sta in de groep. Ik maak me groot en steek mijn staart fier omhoog. Mijn ondergeschikten laten hun staart hangen en als ze bij me in de buurt komen, maken ze zich klein en jammeren een beetje. Sommige gaan zelfs op hun rug liggen of likken mijn snuit.’


Nee, dit is niet alles. Ze vertelt nog over het gebied waar ze leeft, hoe ze aan eten komen, wat ze dan eten en over de kinderen die ze krijgt.
Dan staat er onderaan de pagina – zoals bij ieder dier – een kader met de informatie nog eens op een rijtje: soort, waar, hoogte, lengte, gewicht, leeftijd, aantal en beschermingsstatus.
Deze informatie varieert per dier, want over de poolwolf is niet bekend of ze bedreigd worden in hun bestaan. Bij de bultrug staat dan dat er geen bedreiging is, terwijl de ijsbeer juist wel dreigt uit te sterven.
Achter in het boek staan nog een paar landkaarten, voorzien van tekeningen net als de inhoudsopgave, die het boek afsluit.


Dit is een boek dat een sieraad is in je kast, je zou de afbeeldingen zo aan de muur willen hangen! – maar het gaat toch vooral om de informatie. Dus kijk en geniet, maar vooral: lees in dit wonderschone boek!


Zie ook het inkijkexemplaar en de 3 filmpjes over het boek, de schrijfster en de illustratrice


Marieke ten Berge maakt illustraties voor o.a. boeken, magazines, kaartenseries en posters.


Jesse Goossens
is schrijfster, vertaalster en uitgever kinder- en jeugdboeken.


ISBN 9789460038747 | hardcover | 80 pagina's | Uitgeverij Lemniscaat | februari 2021
Leeftijd vanaf 8 jaar

© Marjo, 10 maart 2021

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER