Cees Oosterwijk

De tijddood
Cees Oosterwijk


'Zelfs een boek mag je niet op de kaft beoordelen. Daar moest je doorheen'


In Maldegeer breekt de strijd los om een nieuwbouwproject. Wethouder Job Hazeleger is een integer man. Maar iemand die alles netjes en volgens de regels wil doen, die loopt tegen een hoop problemen aan. Dat is helaas niet alleen in het fictieve Maldegeer zo en dat is wat de schrijver ons duidelijk wil maken. Cees Oosterwijk vertelt een verhaal over intriges, malversaties, omkoperij, speculaties, smeergeldaffaires, vriendjespolitiek; wat zijn er eigenlijk veel woorden voor al dat soort malafide praktijken!  Daar tussendoor moet Job zich staande weten te houden, maar hij is - dat heb je zo met die types - ook een beetje naïef. Zijn ondergang lijkt niet te stuiten.


'Bij elke gelegenheid zou Job tot in lengte van dagen moeten aanhoren hoe succesvol zijn opvolger was geweest bij het afronden van de transacties.
Toch niet die engerd Vergelius, die zijn tentakels in alle uithoeken van de malafide bouwpraktijken had zitten? Een inktvis als wethouder van  Maldegeer. Het was op dat moment dat hij zich realiseerde dat hij door de politiek en de ontwikkelaars gebruikt was om als stroman, als naïeve tussenpaus, de kastanjes uit het vuur te halen. Daarna zouden de echte mannen het werk afmaken.'


Gelukkig heeft hij een medestander, al denkt hij daar in het begin heel anders over. Ernst de Koning is de projectontwikkelaar. Als ze samen werkreisjes maken naar Berlijn en later Londen, leren ze elkaar steeds beter kennen. En waarderen. En daar is Hugo van Rhenen, zijn adviseur, trouw tot in den doet, zoals dat heet. Maar noch Ernst, noch Hugo kan het onheil afweren.
Dit is de eerste verhaallijn, waarbij de manier waarop de spanning vormt, want dat het een aflopende zaak is, dat is al heel snel duidelijk.


In de tweede verhaallijn, die in het verleden speelt, vertelt Oosterwijk halverwege maar vast hoe de moord gepleegd is. Het gaat om een werknemer van de vader van Ernst, Albert de Koning. Jacob Agterberg, een man waarover je een boek zou kunnen schrijven, valt in een stormachtige nacht, eind oktober, van de steiger van een project in aanbouw. Er worden losse knopen gevonden, en het plaats delict klopt niet helemaal met een ongeluk, maar toch wordt het dossier bij gebrek aan bewijs gesloten. Maar niet voor inspecteur Goedhart. Deze man bijt zich vast in de zaak en als hij door een auto-ongeluk om het leven komt is het zijn dochter Hannah die verder speurt. Met hulp van haar vaders collega Mark. Het verhaal van Hannah en haar vader vormt nog een derde verhaallijn, eentje die best lekker leest, maar voor het verhaal niet zo heel veel uitmaakt. De schrijver laat haar door het verhaal laveren voor de romantische noot, denk ik.


Er zit heel veel in de driehonderdvijftig pagina's die het boek telt. Als het eenmaal op gang gekomen is - je moet even door een berg informatie - ontvouwen zich de verhaallijnen tot een zeer onderhoudend en vaak humoristisch boek. Het gaat behalve over de malversaties in de bouw en de politiek, over vriendschap en jaloezie, over familieverhoudingen en liefdesrelaties. Gewoon om alles wat menselijk is. De actualiteit sluipt steeds weer het verhaal in: Joran van der Sloot, Theo van Gogh, de HSL, moderne architectuur, en zelfs een man die onlangs van de Eiffeltoren sprong, ze mogen allemaal meedoen. Maar of iemand die over tien, twintig jaar dit boek leest zal beseffen dat dat allemaal geen fictie is en dat er inderdaad op 3 maart verkiezingen waren? 
De vorm van het boek is afwisselend; heden en verleden lopen door elkaar, nu eens vertelt Hannah, dan weer Job, en er tussendoor komt  regelmatig een 'Intermezzo' voorbij, waarin bijna alle personages hun zegje mogen doen, zelfs de doden. Al zijn de dialogen soms wat stroef, daar staat tegenover dat de tekst die vader Goedhart op de cassettebandjes heeft ingesproken juist heel goed is.
Cees Oosterwijk levert in niet al te harde bewoordingen kritiek op de maatschappij, en wil de integere politicus een hart onder de riem steken.
En dan toch zegt Hannah:


'De waarheid en absolute eerlijkheid zijn vergane deugden. Ze helpen ons echt niet verder. Integendeel. Als iedereen maar altijd de waarheid zegt of zijn oorspronkelijke gevoelens volgt, dan beschadigen we onze medemensen en geliefden meer dan wanneer we hen lichamelijk zouden kwetsen. Die verbale giftige pijlen kunnen meer schade aanrichten en moeilijker herstellen dan een lichamelijke wond, daar was ik inmiddels van overtuigd.(-) Wat was er in de politiek, of met het nastreven van goedbedoelde idealen, belangrijker dan de liefde?'


ISBN 978-9044615760  Paperback 343 pagina's | Uitgeverij Prometheus | februari 2010

© Marjo, 30 juli 2010

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER