Walter van den Berg 

Ruimte
Walter van den Berg


Als Dimphy voor de tweede keer haar handtastelijke echtgenoot Erik verlaat, weet ze niet waar ze naar toe kan. De eerste keer was ze naar haar zus gegaan, maar dat is nu geen optie, hij zou haar onmiddellijk vinden. Met haar twaalfjarige zoon Wesley stapt ze op de bus. Naar Amsterdam.


Het is 25 jaar later als diezelfde Wesley zich in een hotelkamer bevindt, ook in Amsterdam, om te praten over zijn boek Ruimte, dat zo’n onverwacht laaiend succes is geworden. Ook heeft hij afgesproken dat hij zijn moeder een bezoek zal brengen ‘om te vieren dat ze 25 jaar eerder de bus namen’.


Wesley begrijpt de gekte rond zijn boek niet zo goed: behalve dat ze hem vragen voor een interview op de televisie, zijn er nu zoveel mensen, vreemden, die druk schrijven op allerlei fora. Iemand noemde het de ‘Wesepidemie’. Het boek is een soort zelfhulpboek, min of meer gebaseerd op zijn eigen ervaringen. Als kind was hij verlegen en teruggetrokken, liefst op zijn kamer. Daar ontdekte hij dat hij goed was met de moderne technologie: de computer. Hij leerde zichzelf programmeren, en games bouwen. Op deze manier probeerde hij zijn verleden te verwerken. Maar het bleek niet genoeg.


‘Erik wachtte altijd tot de jonge Wesley naar bed was en het maakte niet uit hoe laat het werd, Erik wachtte en als hij dan naar zijn kamer was, hoorde hij hoe het begon, hoe Eriks demmits luider werden en zijn vlakke hand soms op tafel sloeg en hij was erbij in zijn kamer, hij hoorde het door de deur heen en hij hoorde zijn moeder zich inhouden, maar het mislukte altijd. Daar is het misgegaan, mama. Jij kreeg misschien de klappen, maar daar is het misgegaan met mij, want daar heb ik de muur gebouwd en die muur staat er nu voor altijd en ik krijg ‘m nooit meer neer.’


Toen hij een psychotherapeut bezocht, zei ze: schrijf een boek. En dat werd ‘Ruimte’.
Dat gaat over het belang van het innemen van ruimte. Als je zelf geen ruimte inneemt, dwing je als het ware de mensen in je omgeving om dat wel te doen. Anderen moeten reageren op jou als je jezelf wegcijfert, en dat kan helemaal fout gaan. Geconfronteerd met de gekte rond zijn boek, maakt hij de verkeerde grappen, met catastrofale gevolgen die hij absoluut niet onderkend had. Erg dom, beseft hij, maar intussen heeft hij het wel gezegd.


Erger is dat het niet eens zijn eigen ideeën zijn, in het boek, maar de woorden van de therapeute. Is dat wel zo? Dat maakt voor zijn lezers niets uit natuurlijk.
Als Wesley op straat in conflict komt met een stel zwervers lijkt hij zijn eigen theorie te vergeten: hij reageert niet en wordt flink in elkaar geslagen. Hij heeft geen ruimte ingenomen, maar is juist in de slachtofferrol gekropen. Laat hij de zwervers de straf uitvoeren, waarvan hij vindt dat hij dat verdient?
Het lijkt of iedereen hem verkeerd wìl begrijpen. Hij begreep al niet veel van de wereld, nu nog minder.


Nu alles zo uit de hand loopt - in deze moderne tijden, waarin alles viraal gaat, valt er niets te ontkennen of uit te leggen -  vlucht hij opnieuw. Hij stapt in een taxi, en laat zich terugbrengen naar de plekken die speciaal waren in zijn leven. En naar zijn moeder, want die afspraak stond nog steeds. De taxichauffeur kan niet alleen goed luisteren, hij blijkt ook een goed inzicht te hebben in een getroebleerd mens.
Want zijn passagier is boos, en ziet dat zelf niet in. Laat staan wat de reden daarvan is.


Het thema is schuld. Zowel van een dader als van een slachtoffer. Een lastige kwestie, die nooit uit-en-te-na uitgewerkt kan worden. Zo blijft er nog wat over voor de lezer om zelf over de kwestie te gaan nadenken. Oftewel: ruimte in te nemen.
Van den Berg vertelt de beide verhalen: van Dymphy en van Wesley. Zijn stijl is vlot en afwisselend met goede dialogen. Mooie psychologische roman.


Walter van den Berg (1970, Amstelveen) had allerlei baantjes als onder meer fietskoerier, graveur, vakkenvuller, schoonmaker, automatiseerder en conciërge voor hij in 2004 zijn debuutroman, getiteld De hondenkoning publiceerde. Daarna verschenen West (2007), Van dode mannen win je niet (2013) en Schuld (2016).


ISBN 9789048853335 | paperback | 272 pagina's | Uitgeverij Hollands Diep| september 2020

© Marjo, 30 december 2020

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER