Olifant van zeep
Thomas Verbogt
Het is een fijne gave: een mooi verhaal kunnen maken van iets wat niet alleen Thomas Verbogt kan overkomen, maar wat herkenbaar is voor iedereen. Een wekker gekocht hebben, die het niet doet. Je gaat er mee terug naar de winkel en de mevrouw van de klantenservice is duidelijk niet van plan om zomaar die wekker terug te nemen.
‘Ze snuift en zegt: ‘Dit is geen wekker die niet zomaar niet wekt.’
Ik moet even over deze zin nadenken.
‘Wat bedoelt u precies?’ vraag ik.’
Maar de mevrouw wil het ook niet uitleggen, zij is er van overtuigd dat die man die zo nodig die wekker terug wil brengen er mee gegooid heeft of zoiets. Er zijn nooit klachten, zegt ze.
‘Ik wist dat ik een fout ging maken, en die maak ik nu. Ik vraag me hardop af of een wekker die niet wekt nog wel een wekker genoemd mag worden.‘
Door de afwijzende, haast agressieve reactie van de vrouw, druipt de ik-persoon af. Het is een vraag die hem vervolgens bezig houdt. De rest van de dag lijkt het er steeds op uit te draaien dat hij de dingen niet niet goed doet.
Herkenbaar. Je staat zonder pinpas bij de kassa waar je alleen met zo’n pasje kan betalen. Dat soort dingen.
En wat zeg je als de baliemedewerkster bij de tandarts heel belangstellend vraagt of je nog leuke dingen hebt gedaan deze zomer?
En hoe reageer je als je na jaren die ene vrouw terugziet van wie je iets weet waar niet over gepraat ‘mag’ worden?
Het zijn de dingen van het leven, die Thomas Verbogt ons in zijn eigen speciale stijl vertelt. De toon waarop hij dat doet maakt van een niemendalletje iets bijzonders, iets moois. Hij geniet op een rustige manier van het leven, kan over een klein dingetje waar de meesten onder ons zo aan voorbij gaan, filosoferen zonder ooit hoogdravend te worden.
In het titelverhaal laat hij zich nietsvermoedend bij de supermarkt overhalen om een vraag te beantwoorden. Hij is nog met zijn gedachten bij een gesprek dat hij binnen in de winkel had, en dat eveneens ging over het ruilen van een product, een gesprek dat niet soepel verliep.
‘Fijn dat u mee wilt doen.’ Ze heeft een lachende stem.
‘Waaraan doe ik mee?’ Vraagt hij.
‘U kent vast ons programma Onder ons.’ Ze staat nu vlak voor hem met een grote microfoon. Ze ruikt naar snoepgoed, een winkel vol.
‘Nee dat ken ik niet,’ moet hij bekennen.’
Hij is te goed voor deze wereld, want eigenlijk wordt hij er in geluisd. Maar wint er dus een ‘Ongewone hoofdprijs’ mee, die hij later in het Mediapark moet komen halen. Misschien zou hij dat niet gedaan hebben, maar het commentaar van zijn ex op de televisie-uitzending maakt hem tegendraads.
Het is misschien een absurd verhaal, maar tegelijk blijft het voor de lezer herkenbaar. We hebben allemaal onze momenten van onhandigheid, en melancholisch zijn we ook. Ook gebruiken we de zinnetjes zoals de ik-figuur in de verhalen dat doet. Tegen een koe in de wei zeggen: ’Ik heb niets voor jullie.’ Nou, daar zijn ze vast diep teleurgesteld over!
Een heerlijke verhalenbundel!
Thomas Verbogt (1952) debuteerde in 1981 met de verhalenbundel De feestavond.
Sindsdien schreef hij vele romans, verhalenbundels en toneelstukken.
ISBN 9789046825662 | Hardcover | 144 pagina's | Uitgeverij Nieuw Amsterdam | juni 2019
© Marjo, 8 juli 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER