Zeewater is zout, zeggen ze
"Altijd dat verschrikt opveren. Die schelle wekkerbel. Afzetten. Voeten op de kille vloer. Brrr. De deken over mijn bedwarme schoot trekken. Lampje aan. Het wiebelt op het gebarsten roze marmeren blad van het nachtkastje. Een gelig lichtschijfje. Een halve maan schijnt door het raam. Tegen mijn brillenglazen asemen, de asem wegpoetsen met de punt van het laken. En zij, met haar rug naar mij, verroert zich niet. Slaapt ze? Doet ze alsof? Zoals ze daar ligt, precies een amoebe met een flanellen nachtkleed aan. Och, laat haar, dat ze haar plan trekt.
Au, au. Door die geeuw lijkt mijn kinnebakkes wel uit het gelid geraakt."
Zo begint het boek na een proloog waarin dochter Rosa aan het woord is en waaruit al gebleken is dat het niet allemaal even denderend verloopt in het huisgezin. Waar wel, denk je dan, maar als het verhaal begint zit je meteen in een huwelijk, waar de echtelieden tot elkaar veroordeeld lijken te zijn. Van liefde is geen sprake meer, en zelfs kameraadschap is nauwelijks te vinden. Hij, Raymond, aan het woord in bovenstaand stukje, is een harde werker met communistische idealen. Hij discussieert met zijn maten, leest socialistische kranten en probeert thuis tevergeefs de vrede te bewaren. Rika, zijn vrouw, heeft het hoog in haar bol, ze droomt van theedrinken in restaurants, van dansen en plezier maken. Huishoudelijk werk heeft ze nooit geleerd en doet ze niet, ze is een luxe poppetje, en, teleurgesteld in man en huwelijk neemt ze haar toevlucht tot hoofdpijnpoeders en ligt hele dagen in bed.
Er zijn twee kinderen: Rosa, een weetgierig filosofisch ingesteld kind, en een jonger broertje, Jean-Pierre, verwend door zijn moeder. Rosa voelt de spanningen en probeert zonder partij te kiezen een eigen weg te vinden. Ze wonen in Antwerpen, eind jaren vijftig, de jaren van de Koude Oorlog. Het vertelperspectief wisselt steeds: Raymond, Rika en Rosa zijn wisselend aan het woord. Jean-Pierre doet daar niet aan mee.
Als hij 's avonds na een lange dag naar huis gaat:
Raymond: "op vijftig stappen van mijn voordeur steekt het de kop op. Een klem op hart en keel. Nooit van tevoren weten of je haar van voren of van achteren hebt. Omdat ik mijn gezond verstand gebruik, omdat ik de kerk in 't midden probeer te houden. Hoe krijgt een mens het voor elkaar het tij te keren, dat zij denkt: Oei, oei, hij is op komst, ik zal me maar een beetje voegen."
Hierop volgt een soort dialoog tussen hem en zijn vrouw Rika. Hun onuitgesproken gedachten, de reacties op elkaar.
Rika: "Hij is er, je kan er de klok op gelijk zetten. De kille klik van het verspringende slot, de eerste voetstap op de marmeren tegels, witte en zwarte, ruitvormig gelegd. Hij zal zorgvuldig zijn voeten vegen, zo is hij. Onlangs zei ik hem nog: 'zoals jij je voeten veegt, is binnen de kortste keren de hele vloermat kaal, al een geluk dat het echt kokos is.' Je had die blik in dat afgetobde gezicht moeten zien..."
Het is een meesterlijke tekst. Je volgt de feitelijke gebeurtenissen en de gedachten die er bij horen van twee kanten, je proeft de ergernissen, de spanning, de kribbigheid. In dit stukje wordt de toon gezet voor het hele boek.
Het is het verhaal over een mislukt huwelijk, socialistische idealen tegenover katholieke schijnheiligheid. Het is ook het verhaal over de jaren vijftig. De politieke gebeurtenissen klinken door in de persoon van Raymond; de katholieke kleinburgerlijkheid wordt vooral door Rosa verwoord, en bij monde van Rika proeven we de economische veranderingen in de maatschappij.
Door steeds van verteller te wisselen is er een fraaie uitdieping van karakters maar wordt ook het verhaal levendig. Dat doen ook de vele dialogen en een sappig Vlaams taaltje.
Het wederzijdse onbegrip, de irritaties, ze leiden onontkoombaar naar een climax. Politiek en religie vormen een belangrijk onderdeel van het verhaal, en dat samen met het onvervalste Vlaamse taalgebruik doet onmiskenbaar denken aan Hugo Claus. Ook Marcella Baete zou wel eens invloed gehad kunnen hebben op deze nieuwe schrijfster. Een nieuwe schrijfster in een oude traditie, het levert een prachtige roman op, genieten van begin tot einde, zelfs al ken ik de betekenis van vele Vlaamse woorden niet... blaffeturen? Gardevil? Jappekes?
Hardcover | 415 Pagina's | Uitgeverij De Geus ISBN10: 9044511149 | ISBN13: 9789044511147
© Marjo, juli 2008