Het verzwegen kind
Wim Duijst
David Ruleijn ruimt de flat van zijn moeder op als zij verhuist naar een verzorgingshuis. Die moeder is Kuintje, afkomstig uit Bunschoten, waar ze gewoond heeft tot haar eenendertigste. Ze trok met haar man naar Utrecht. Daar is David geboren en opgegroeid. Vaak vertelde ze over haar geboortedorp, over haar zus Drieka, en diens dochtertje Trijntje. Over haar broer Bart die ze niet meer heeft gezien sinds hij op zijn achttiende het huis verliet. Over haar jongere broer Gijs, de enige met wie ze nog contact had onderhouden.
Maar over haar vader had ze het nooit.
David begint te begrijpen waarom als hij tussen haar papieren een oproep vindt, gericht aan Willem Loenen, zijn opa. Loenen moet voor de rechter-commissaris verschijnen. David ziet dat de rechter in kwestie indirect een bekende is, hij is de vader van zijn vroegere leraar Nederlands, Kees de Ruijter, met wie hij nog contact heeft.
David gaat naar het Utrechts archief en vindt daar het dossier van zijn opa. Wat hij daar leest kan hij niet zomaar terzijde schuiven. Hij belt zijn oom Gijs, maar als die hoort waarvoor hii belt, hangt hij op. Wat is er dan wel gebeurd in 1960?
Dat wordt verteld in het tweede deel, dat begint in 1959. Willem heeft zijn vrouw verloren en woont met zijn 29-jarige dochter Kuintje, en zijn tien jaar oude zoon Gijs, in Bunschoten. Willem is een zinnelijk man en hij mist zijn vrouw vreselijk. Dit is echter geen excuus voor wat hij dan doet: hij vergrijpt zich aan zijn dochter. Zij raakt zwanger, en Willem dwingt haar het verborgen te houden. Het wordt nog erger: als het kind geboren wordt, begraaft hij het. Het zal nooit duidelijk worden of het kind op dat moment leefde of niet. Later vindt Gijs met zijn vriendje het lijkje, de misdaad komt uit.
Er volgt een kort intermezzo dat in 2017 speelt, en waarin we lezen over wat dit verhaal te weeg brengt bij David, die dus de kleinzoon van een misdadiger is. Hij krijgt van Kees de Ruijter een map vol aantekeningen die diens vader in zijn archief had bewaard.
Vervolgens vervolgen we het verhaal van de misdaad zoals die in de rechtbank behandeld werd. Maar in de aantekeningen staat ook het persoonlijke verhaal van Pieter de Ruijter dat een parallel vormt met de zaak van Loenen: Pieters dochter, pas zestien jaar oud, is ongewenst zwanger.
Het is een heftige roman, die Wim Duijst geschreven heeft naar aanleiding van een waar gebeurd verhaal, dat zich rond 1930 heeft afgespeeld in Bunschoten. Hij verplaatst het drama naar een latere periode, maar de gemeenschap was nog grotendeels hetzelfde: zwaar gereformeerd, een traditionele samenleving waar zich binnenskamers veel geheimen afspeelden en waar schuldgevoelens een vertrouwde metgezel vormden.
Willem Loenen wordt neergezet als een viezige, op seks beluste man, die niet weet waar hij met zijn lust naar toe moet en zijn daad goed praat aan de hand van Bijbelteksten. Het is onvergeeflijk wat hij doet, en toch wordt zijn personage met mededogen neergezet. Was immers niet ook hij het slachtoffer van zijn verleden en zijn omgeving?
Kuintje is de gehoorzame dochter die niet in staat is zich te verzetten, en zelfs denkt dat zij het misschien wel uitgelokt heeft, hetgeen schrijnend is als je bedenkt welke leeftijd zij heeft. Dat is de gemeenschap: zwijgen, ondergaan en naar de kerk gaan om braaf je gebeden op te zeggen.
Om boven het niveau van een streekroman uit te stijgen heeft Duijst er de verhaallijn aan toegevoegd over de rechter, die zijn persoonlijke leven afzet tegen het verhaal van de man die hij moet berechten.
In een blog heeft de schrijver het een en ander genoteerd over het de roman tot stand is gekomen. Over het inwinnen van achtergrondinformatie, en over het schrijfproces. Deze interessante inkijkjes zijn gebundeld in het boekje Achter de Schermen, maar kan je dus online lezen. http://wimduijst.nl/blog
In een vlotte invoelende stijl wordt een gruwelijk maar tegelijk menselijk verhaal neergezet, dat zich afspeelt tegen de bekrompen en schijnheilige achtergrond, die we al vaker in de romans van Wim Duijst tegenkwamen.
Door twee heel verschillende milieus op te zadelen met een soortgelijk probleem geeft Duijst de lezer de gelegenheid zich af te vragen wat hij of zij zelf zou doen. Vraag je eerst eens af wat de omstandigheden zijn, voor je een oordeel velt, lijkt het niet gegeven advies.
Achterin staat nog een woordenlijst, voor de woorden die betrekking hebben op de klederdracht, en andere dialectwoorden.
Wim Duijst (Spakenburg, 1953) was leraar. Hij gaf zijn baan in het onderwijs op in 2015, om full-time schrijver te worden.
ISBN 9789460684012 | paperback | 320 pagina's | Uitgeverij Marmer | november 2018
© Marjo, 17 januari 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER