Ons mankeert niets
Een goede schrijver zou over elk onderwerp een boeiende roman moeten kunnen schrijven. Willem Jan Otten bewijst dit met zijn relaas over een jonge dokter en zijn perikelen rond een dorpspraktijk. Dit klinkt nogal kneuterig maar is het niet, sterker nog, deze roman verheft zich duidelijk boven een gemiddelde streekroman.
Het verhaal draait om de vermeende dood van een zekere doktor Daan. De ik-figuur geeft zijn versie van het verhaal weer aan een of andere onbekende waar hij verantwoording aan moet afleggen. Het gaat hier om schuld en onschuld. Er blijkt heel wat meer aan de hand te zijn, dan op het eerste oog lijkt. Dat maakt Otten ons langzaamaan duidelijk.
Justus is getrouwd met Hilde en heeft twee kinderen. Hij lijkt gelukkig met Hilde, maar een gebeurtenissen uit een ver verleden, toen hij zijn eindexamen had gedaan, begint hem opnieuw te achtervolgen. Of is het nooit uit zijn hoofd gegaan? Die ene scene met Stefanie Capitu op het strand en het daarop volgende bezoek aan dokter Daan drijft een wig in zijn relatie met Hilde.
Het gaat hier om een complexe driehoeksverhouding tussen Stefanie Capitu, Berend Daan en Justus Loef, de ik-figuur. Stefanie Capitu heeft een bepaalde ziekte onder de leden, niet een levensbedreigende, maar wel eentje die het groeiproces van haar lichaam stopt. Ze zal altijd een dwerg blijven. Deze medische anomalie oefent een krachtige fascinatie uit op Justus, is het medelijden of is hij verliefd op haar? Dat is een vraag die hij zich constant stelt. Waarom is hij later getrouwd met Hilde?
Dokter Justus Loef komt erachter dat Stefanie Capitu niet alleen dokter Daan kent, maar ook al jarenlang een diepe liefdesaffaire met hem in het geheim onderhoudt. Berend Daan is echter getrouwd met Evelien die niet gezond is, leidt aan zwaarmoedigheid en dood wil. Deze last is dokter Daan teveel en hoewel hij ook om zijn vrouw geeft, wordt Steffie zijn seksuele uitlaatklep. Justus die al die jaren als dokter met zijn auto door het dorp crosst om zijn patienten te bezoeken, gaat voor de bijl als Steffie hem al die jaren hem opeens op het spreekuur bezoekt. Hij begint vreemd te gaan en bezoekt haar in de late avond. Omdat hij vaker de nacht doorbrengt op zijn praktijk dan thuis, denkt hij dat zijn vrouw van niets weet. De zaak ontploft als een ontevreden patiente hem vergezeld van een vreemde vrouw in de auto in de straat bij zijn huis van achter het raam betrapt. Ondertussen maalt bij Loef de vraag door het hoofd: Wat is er gebeurt met Dokter Daan zijn voorganger?
Otten levert met deze roman een klein meesterwerk af. Geschreven in een vlotte, maar vindingrijke stijl wijdt hij de lezer langzaam maar zeker in, in het leven en de daarbij horende mysteries van deze 35-jarige dokter Loef. We kruipen in het hoofd en volgen zijn gedachtengang om de scherven van zijn leven weer tot een beeld te reconstrueren. Otten neemt daarbij de tijd om zijn hoofdpersoon te laten contempleren over schuld en onschuld, liefde, vreemdgaan, noodlot en waar het allemaal om draait... euthanasie.
Uitgever Oorschot B.V., ISBN 9028208666 Verschijningsdatum 11/1994 Bindwijze Paperback Aantal pagina's 59 blz.
© Roel, oktober 2008