jeugd 10-12 jaar

Dries Deschepper

Het geeuwvirus
Dries Deschepper


Mila, Cherry en Timo hebben allerlei plannen voor de vakantie, maar als plotseling Ronaldo voor de pizzeria staat, is dat het begin van een ander, heel bijzonder avontuur. Ronaldo was na het eerste avontuur maar een paar weken in Bessegem gebleven. Terwijl iedereen dacht dat ze voortaan met z'n vieren een vriendenclub zouden vormen, was hij ineens weg. Natuurlijk heeft een jongen van elf jaar oud niets te vertellen en zijn moeder wilde nu eenmaal dat hij met haar meeging. Maar daar was hij weer! En hij zegt dat ze op moeten schieten want er staat een vliegtuig klaar!
Huh? Wat?

‘Ik kan jullie nu niet alles vertellen. Alleen dat het belangrijk is. Het is belangrijk voor het welzijn van de wereld.’


Nou, nou, dat wil nogal. Maar natuurlijk gaan Mila, Cherry en Timo mee. Eenmaal in het vliegtuig zien ze dat er een bekende van hen meereist: de ingenieur. En ook de vader van Ronaldo zal arriveren. Die twee hadden ze liever nooit meer gezien!
Maar wat is er dan aan de hand?


Ze logeren bij een oud dametje, zij is degene die hen alles gaat uitleggen.
Ze begint over Leonardo Da Vinci en ziet wazige blikken.


‘maar jullie kennen Leonardo toch wel?’
‘Die van de films?’


Symphorosa, zoals ze heet, vertelt over een uitvinding van de grote kunstenaar. De Mona Lisa lacht helemaal niet, vertelt ze. Welnee, zij onderdrukt een geeuw!
En dat lag aan het geeuwvirus, een uitvinding van Leonardo.
Iemand die het virus inademt moet vreselijk gapen. En voor je het weet zit iedereen te gapen, want zo werkt dat. En wie eenmaal aan het geeuwen is kan niets meer.


Toen de uitvinder dat besefte, verzon hij iets om het virus verborgen te houden. Tot er betere tijden aan zouden breken, waarin men er niet over peinzen zou om er alleen voor eigen gewin iets mee te doen. Hij scheurde de formule in stukken en verstopte die.
In de loop der tijden werden de stukken perkament gevonden en Symphorosa probeert er voor te zorgen dat niemand van de eigenaren daarvan ook de andere stukken in handen krijgt. En daar komen de vrienden in beeld. Ze moeten dat voorkomen.


Hun tegenstanders blijken zeer inventief, want ze willen ieder voor zich dat geeuwvirus in handen krijgen en deinzen nergens voor terug.
Maar gelukkig is ook voor Mila en consorten hulp in de vorm van een oude vriend.

‘De kleine man zag eruit alsof iemand net een vishaak aan zijn linkerwang had gehangen en hard aan de draad had getrokken.’

'Niet doodsbang, maar toch erg ontzet. Even benauwd als de schreeuw van een kleuter wiens wapperende sjaal tussen een dichtgewaaide deur terecht is gekomen.’

Heerlijk, deze vergelijkingen. Het verhaal is dan ook nogal beeldend, ook op de iets minder aangename momenten. Ja, die zijn er zeker!
Het idee van een virus dat niet verspreid mag worden, is prima. Hoewel dit geeuwvirus niet meer is dan een melig idee zijn er genoeg andere grappige vondsten in dit verhaal.
Een soort van bobsleeën op een computerscherm?? Hoe kom je er op!
Een waardige opvolger van Descheppers debuut, als het gaat om het avontuur op zich. Er is volop spanning, humor en de karakters van de vier vrienden worden verder uitgediept.


ISBN 9789044849080 | Hardcover | 216 pagina’s | Uitgeverij Clavis | mei 2023
Met illustraties van Isabel Bouttens | Leeftijd vanaf 10 jaar

© Marjo, 3 juli 2023

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

De Krokodillenfabriek
Dries Deschepper


In een klein dorp staat een ketchupfabriek.
Eh, stond een ketchupfabriek, er is een nieuwe eigenaar en die heeft de fabriek verplaatst, en nu moeten de werknemers – vrijwel alle dorpelingen! -  verder reizen. Ook moeten ze langer werken, en zelfs extra dagen werken, wat als gevolg heeft dat de kinderen aan hun lot zijn overgelaten. Ze zien hun ouders maar zelden.


Nu vinden onze hoofdpersonen dat niet zo heel vervelend. Ze amuseren zich wel, en ze hebben een lopende rekening bij het pizzarestaurant van Signore Patatinecaldo, dus honger hoeven ze ook niet te hebben.
Als ze vrij zijn spelen de drie vrienden graag in de verlaten fabriek. O wacht, nog even een voorstelrondje: die kinderen dat zijn Mila wiens nieuwsgierigheid soms neigt naar roekeloosheid. Er is haar vriendin Cherry, die tevergeefs probeert Mila af te remmen, maar zelf ook best een durfal is. En de derde is Timo, het neefje van de pizzeria-eigenaar. Een beetje een watje eigenlijk, maar hij laat zich graag meeslepen door de ondernemende meiden.

Als het verhaal begint, én de vakantie, hebben onze vrienden er zin in! Maar dan komt er een dikke mist opzetten, je ziet geen hand voor ogen. Bah, nu kunnen ze hun plannetjes niet uitvoeren!
De mist is het begin van een aantal zeer eigenaardige gebeurtenissen. Eerst wordt de pizzeria gestolen. Echt hoor: er is alleen nog maar een groot gat te zien waar het restaurant eerst stond. En niet lang daarna verdwijnt ook Timo’s oom.
Cherry en Mila gaan niet thuis zitten afwachten: ze willen weten wat dat voor mist is. Van de fabriek? Huh? Natuurlijk gaan ze met z’n drieën kijken wat daar dan gebeurt. Maar wat staat er voor de deur?


‘Kom nu, het is heus niets engs,’ zei ze (=Mila)en ze versnelde haar pas.
Na nauwelijks vier stappen begreep ze dat ze het mis had. De hoop voor de poort was geen glasbak. Ook geen opgerolde reuzenslang of een verdwaalde walvis. Het was iets anders.
Dit ding had een soort ledematen, maar wel kort. En dik. Eigenlijk heel dik. Mila tuurde om uit te maken waar ze naar keek.’


Die dag ontmoeten ze behalve dit ‘ding’ ook Ronaldo, die vertelt dat hij de zoon is van de nieuwe fabriekseigenaar. De kinderen zien en horen de vader ook, en constateren dat het geen aardige man is. Wat Ronaldo vertelt komt daar wel mee overeen: ‘Hij kweekt handtassen.’
En, vertelt hij: er staat een pizzeria op het fabrieksterrein!


Natuurlijk willen de vrienden hier meer van weten, ze spreken af voor de volgende dag. Mila en Cherry kunnen echter niet wachten en vertrekken al als Milo nog slaapt.
Wat ze dan zien is verbijsterend. Mila kan haar ogen niet geloven. Wat is hier gaande?
Wat voor man is de vader van Ronaldo?
En zijn dat zombies? Die bestaan toch niet? En als ze hu vriend ontdekken: wat is er met Timo gebeurd? Als ze denken dat het niet erger kan, ontdekken de kinderen dat ze zich vergissen.


‘Het lukt ons, zei Mila. ‘Vertrouw me maar. Het lukt ons wel.’


Maar of dat waar is? De vader van Ronaldo deinst echt voor niets terug. Ook niet voor kindermoord.

Een lekker verhaal vol avontuur, met een flinke dosis humor volgt. Er wordt geen overbodige uitleg gegeven, want wat doet het er in een avontuur als dit toe of – noem maar een dwarsstraat - het gras groen is, en er bomen staan. En de ouders zijn dus afwezig, dat scheelt ook.
Er zijn vaak fraaie zinnen:


‘Hij laat putten achter zo groot dat een bever er een buitenverblijf voor zijn hele familie van zou kunnen maken’
’Hij luistert als een oude hond. Traag, met tegenzin, maar hij doet het wel.’(over wie zou dit gaan?)


Natuurlijk: het gaat over hebzucht: de vader van Ronaldo kent geen enkel mededogen, alleen met zichzelf. Milieuvervuiling, waar die man zich ook al niets van aantrekt, is een groot thema. Maar het gaat vooral over vriendschap: samen ben je sterk!
En maakt dat je allemaal niets uit, nou dan lees je een heerlijk spannend avontuur.


Er staan ook zwart-wittekeningen in het boek, zodat je bijvoorbeeld kunt zien hoe ‘dat ding’ er uit ziet.
Het is het debuut van Dries Deschepper. Zeer geslaagd: moge er meer boeken volgen!


ISBN 9789044839609 | Hardcover | 143 pagina's | Uitgeverij Clavis | maart 2021
Met illustraties van Isabel Bouttens | Leeftijd vanaf 10 jaar

© Marjo, 25 mei 2021

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER