Junglekoorts
Hoe overleef je in de stad als je alleen het oerwoud kent
Fiona Rempt
De ouders van Arani (Arjan) besloten negen jaar geleden Europa de rug toe te keren. Ze vertrokken met hun destijds driejarige zoontje richting Azië en vonden uiteindelijk hun nieuwe thuis bij de Yusana-stam in West-Papoea. "Ze werden mijn familie en dat zullen ze altijd blijven," vertelt Arani ons. Zijn oma Kaka hield Ariani via brieven, boeken en foto's op de hoogte van de wereld buiten de stam. Zonder haar had hij nooit geweten 'dat er dingen bestonden als vliegtuigen, televisie, elektriciteit en huisdieren'.
Maar nu vader overleden is, zegt zijn moeder: 'We gaan terug naar Nederland' [...] Je hebt onderwijs nodig. Daarom gaan we terug. Mijn besluit staat vast.' Die beslissing slaat in als een bom bij de inmiddels twaalfjarige Arani. Maar hij weet ook dat als zijn moeder eenmaal een besluit genomen heeft ze er nooit meer op terugkomt. Naar oma Kaka kunnen ze niet, die leeft ook niet meer ... toch blijft Arani haar schrijven, hij moet toch aan iemand zijn verhaal kwijt want hij voelt zich doodongelukkig in Nederland.
Sinds ik in Nederland ben, klopt niets meer. Dit land lijkt in niets op wat ik ken. Alles is groot, hoog en zo véél. De mensen zijn hier langer dan de meeste Papoea's, de huizen zijn gigantisch, overal is herrie, die kou is gruwelijk en alles lijkt op elkaar. Hoe kan iemand hier leven?
Al die nieuwe dingen maken me bang.
Ze hebben voorlopig hun intrek genomen bij opa en oma in Bergen aan zee maar erg blij zijn die niet met hun komst. Opa grijpt elk moment aan om af te geven op die 'domme wilden' zoals hij de Yusana's noemt. Het is een zure, onvriendelijke oude man. Oma probeert wel een beetje prettige sfeer te scheppen maar opa weet die steeds weer te verzieken.
Arani voelt zich ellendig, ontheemd, eenzaam en radeloos in het vreemde land. En dan moet hij ook nog naar een school! "Dan kunnen ze een gewone Hollandse jongen van je maken" bromt opa. Maar Arani weet dan al dat dat nooit zal gebeuren, hij is een Papoea!
De schoenen die hij naar school aan moet, vindt hij een verschrikking, het zijn akelige zware bakken... de kleding voelt stijf en zwaar. Het enige wat nog goed voelt, is zijn lange haar. Onder geen enkele voorwaarde mag dat afgeknipt worden.
Gelukkig komt Arani naast Sanne te zitten, zij is ook een buitenbeentje, ze stottert, maar ze is tot zijn geluk hevig geïnteresseerd in het stamleven van Arani. Ze worden vrienden, Sanne helpt Arani met elk ding wat nieuw voor hem is, zij legt met eindeloos geduld alles aan hem uit. Natuurlijk wordt hij op school gepest om zijn ouderwetse Nederlands - hij kent de taal voornamelijk uit boeken - met zijn lange haar, zijn kleding enz. Arani, krijger zijnde, kan dat natuurlijk niet op zich laten zitten... met alle vervelende gevolgen van dien.
In feite is Arani gruwelijk eenzaam, moeder is veel weg en opa en oma begrijpen niets van de jongen. Het wordt wat beter als moeder en zoon een eigen appartement krijgen en moeder vaker met Arani praat. Maar het is vooral de jongen zelf die worstelt en ploetert om zijn heimwee en nieuwe leven te leren hanteren.
Hoe hij dat doet, kun je het beste zelf lezen want Fiona Rempt heeft dat prachtig verwoord en een dijk van een verhaal neergezet. Het is een verhaal over vriendschap, aanvaarding, vooroordelen en groei, het geeft ons ook enkele wijze levenslessen. Arani is levensecht weergegeven, zijn verbazing over bepaalde regels en gewoontes in Nederland is overtuigend, de heimwee naar zijn stam is voelbaar, zijn verwarde gevoelens zijn volledig te begrijpen. Het voelde als een verlies, een afscheid nemen, toen het verhaal afgelopen was omdat Arani inmiddels een goede bekende was geworden die ik heel graag mocht.
Kortom, een prachtig, leerzaam, goed opgebouwd verhaal dat je nog lange tijd bij zal blijven. Grote klasse.
Zie ook de lesbrief bij Junglekoorts
ISBN 9789020654554 | Hardcover | 200 pagina's | Uitgeverij Kluitman | april 2017
Leeftijd 10+
© Dettie, 7 augustus 2017
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER